Zorg en begeleiding van ouderen in de VVT

Zorg en begeleiding van ouderen 
LE 5 : Module 2: 5 & 6
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zorg en begeleiding van ouderen 
LE 5 : Module 2: 5 & 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kun je de kenmerken van ouderen (en chronisch zieke zorgvragers)  en hun zorg- en begeleidingsbehoeften begrijpen. 
  • Uitleggen hoe de zorg en begeleiding van ouderen (en chronisch zieke zorgvragers) in de VVT (Verpleging, Verzorging en Thuiszorg) werkt.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de zorg en begeleiding van ouderen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de zorg en begeleiding van Chronische zieken

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van ouderen
Ouderen hebben vaak fysieke beperkingen, verminderd geheugen en kunnen eenzaamheid ervaren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen hebben verminderd geheugen.
Verminderd geheugen is een natuurlijk proces bij ouder worden.
Niet alle ouderen ervaren verminderd geheugen.
Verminderd geheugen kan worden verbeterd of behandeld.
Ouderen moeten leren omgaan met hun verminderd geheugen.

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen hebben vaak fysieke beperkingen.
Ouderen zijn fysiek beperkt en hulpbehoevend.
Niet alle ouderen hebben fysieke beperkingen.
Fysieke beperkingen zijn een normaal onderdeel van veroudering.
Ouderen kunnen fysieke beperkingen voorkomen of verminderen.

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem ervaren ouderen vaak?
A
Hoge zelfredzaamheid
B
Sociale overbelasting
C
Verhoogde energie
D
Eenzaamheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn enkele kenmerken van ouderen?
A
Fysieke beperkingen
B
Verminderd geheugen
C
Hoge energielevels
D
Eenzaamheid

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorg- en begeleidingsbehoeften van ouderen
(en chronisch zieke zorgvragers)
Ouderen hebben behoefte aan medische zorg, persoonlijke verzorging, sociaal contact en emotionele ondersteuning.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen vroeggehandicapten en laatgehandicapten?
A
Laatgehandicapten passen zich gemakkelijker aan
B
Er is geen verschil in aanpassingsvermogen
C
Vroeggehandicapten hebben meer beperkingen
D
Vroeggehandicapten passen zich gemakkelijker aan aan de chronische ziekte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ziekte is sprake van een cyclisch ziekteverloop?
A
Ziekte van Alzheimer
B
ALS
C
Reumatoïde artritis
D
Ziekte van Crohn

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor een permanent ziekteverloop?
A
De ziekteverschijnselen en beperkingen blijven hetzelfde
B
Perioden van toenemende en afnemende ziekteverschijnselen
C
Geen zichtbare symptomen
D
De ziekteverschijnselen worden erger

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende ziekten heeft een progressief ziekteverloop?
A
Afasie
B
Multiple sclerose (MS)
C
Halfzijdige verlammingen
D
Astma

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van de chronische fase?
A
Een fase waarin herstel mogelijk is
B
Een evenwicht bereikt, langdurige medicatie of therapie
C
Een fase waarin de ziekteverschijnselen toenemen
D
Een fase waarin de ziekteverschijnselen en beperkingen hetzelfde blijven

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke andere zorgprofessionals werken in de VVT?
A
Verpleegkundigen en verzorgenden.
B
Huisartsen en tandartsen.
C
Fysiotherapeuten en psychologen.
D
Fysiotherapeuten en tandartsen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke activiteiten helpen verzorgenden ouderen mee?
A
Verzorgenden bieden medische zorg aan ouderen.
B
Verzorgenden werken alleen met psychologen.
C
Verzorgenden helpen ouderen met wassen, aankleden en eten.
D
Verzorgenden toedienen medicatie aan ouderen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van verpleegkundigen in de VVT?
A
Verpleegkundigen werken alleen met fysiotherapeuten.
B
Verpleegkundigen helpen ouderen met dagelijkse activiteiten.
C
Verpleegkundigen verzorgen wonden bij ouderen.
D
Verpleegkundigen bieden medische zorg aan ouderen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgplannen in de VVT
In de VVT worden zorgplannen opgesteld om de zorg en begeleiding van ouderen af te stemmen op hun individuele behoeften.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuiszorg in de VVT
Thuiszorg in de VVT richt zich op het bieden van zorg en begeleiding aan ouderen in hun eigen huis.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding in de VVT
Dagbesteding in de VVT biedt ouderen de mogelijkheid om deel te nemen aan activiteiten en sociaal contact te hebben.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorg in de VVT
Mantelzorgers spelen een belangrijke rol in de zorg en begeleiding van ouderen in de VVT.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking in de VVT
Om optimale zorg en begeleiding te bieden, is samenwerking tussen verschillende zorgprofessionals en organisaties in de VVT essentieel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van zorg in de VVT
In de VVT wordt er gewerkt volgens kwaliteitsnormen om de zorg en begeleiding van ouderen te waarborgen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet- en regelgeving in de VVT
De zorg en begeleiding van ouderen in de VVT wordt gereguleerd door wet- en regelgeving, zoals de Wet langdurige zorg (Wlz).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Wat heb je geleerd over de zorg en begeleiding van ouderen in de VVT?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Heb je nog vragen over dit onderwerp?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding
Verwijs naar de gebruikte bronnen voor de les, zoals boeken, websites en artikelen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.