1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën deel 3 en 4 blz. 14 en 15

HC - Het Britse Rijk 1620-1900


2.11.1 De opkomst van Engelse Koloniën
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HC - Het Britse Rijk 1620-1900


2.11.1 De opkomst van Engelse Koloniën

Slide 1 - Tekstslide

HC -Het Britse Rijk 1620-1900
18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de 'sociale kwestie'.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten bij deze historische context

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat dit thema over?
HC - Het Britse rijk 1620-1900
1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën

Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.2 De Britten in India

Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse rijk (1765-1885)?
1.3 Een industrieel en machtig Brits rijk

Welke rol speelden koloniën in de sociaaleconomische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
Committees of Correspondence (de comités van 13 kolonien)

  • Kolonisten dragen steeds meer geld aan de Britse schatkist....
  • ...dan ook vertegenwoordigd in het parlement in Londen.


  • Naast plichten wilden ze ook rechten. Deze eis wordt niet ingewilligd.



KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
"No taxation without representation"
Join, or Die – Beroemde politieke cartoon van Benjamin Franklin uit 1754 waarmee hij het gebrek aan eenheid van de Britse koloniën illustreerde, Franklin pleitte voor meer onderlinge samenwerking.

Slide 5 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
De gebeurtenissen volgen elkaar dan in hoog tempo op.

  • Zegelwet ingetrokken, maar er komen al snel nieuwe belastingen.

  • In 1773 krijgt de Britse Oost-Indische Compagnie het monopolie op de invoer van thee. 
  • Vele theehandelaren in de kolonie failliet. 
  • Onrust neemt steeds meer toe.

  • Boston Tea Party - kolonisten gooien ladingen thee overboord uit protest.
KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Pek en veren (1774)
Op deze prent is te zien hoe vijf mannen uit Boston een douanebeambte te grazen nemen door hem in te smeen met pek en veren en hem dwingen thee te drinken. De douanebeambte was verantwoordelijk voor het innen van accijnzen en invoerheffingen. Op de achtergrond is de Boston Tea Party gaande.

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
Engelse autoriteiten reageren op de onrust.

  • Verkiezingen in kolonie verboden.
  • Stadsbestuur mag niet meer vergaderen
  • Haven Boston gesloten
  • Kolonie Massachusetts komt onder koninklijk toezicht.

  • Committees of Correspondence (de comités) organiseren bijeenkomst in Philadelphia.

  • Vragen koning om rede, het terugdraaien van de maatregelen. (Verlichtingsdenker: Locke?)
KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
  • Koning van Engeland reageert afwijzend.


  • Als reactie richt Comité een leger op 
  • olv generaal George Washington.


  • Met de slag van Lexington beginnen in 1775 de gevechten tussen de kolonisten en de Engelsen.


KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 8 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
  • Met de verschijning van het pamflet Common Sense (gezond verstand) van Thomas Paine, veroorzaakte een grote doorbraak in de strijd tegen de Engelsen.

  • Voor het eerst sprak men over 'Amerikanen', onafhankelijkheid en een eigen grondwet.

  • Er wordt gewerkt aan een onafhankelijkheidsverklaring. 



KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 9 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
  • Op 4 juli 1776 riep Amerikaanse congres de onafhankelijkheid uit.

  • Met een verwijzing naar het sociaal contract en het natuurrecht werd deze stap gerechtvaardigd.

  • Amerikaanse volk had het recht de banden met de Engelse koning te verbreken omdat er sprake was van een slecht bestuur.

  • Engelse accepteren onafhankelijkheid niet.
  • Amerikanen krijgen hulp van de Fransen.
  • Met de vrede van Parijs in 1783 kwam er een einde aan de oorlog.

KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 10 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
  • In 1787 eerste grondwet (Constitution) in werking. 
  • VS federatie bestaande uit dertien deelstaten. 


  • Trias politica:
  • wetgevende macht - congres
  • uitvoerende macht - president
  • rechtelijke macht - hooggerechtshof

  • George Washington gekozen tot eerste president.



KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 11 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
Tijd van pruiken en revoluties, 1700 - 1800
De Amerikaanse revolutie
  • Met de geboorte van de VS leek een ideale verlichte staat te ontstaan, met de kernwaarden vrijheid en gelijkheid.

  • Slavernij bleef bestaan tot 1865, pas na de burgeroorlog afgeschaft.

  • Grondgebied VS breidt zich steeds verder uit naar het westen
  • ten koste van oorspronkelijke bewoners.

  • Ook vrouwen minder rechten, het emancipatieproces moest nog beginnen.

  • Gelijkheid bestond dus alleen op papier.

KA30 - Democratische revoluties in westerse landen; discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 12 - Tekstslide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
  • 1.24 Geef twee redenen waarom de koloniën de nieuwe Engelse wetten niet accepteerden.
  • 1. Het was financieel gezien een zware aanslag; 2. De koloniën waren inmiddels anders gaan denken over hoe een samenleving eruit moest zien

  • 1.29 Waarom was ‘No taxation without representation’ zo’n veelgehoorde leus?
  • Door de nieuwe denkbeelden van gelijkheid en vrijheid wilden de kolonisten pas de nieuwe belastingen betalen als ze ook een stem in het Engelse parlement kregen.

  • 1.30 Waarop werd de grondwet van het nieuwe land, de Verenigde Staten van Amerika, gebaseerd?
  • Montesquieus leer van de trias politica. (verlichtingsidealen)
Vragen

Slide 13 - Tekstslide

HC - Het Britse Rijk 1620-1900


2.11.1 De opkomst van Engelse Koloniën

Slide 14 - Tekstslide

HC -Het Britse Rijk 1620-1900
18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de 'sociale kwestie'.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten bij deze historische context

Slide 15 - Tekstslide

Waar gaat dit thema over?
HC - Het Britse rijk 1620-1900
1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën

Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.2 De Britten in India

Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse rijk (1765-1885)?
1.3 Een industrieel en machtig Brits rijk

Welke rol speelden koloniën in de sociaaleconomische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?

Slide 16 - Tekstslide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
In de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog had Engeland wel de Caraïbische koloniën weten te behouden. Belang van deze koloniën groot voor Britse schatkist.

  • Hier kwam verandering in:
  • Abolitionisme (to abolish= afschaffen)
  • Stroming die oproept tot verbod op slavernij.

  • Centrale vraag: is een 'slaaf' wel een mens?

  • Abolitionisten vonden van wel--> 
  • Schending van het natuurrecht (zie verlichting)
  • Niet gelijk en niet vrij
  • Christenen ook tegen slavernij--> God de mens gelijk geschapen
De neergang van de Caraïbische koloniën
De afbeelding werd in 1787 gemaakt door Josiah Wedgwood, een Britse pottenbakker die een van de drijvende krachten was achter de industrialisatie van de vervaardiging van aardewerk. Deze oprichter van het Wedgwood-concern maakte niet alleen naam met de naar hem vernoemde serviezen, maar ook met zijn strijd tegen de slavernij.

Slide 17 - Tekstslide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
De anti slavernij lobby is succesvol. Vanaf 1807 mochten er geen mensen meer worden verhandeld.

  • Slavenhandelaren vanaf 1833 vergoeding van overheid
  • Voor slaaf gemaakten op de plantages veranderde er echter weinig
  • Pas in 1834 wordt de slavernij in zijn geheel afgeschaft (In de VS pas in 1865, Nederland pas in 1863*).

  • Afschaffing slavernij doodsteek voor plantages:
  • - moeite met vinden betaalbare werknemers
  • - concurrentie(goedkoper) in andere delen van de wereld.
  • Belang Caraïbische kolonies neemt daardoor sterk af.
  • Engeland meer gericht op koloniën in andere delen van de wereld--> India!
De neergang van de Caraïbische koloniën

Slide 18 - Tekstslide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.84. Stel: je schrijft een werkstuk over de behandeling van slaven in het zuiden van de Verenigde Staten in de achttiende eeuw. Je vraagt je af of deze dagboekfragmenten bruikbaar zijn voor je onderzoek. 

Beargumenteer:
- in hoeverre deze bron wel representatief is voor je onderzoek;
- in hoeverre deze bron niet representatief is voor je onderzoek.
 
  • 1. De schrijver van de bron leefde in de tijd waarover je werkstuk gaat in het zuiden van de VS en had zelf slaven. Je krijgt dus informatie uit de eerste hand. 
  • 2. De schrijver van de bron is slechts één voorbeeld en deze kun je dus niet als algemene regel nemen, meer bronnen nodig dus. 
Toepassings - en inzichtvraag
Blz. 33

Slide 19 - Tekstslide

timer
15:00
Veel succes!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken opdracht 1.32 t/m 1.38 op blz. 15
Waarom?
Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?
Lees de teksten, gebruik je aantekeningen en maak de vragen
Hulp?
Rood= stilte, geen vragen
Oranje= stilte, je mag vragen stellen aan mij
Groen= zachtjes overleggen met je medeleerling NAAST je
Klaar?
Lees anders blz. 16 en 17 alvast door

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video