Financiële basisbegrippen en berekeningen

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les begrijp je de drie functies van geld
  • Aan het einde van de les kun je onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld
  • Aan het einde van de les ken je de verschillende manieren om elektronisch te betalen
  • Aan het einde van de les kun je een creditsaldo en debetsaldo berekenen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les begrijp je de drie functies van geld
  • Aan het einde van de les kun je onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld
  • Aan het einde van de les ken je de verschillende manieren om elektronisch te betalen
  • Aan het einde van de les kun je een creditsaldo en debetsaldo berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over financiële basisbegrippen en berekeningen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De drie functies van geld
  • Ruilmiddel
  • Rekenmiddel
  • Spaarmiddel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chartaal en Giraal geld
  • Chartaal geld: fysiek geld zoals munten en bankbiljetten
  • Giraal geld: digitaal geld dat op bankrekeningen staat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektronische betalingsmethoden
  • Internetbankieren
  • Mobiele apps
  • Betaalkaarten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening van creditsaldo en debetsaldo
  • Creditsaldo: oud saldo + ontvangsten - betalingen = nieuw saldo
  • Debetsaldo: oud saldo + ontvangsten - betalingen = nieuw saldo

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
  • Geldfuncties: de verschillende rollen die geld speelt in de economie, waaronder als ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel
  • Chartaal geld: fysiek geld zoals munten en bankbiljetten
  • Giraal geld: digitaal geld dat op bankrekeningen staat
  • Elektronische betalingsmethoden: verschillende manieren om betalingen te verrichten zonder het gebruik van fysiek geld, zoals via internetbankieren, mobiele apps en betaalkaarten
  • Creditsaldo: het positieve saldo op een bankrekening
  • Debetsaldo: het negatieve saldo op een bankrekening

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 8 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.