WKPV1 5.1 t/m 5.4

WKPV1 Opsporingsbevoegdheden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WKPV1MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WKPV1 Opsporingsbevoegdheden

Slide 1 - Tekstslide

Check-in: In welke modus sta jij?

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
Programma deel 1:
  • Terugblik hoofdstuk 4 (toezichtbevoegdheden)
  • Leerdoelen hoofdstuk 5
  • Hoofdstuk 5.1 t/m 5.3 
  • Opdrachten

Programma deel 2.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik hoofdstuk 4 

Slide 4 - Tekstslide

  • Wat is een toezichthouder? (2 vereisten)
  • Wat weet je over de legitimatieplicht toezichthouder?
  • Wat is het evenredigheidsbeginsel?
  • Welke plaatsen mag de toezichthouder betreden?

Casus: Een toezichthouder van het ILT  wil een vrachtauto onderzoeken. Waartoe is hij bevoegd?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen Opsporingsbevoegdheden

Aan de hand van een situatie weet jij welke bevoegdheid de BOA mag toepassen:
  • Staande houden
  • Aanhouden
  • Onderzoek aan kleding

Slide 6 - Tekstslide

Staande houden:
Bekijk het filmpje:

Wat valt je op aan de staande houding?
Zal de verklaring van de verdachte volgens jullie stand houden? waarom wel/niet?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Staande houden
Artikel 52 WvSv en 27a WvSv
  • Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van de verdachte vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en hem daartoe staande te houden

Doel staande houden: Identiteit verdachte vaststellen.

Slide 9 - Tekstslide

Staande houden:
  • Mag op heterdaad of buiten heterdaad.
  •  De betreffende opsporingsambtenaar moet wel belast zijn met opsporing van het strafbare feit.
  • De opsporingsambtenaar moet de verdachte meedelen voor welk strafbaar feit hij als verdachte is aangemerkt
  • Staande houding bestaat uit vragen aan en opgeven van de ID gegevens verdachte. 

Slide 10 - Tekstslide

Staande houden:
  • Je mag de volgende gegevens vragen (Artikel 27a WvSv):
  • Naam
  • Voornamen
  • Geboorteplaats
  • Geboortedatum
  • Adres waarop hij staat ingeschreven
  • adres feitelijke verblijfplaats

Slide 11 - Tekstslide

Staande houden: Niet meewerken
Niet blijven staan: Bevoegd(artikel 7 lid 1 politiewet 2012) opsporingsambtenaar mag verdachte met gepast geweld ter plaatse houden. 
Beetpakken is geen geweld.
De verdachte is niet verplicht zijn id gegevens op te geven.
Als ID gegevens worden opgegeven moeten deze kloppen. Het opgeven van onjuiste ID-gegevens is strafbaar.

Slide 12 - Tekstslide

5.2 Toonplicht Identiteitsbewijs
Art. 2 Wid:
  • Vanaf 14 jaar.
  • Bij wet aangewezen ambtenaar / toezichthouder.
  • vordering moet worden gedaan uit redelijke noodzakelijkheid voor het uitoefenen van de taak.
  • ID-bewijzen: Paspoort, Nederlandse(vervangende) ID-kaart en rijbewijs.

Slide 13 - Tekstslide

5.3 Aanhouden
Aanhouden is: Iemand zijn vrijheid ontnemen met als doel hem voor te geleiden(aan de HOVJ).
HOVJ neemt de beslissing of de verdachte verder moet worden opgehouden, in verzekering moet worden gesteld, voorgeleid moet worden voor de OVJ of in vrijheid moet worden gesteld.
Aanhouden kan op heterdaad of buiten heterdaad

Slide 14 - Tekstslide

Aanhouden op heterdaad
Artikel 53 WvSv:
  • Iedereen is bevoegd.
  • Opsporingsambtenaar brengt de verdachte ten spoedigste over naar plaats verhoor ter voorgeleiding aan de (H)OVJ
  • Andere dan opsporingsambtenaar: onverwijld overdragen aan opsporingsambtenaar onder afgifte van bij verdachte aangetroffen voorwerpen. 

Slide 15 - Tekstslide

Aanhouden buiten heterdaad:
Artikel 54 WvSv
  • Mogelijk voor misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. (misdrijven waar 4 jaar, of meer, gevangenisstraf op staat)
  • Op bevel van de OVJ
  • Indien niet kan worden gewacht: Op bevel van de HOVJ
  • Indien niet kan worden gewacht: Opsporingsambtenaar bevoegd.
  • In alle gevallen moet de aangehouden verdachte ten spoedigste worden voorgeleid aan de (H)OVJ

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoofdstuk 5.1 t/m 5.3
Maak de vragen:
  • Samen met degene naast je.
  • Met gebruik van het boek hoofdstuk 5.
  • Als je klaar bent mag je wat voor jezelf doen.
  • Over een 20 minuten bespreken we het na. 

Slide 18 - Tekstslide