Oefentoets Hoofdstuk 2

Programma voor deze les

1. Klassikaal oefentoets maken

2. Feedback

3. Rollenspel
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma voor deze les

1. Klassikaal oefentoets maken

2. Feedback

3. Rollenspel

Slide 1 - Tekstslide

Welke doelgroep past het beste bij de volgende producten? Zet de juiste combinaties bij elkaar.
Doelgroep : 
Product :
cruisevakanties
schooltassen
raamkozijnen
tweedehands meubels
vijftigplussers
jongeren van 15 tot 25
studenten
Huishoudens

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is GEEN voorbeeld van een secundaire behoefte?
A
Scooter
B
Taart
C
Sportvereniging
D
Woning

Slide 3 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Belangrijke behoeften staan hoog op je prioriteitenlijst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Als je te weinig middelen hebt, dan noem je dat ..........
A
welvaart
B
reclame
C
middelen
D
schaarste

Slide 5 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Zelfvoorziening betekent dat je zelf de goederen koopt die je nodig hebt.
B
Zelfvoorziening is een vorm van consumptie.
C
Bij zelfvoorziening maak je goederen waarmee je in je behoeften voorziet.
D
Het kopen van diensten is een vorm van zelfvoorziening.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste omschrijving van het begrip 'welvaart'?
A
De mate waarin je met de beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien.
B
Het kopen van goederen of diensten om je behoeften te vervullen.
C
Geld, bezittingen en tijd waarmee je in je behoeften kunt voorzien.
D
De behoefte aan luxegoederen.

Slide 7 - Quizvraag

Reclame is een voorbeeld van ..........
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding
C
Bestedingspatroon
D
Nibud

Slide 8 - Quizvraag

Isabel wil dezelfde smartphone als haar vriendin. Hier is sprake van ..........
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding
C
Bestedingspatroon
D
Nibud

Slide 9 - Quizvraag

Freek zegt zijn baantje in de supermarkt op. Omdat zijn inkomen lager wordt, verandert zijn ..........
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding
C
Bestedingspatroon
D
Nibud

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een goedkope spijkerbroek is altijd van slechte kwaliteit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag


Wat betekent Nibud?
A
Nationaal Instituut voor Bestedingspatronen
B
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
C
Nieuw Bureau Uitgaven en Duurzaamheid
D
Nederlands Onderzoeksinstituut voor Jongerenbeleid

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Media is een soort reclame
B
Met reclame probeert de koper aandacht te vestigen op zijn behoeften
C
Met reclame probeert de verkoper zijn producten goedkoper te maken
D
Met reclame probeert de verkoper aandacht te vestigen op zijn product

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke van onderstaande producten zijn jongeren een belangrijke doelgroep?
A
Bos bloemen
B
Brood
C
Frisdrank
D
Krant

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van media?
A
Geld, bezittingen en tijd
B
Luxegoederen
C
Folders, kranten en televisie
D
Doelgroepen

Slide 15 - Quizvraag

Er bestaat ook mond-tot-mondreclame. Is dat commerciële of sociale beïnvloeding?
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort reclame is dit?
A
Informatieve reclame
B
Actiereclame

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn in het rijtje hieronder voorbeelden van secundaire behoeften? sleep ze in het vak.
secundaire behoeftes
Primaire behoeftes
Bioscoop

Broek
Fruit
Medicijnen
Snoep
Televisie

Slide 18 - Sleepvraag

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Als je niet in je behoeften kunt voorzien, is je welvaart groot.
Toenemende schaarste zorgt voor minder welvaart. 
Iemand met veel welvaart kan veel consumeren.
Welvaart gaat altijd om de aanschaf van luxegoederen.

Slide 19 - Sleepvraag

Lees de volgende beschrijving. Welk begrip wordt hier beschreven?
De wetenschap die bestudeert hoe mensen en bedrijven hun schaarse middelen inzetten om in hun behoefte te voorzien.

Slide 20 - Open vraag

In een huis-aan-huisblad staat:
Komend weekend geeft de Bouwmarkt 25% korting op alle producten. Wees er snel bij, want op is op!
Is deze boodschap een voorbeeld van informatieve reclame of van actiereclame?

A
Informatieve reclame
B
actiereclame
C
dit is een slechte reclame
D
wie wil er nou naar de bouwmarkt?

Slide 21 - Quizvraag

Lees de volgende voorbeelden. Wie kan aanspraak maken op garantie?
A
Anjo heeft nieuwe banden nodig voor zijn fiets.
B
De nieuwe smartphone van Bridget wil niet meer aan.
C
Het brood dat Eelco vorige week kocht is hard geworden.
D
Tamar laat haar oude televisie repareren.

Slide 22 - Quizvraag

Op de homepage van een website lees je:
Onze organisatie is dé vereniging in Nederland die opkomt voor de belangen van alle consumenten. Met als missie: consumenten in staat stellen beter en makkelijker keuzes te maken, met respect
voor mens en milieu.
Wat voor organisatie is dit?

Slide 23 - Open vraag

In De Consumentengids van juli stond een vergelijkend warenonderzoek over rekenmachines.
Wat is een vergelijkend warenonderzoek?

Slide 24 - Open vraag

Wat gaat goed in mijn lessen?

Slide 25 - Open vraag

Wat gaat minder goed in mijn lessen?

Slide 26 - Open vraag

Hoe zouden jullie het liefst de lessen willen zien?

Slide 27 - Open vraag

Wat ga je in de vakantie doen?

Slide 28 - Open vraag

Wat wil je nog kwijt?

Slide 29 - Open vraag