Thema 2 Verbranding en Ademhaling

Thema 1 Verbranding en Ademhaling 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1 Verbranding en Ademhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je kan uitleggen wat verbranding is
  • Je kan uitleggen wat verbrandingsproducten zijn
  • Je kan uitleggen wat een indicator is

Slide 2 - Tekstslide

Noem een aantal brandstoffen

Slide 3 - Tekstslide

Brandstoffen
Benzine/diesel
Kaarsvet
Hout
Glucose

Slide 4 - Tekstslide

Voor verbranding heb je ZUURSTOF nodig 

Slide 5 - Tekstslide

Wat komt er vrij bij verbranding?

Slide 6 - Tekstslide

Energie!
In de vorm van warmte en beweging.

De stoffen die vrij komen bij verbranding noemen we verbrandingsproducten.
Noem een voorbeeld van een verbrandingsproduct. 

Slide 7 - Tekstslide

Verbandingsproducten 
  • Water 
  • Koolstofdioxide 

Slide 8 - Tekstslide

Verbranding (1)
Een auto rijdt op benzine, gas of diesel. 
Dat zijn de brandstoffen die de motor verbrandt.
Er ontstaat bij de verbranding energie waardoor de auto in beweging komt. 

De motor van de auto wordt warm, de energie zorgt dus ook voor warmte. 
Uit de uitlaat van de auto komen uitlaatgassen, de verbrandingsproducten.

Slide 9 - Tekstslide

Demonstratie
Wat is hier de brandstof?
Welke stof is nog meer nodig voor verbranding?
Welke verbrandingsproducten ontstaan er?
In welke vormen komt er energie vrij?

Slide 10 - Tekstslide

Verbranding (2)
Een kaars is gemaakt van kaarsvet, dat is een brandstof. Als de kaars brandt, verdwijnt het kaarsvet. Bij de verbranding komt energie vrij in de vorm van licht en warmte.

Voor de verbranding is zuurstof nodig en komt water en koolstofdioxide (kooldioxide of koolzuurgas) vrij. 
Beide zijn gassen zitten in de lucht, je kunt ze niet zien of ruiken.

Slide 11 - Tekstslide

Verbranding (3)
Zonder verbranding gaat een cel dood. 
Bij de verbranding in een cel is zuurstof en brandstof nodig. 
De brandstof die vooral gebruikt wordt is glucose. 
Glucose krijg je binnen door voedsel te eten. 
Het bloed vervoert de zuurstof en de glucose naar al je cellen. 
Bij het verbrandingsproces ontstaan verbrandingsproducten: koolstofdioxide en water en komt ook energie vrij. 
Door die energie kunnen alle organen in je lichaam werken en blijft je lichaam op de juiste temperatuur.
Reactieschema van het verbrandingsproces:
 
Glucose      +    zuurstof    -->    water    +    koolstofdioxide   +   energie
(brandstof)                                  (verbrandingsproducten)           (bewegen - handhaven lichaamstemperatuur)
                                                                                                                 
Ook de processen in je cellen vragen energie
In elke cel van je lichaam, op elk moment!

Slide 12 - Tekstslide

Indicator
Je kunt koolstofioxide niet ruiken en niet zien. Als je dit gas wilt aantonen kun je gebruik maken van een indicator.
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. Kalkwater is water met opgelost kalk. Je gaat verschillende praktijkopdrachten doen die te maken hebben met verbranding.

Slide 13 - Tekstslide

Proefje: Indicator
Met kalkwater kan je koolstofdioxide aantonen.
Kalkwater is de indicator om koolstofdioxide aan te tonen.

- Blaas rustig door het rietje, wat gebeurd er?
- Wat heb je met dit proefje bewezen?

Slide 14 - Tekstslide

Verbranding in een lichaamscel: 
In welke afbeelding zie je verbrandingsproducten?
Verbrandingsproduct
Verbrandingsproduct

Slide 15 - Sleepvraag

Verbrandingsreactie van verbranding in elke cel van het lichaam:


.......1........ + zuurstof ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(verbrandingsproducten)

A
1: water 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: glucose 4: energie
D
1: glucose 2: water

Slide 16 - Quizvraag

Zo kun je een koolstofdioxide aantonen
Verbrandingsproduct
Indicator
Troebel

Slide 17 - Sleepvraag

Huiswerk
  • Lezen bs 1 
  • Maken woordenlijst bs 1 
  • Maken opdrachten van bs 1 digitaal
  • Lezen bs 2 

Slide 18 - Tekstslide

Bs 2 Ingeademde &
uitgeademde lucht

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel 
  • Je moet de verschillen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht kunnen noemen.

Slide 20 - Tekstslide

Lucht kan je niet zien, wel voelen

Slide 21 - Tekstslide

LUCHT BESTAAT UIT

  • stikstof
  • zuurstof    (O2)
  • edelgassen
  • koolstofdioxide    (CO2)
  • waterdamp

Slide 22 - Tekstslide

DROGE LUCHT

Slide 23 - Tekstslide

Verschil 
Ingeademde lucht
Uitgeademde lucht
bevat veel zuurstof
bevat weinig zuurstof
bevat weinig koolstofdioxide
bevat veel koolstofdioxide
Bevat weinig waterdamp
bevat veel waterdamp

Slide 24 - Tekstslide

VERSCHILLEN

Slide 25 - Tekstslide

Zou het plaatje ingeademde of uitgeademde lucht zijn?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 26 - Quizvraag

Meer waterdamp in ingeademde lucht of in uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 27 - Quizvraag

Is de temperatuur hoger bij ingeademde of uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
  • Lezen bs 2
  • Maken woordenlijst bs 2
  • Maken opdrachten van bs 2 digitaal
  • Lezen bs 3 

Slide 29 - Tekstslide

bs 3 Verbranding en ademhaling  

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel 
  • Je moet de verbranding in je lichaam kunnen beschrijven.

Slide 31 - Tekstslide

Verbranding in je lichaam 
  • In alle cellen in je lichaam vindt verbranding plaats 
  • Glucose is daarbij de meeste gebruikte brandstof
  • Bij deze verbranding komt energie vrij
  • De energie die vrijkomt bij verbranding wordt gebruikt voor o.a
  1. bewegen van spieren 
  2. handhaven van lichaamstemperatuur ( 37 granden ) 

Slide 32 - Tekstslide

Formule Verbranding in je lichaam


Glucose + zuurstof > water + koolstofdioxide + energie

Slide 33 - Tekstslide

Inademen en uitademen 
  • Als je inademt, neem je zuurstof op uit de lucht 
  • Bij het uitademen geef je koolstofdioxide af aan de lucht 


Daarnaast raak je energie kwijt( warmte) en water(waterdamp) kwijt.

Slide 34 - Tekstslide

    Huiswerk


Lezen bs 1, 2, en 3 en maken opdrachten van bs 1,2 en 3 in je werkboek 

Slide 35 - Tekstslide

Bs 3 Verbranding in je lichaam 

Slide 36 - Tekstslide

Reactie verbranding 
Glucose+zuurstof---->koolstofdioxide +water + energie 
                        verbrandingsproducten 
Brandstof

Slide 37 - Tekstslide