Noten en pianotoetsen NE/EN

Noten en keyboard
In deze les oefen je met het vinden van de juiste noten en toetsen op het keyboard

Notes on your keyboard
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noten en keyboard
In deze les oefen je met het vinden van de juiste noten en toetsen op het keyboard

Notes on your keyboard

Slide 1 - Tekstslide

De toetsen op een piano
De toetsen op een piano zijn logisch verdeeld in octaven
Hieronder zie je alle noten die binnen 1 octaaf vallen.
Binnen 1 octaaf zijn er 7 witte toetsen en 5 zwarte toetsen.

Slide 2 - Tekstslide

De toetsen op een piano
Bekijk de afbeelding goed. De namen van de toetsen ken je al. 
De zwarte toetsen hebben dubbele namen.  
C wordt een cis, C sharp. D wordt een des, D flat.

Slide 3 - Tekstslide

De toetsen op een piano
Hieronder staan 2 octaven. Je ziet groepjes van 2, 3, en nog een keer 2 en 3 zwarte toetsen. De c zit bijvoorbeeld altijd links naast de 2 zwarte toetsen. 

Slide 4 - Tekstslide

De toetsen op een piano
Als je dus heel laag iets kunt spelen, kun je het hoog ook. Je kunt je vingers op dezelfde manier bewegen, het klinkt alleen hoger of lager in een ander octaaf.

Slide 5 - Tekstslide

Welke letter hoort bij de 1?
A
c
B
d
C
e
D
f

Slide 6 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de 3?
A
c
B
d
C
e
D
f

Slide 7 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de 5?
A
d
B
e
C
f
D
g

Slide 8 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de 7?
A
c
B
a
C
b
D
d

Slide 9 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de 6?
A
c
B
a
C
b
D
d

Slide 10 - Quizvraag

Welke 2 letters horen er op de witte toetsen naast de c? Noteer: .. en ..

Slide 11 - Open vraag

Welke 2 letters horen er op de witte toetsen naast de a? Noteer: .. en ..

Slide 12 - Open vraag

Welke 2 letters horen er op de witte toetsen naast de f? Noteer: .. en ..

Slide 13 - Open vraag

De fis, F sharp, zit tussen de
A
c en de d
B
e en de f
C
f en de g
D
g en de a

Slide 14 - Quizvraag

De des, D flat, zit tussen de
A
c en de d
B
e en de f
C
f en de g
D
g en de a

Slide 15 - Quizvraag

De as, A flat, zit tussen de
A
c en de d
B
e en de f
C
f en de g
D
g en de a

Slide 16 - Quizvraag

De dis, D sharp, zit tussen de
A
c en de d
B
e en de f
C
d en de e
D
g en de a

Slide 17 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de geel gemarkeerde toets?
A
c
B
d
C
a
D
g

Slide 18 - Quizvraag

De bes, B flat, zit tussen de
A
e en de f
B
a en de b
C
d en de e
D
b en de c

Slide 19 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de geel gemarkeerde toets?
A
c
B
d
C
a
D
g

Slide 20 - Quizvraag

Welke letter hoort bij de geel gemarkeerde toets?
A
c
B
d
C
a
D
g

Slide 21 - Quizvraag

Welke toets wordt hier ingedrukt?
A
c
B
d
C
a
D
g

Slide 22 - Quizvraag

Octaaf
Een octaaf is een afstand van bijvoorbeeld een lage c naar een hoge c. De onderstaande noten vallen allemaal binnen dit octaaf. Als je van c tot c telt, tel je 8 toetsen. 

Octo = 8
                                          Denk maar aan een octopus 
               met 8 tentakels

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel octaven zie je hier in beeld? Bijna:
A
1 octaaf
B
2 octaven
C
3 octaven
D
4 octaven

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke van de antwoorden zie je een b geel gemarkeerd?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke van de antwoorden zie je een e geel gemarkeerd?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet de toets die geel gemarkeerd is?
A
fis of gis
B
gis of as
C
ais of gis
D
ges of ais

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de toets die geel gemarkeerd is? ... of ...

Slide 28 - Open vraag

Noten en toetsen
De noten zijn aan de toetsen gekoppeld. Bekijk de afbeelding. 
De noten staan onder de bijbehorende toetsen.

Slide 29 - Tekstslide

Welke noot is de g?
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Welke noot is de c?
A
B
C
D

Slide 31 - Quizvraag

Welke noot hoort bij deze toets?
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag

Welke noot hoort bij deze toets?
A
B
C
D

Slide 33 - Quizvraag

Welke noot hoort bij deze toets?
A
B
C
D

Slide 34 - Quizvraag

Hoe goed weet je hoe de toetsen heten?
A
Niet goed
B
Best goed
C
Super goed!

Slide 35 - Quizvraag

Hoe goed kun je de noten aan de toetsen koppelen?
A
Niet goed
B
Best goed
C
Super goed!

Slide 36 - Quizvraag

Klaar! 

Slide 37 - Tekstslide