08-04-2021 H6: Woordenlijst

Woordenschat
Telefoons in de telefoonbak

Klaarleggen:
Niks, je tafel is leeg.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Telefoons in de telefoonbak

Klaarleggen:
Niks, je tafel is leeg.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan vandaag in de les doen?
  • Leren hoe je kan leren

  • Trainen voor de 'wedstrijd'

  •  De 'wedstrijd' spelen

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan ik:
  • Vijf manieren opnoemen om te leren voor een toets.

  • Een manier gebruiken om te leren voor een toets die bij me past. 

  • Kan ik woorden/gezegdes van de woordenlijst van H6 opnoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Leren voor een toets:
Ik ben benieuwd hoe jullie voor een toets woordenschat leren. Hoe pakken jullie dit aan?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan je leren?
  • Regelmatig leren. Het is beter om iedere dag kort maar geconcentreerd te studeren, dan een uur niet geconcentreerd. 

  • Op tijd beginnen. Begin op tijd met leren, en wacht niet tot het laatste moment. Dingen onthouden kost tijd.

  • Bepaal wat je wel gaat leren en wat niet.
    Probeer niet alles in een keer te leren, maar concentreer je eerst op een klein gedeelte. Als je deze woorden kent, dan kan je nieuwe woorden gaan leren.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan je leren?

  • Woorden overschrijven. Een manier om woorden of informatie te leren is door ze over te schrijven/typen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je leren?

  • Jezelf overhoren. Hou een stuk papier over de antwoorden heen en beantwoordt de vragen. Als je antwoord hebt gegeven kan je deze controleren door het papier weg te halen.

  • Overhoren. Laat iemand de vragen/woorden voorlezen, zodat jij het goede antwoord geeft. Hierdoor weet je gemakkelijk wat je wel weet en niet.

  • Uitleggen. De informatie/woorden aan iemand anders uitleggen in je eigen woorden.

Slide 7 - Tekstslide


Zelfstandig studeren

Aan de slag met:
  • De woordenlijst

Hoe? Kies een manier die we zojuist hebben besproken en bestudeer de woorden. (behalve de uitleg en overhoor methode).

Muziek? Vandaag gaan we aan het werk zonder muziek.




Voor hoe lang?




Belangrijk: Om iedereen een gelijke kans te geven om te winnen, is het belangrijk dat we het studeren in stilte doen!



timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Pak je laptop uit je tas en 'log in' op LessonUp. 

Belangrijk: Lever het blaadje met de woordenlijst in. Als je deze niet inlevert, word je gediskwalificeerd. 

Gebruik een duidelijke naam, zodat ik weet wie je bent. Is je naam niet duidelijk te herkennen, dan telt je score niet mee.

Wifi: 
penta34dnc

Slide 9 - Tekstslide


Dat ligt hem zwaar op de maag.
A
Hij heeft teveel gegeten
B
Het ging lastig
C
Hij praat teveel
D
Hij zit daar erg mee

Slide 10 - Quizvraag


Het effect
A
De betekenis
B
De beurs
C
De uitwerking
D
Spannende

Slide 11 - Quizvraag


Hij heeft iets op zijn lever
A
Hij heeft iets te vragen of te zeggen
B
Zijn lever doet pijn
C
Hij is helemaal gezond
D
Hij heeft er genoeg van

Slide 12 - Quizvraag


De functie
A
De werking
B
Een functionaris
C
Vastkleven
D
De betekenis

Slide 13 - Quizvraag


Hij is gezond van lijf en leden
A
Hij is helemaal gezond
B
Hij is ongezond
C
Zijn ledematen doen pijn
D
Hij praat teveel

Slide 14 - Quizvraag


Hechten
A
Positieve
B
Vastkleven
C
De werking
D
De bekentenis

Slide 15 - Quizvraag


Hij praat zijn mond voorbij
A
Hij is helemaal gezond
B
Hij is ongezond
C
Hij praat teveel
D
Zijn mond is weg

Slide 16 - Quizvraag


Met mate
A
Veel te veel
B
Niet teveel
C
Positieve
D
Vastkleven

Slide 17 - Quizvraag


in hart en nieren
A
Hij zit daarmee
B
Hij praat teveel
C
door en door
D
Iets vergeven

Slide 18 - Quizvraag


Overmatig
A
Precies genoeg
B
Net te weinig
C
Niet teveel
D
Veel te veel

Slide 19 - Quizvraag


met de hand over het hart strijken
A
Iets vergeven
B
Hij heeft er genoeg van
C
Hij is helemaal gezond.
D
Door en door

Slide 20 - Quizvraag


Gunstige
A
Negatieve
B
Positieve
C
Bijna
D
De werking

Slide 21 - Quizvraag


Regelmatig
A
Positieve
B
Onregelmatig
C
Vastkleven
D
Van tijd tot tijd

Slide 22 - Quizvraag


De situaties
A
De toestanden
B
Spannende
C
Beginnende
D
Onregelmatig

Slide 23 - Quizvraag


Stressvolle
A
Spannende
B
Rustig
C
De toestanden
D
Regelmatig

Slide 24 - Quizvraag


Het hangt hem de keel uit.
A
Hij heeft last van zijn keel
B
Hij heeft er genoeg van
C
Hij heeft er te weinig van
D
Er hangt iets uit zijn keel

Slide 25 - Quizvraag


Vrijwel
A
Altijd
B
Bijna
C
Nooit
D
Soms

Slide 26 - Quizvraag


Opmerkelijk
A
Mooi
B
Opvallend
C
Onder elkaar
D
Het begin

Slide 27 - Quizvraag


Met hart en ziel
A
Met alle kracht en liefde
B
Iets vergeven
C
Hij is gezond
D
Met alle kracht en liefde

Slide 28 - Quizvraag

Ik weet na vandaag:
  • Vijf manieren opnoemen om te leren voor een toets.


  • Een manier, die ik fijn vind om te leren voor een toets.


  • Kan ik woorden/gezegdes van de woordenlijst van H6 opnoemen.

Slide 29 - Tekstslide

De volgende les:
  • Geeft mevrouw Rosink les

  • 12 mei tentamen H4 t/m H6.

Slide 30 - Tekstslide