Woordsoorten

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

p. 137

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan een zelfstandig naamwoord zijn? 

(zie vorige slide en deel op in categorieën)

Slide 5 - Tekstslide

Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, een dier, een plant of een ding.

Slide 6 - Tekstslide

Het is een schattig

Slide 7 - Tekstslide

Functie bijvoeglijk naamwoord?
m.a.w. wat is het nut ?

Slide 8 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft een kenmerk / eigenschap van het zelfstandig naamwoord (zn) waar het bij hoort.

Slide 9 - Tekstslide

p. 138

Slide 10 - Tekstslide

P. 140

Slide 11 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft een kenmerk / eigenschap van het zelfstandig naamwoord (zn) waar het bij hoort
Kenmerken bn:
1. 
2.
3.

Slide 12 - Tekstslide

p.140 punt 4

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

p. 141

Slide 15 - Tekstslide

Een lidwoord (lw) is: 
  • een klein woord
  • hoort bij een zelfstandig naamwoord
  • toont of de zender (= wie de boodschap uitzendt) een willekeurige of welbepaalde persoon of zaak bedoelt.
  • twee bepaalde lidwoorden (de en het) en een onbepaald lidwoord (een).
  • Geen is een ontkennend lidwoord. Ontkennend = een zin waar je het woord niet / geen in terugvindt. 

Bv. een lied (= onbepaald) – het lied (= bepaald)
Een stoel (= onbepaald) – de stoel (= bepaald)
geen auto (= ontkennend)

Let op: in het Latijn worden geen lidwoorden gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie-oefening

Slide 17 - Tekstslide

Mama en papa zijn naar een bouwbeurs geweest. Met de koude winter voor de deur en de torenhoge energieprijzen willen ze zien wat ze kunnen doen om hun huis zo energiezuinig mogelijk in te richten. Ze hebben wat nieuwe zaken bijgeleerd over isoleren en over: warme daken.

Jij wil hierover een spreekbeurt houden maar je bent wat onzeker wat nu de juiste combinatie is:


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide