In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
Enkelvoudige en samengestelde rente
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
K = € 20.000 Rente = 3,5 % n = 3 jaar Reken de samengestelde rente uit
Slide 7 - Open vraag
K= 200.000 Rente= 5% n= 4 jaar
Slide 8 - Open vraag
Michael stort € 1.200,- op een spaarrekening. De samengestelde interest bedraagt 0,1% per maand en wordt aan het einde van elk maand bijgeschreven.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Michael na vijf jaar.
Slide 9 - Open vraag
Jelle stort € 50.000,- op een spaarrekening. De samengestelde interest bedraagt 0,3% per kwartaal en wordt aan het einde van elk kwartaal bijgeschreven.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Jelle na 6,5 jaar.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Eindwaarde E = € 30.000 Rente = 2,5 % n = 8 jaar Reken de in te leggen contante waarde uit
Slide 15 - Open vraag
Wim Ruis leent op 1 maart 2021 van zijn broer € 1500 ome een duikuitrusting te kopen. Ze spreken af dat Wim eind 2022 dit bedrag terugbetaald. Aan het eind van iedere maand moet Wim rente betalen. De enkelvoudige rentevoet is 4 % per jaar.
Bereken de rente die Wim elke maand moet betalen aan zijn broer.
Slide 16 - Open vraag
Opgave E6.1a De Groesbeekse voetbalclub Treffers '29 wil per 1 januari 2024 beschikken over € 100.000 voor een nieuw clubhuis. Hiervoor zetten ze op 1 januari 2019 een bedrag op de spaarrekening waarover 3 % samengestelde rente wordt vergoed.