H9 + H10

Hoe verloopt een kort geding?
Zet in de juiste volgorde
dagvaarding
mondelinge behandeling
vonnis
1 / 11
volgende
Slide 1: Sleepvraag
HandelMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe verloopt een kort geding?
Zet in de juiste volgorde
dagvaarding
mondelinge behandeling
vonnis

Slide 1 - Sleepvraag

wat is kenmerkend voor een kort geding?
A
de zaak mag niet ingewikkeld zijn
B
er moet een spoedeisend belang zijn
C
er moet een spoedeisend belang zijn en de zaak mag niet ingewikkeld zijn

Slide 2 - Quizvraag

wat vordert eiser in kort geding?
A
dat de rechter een comparitie gelast en dan vonnis wijst
B
dat de rechter getuigen hoort en dan vonnis wijst
C
dat de rechter een voorlopige voorziening treft
D
dat de rechter een descente gelast en dan vonnis wijst

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een bodemprocedure?
A
een gewone dagvaardingsprocedure
B
een dagvaardingsprocedure met een descente
C
een verzoekschriftprocedure waarbij een voorlopige voorziening wordt gevraagd
D
een gewone verzoekschriftprocedure

Slide 4 - Quizvraag

zet in de juiste volgorde
verzoekschrift
verweerschrift tevens zelfstandig verzoek
beschikking
veweerschrift op zelfstandig verzoek
mondelinge behandeling

Slide 5 - Sleepvraag


A

Slide 6 - Quizvraag

welke bewijsmiddelen kent de wet?
noem ze alle 6!

Slide 7 - Open vraag

wettelijke bewijsmiddelen
akte
vonnis
geschrift
getuige
deskundige
gerechtelijke plaatsopneming

Slide 8 - Tekstslide

wat houdt dwingend bewijs in?

Slide 9 - Open vraag

dwingend bewijs art. 151 Rv
rechter is verplicht om het bewijs voor waar aan te nemen
maar tegenbewijs is mogelijk

Slide 10 - Tekstslide

een voorbeeld van dwingend bewijs is
A
een akte
B
een authentieke akte
C
een getuigenverklaring
D
een descente

Slide 11 - Quizvraag