3.3 Hoe is het werk geregeld?

3.3 Hoe is het werk geregeld?
H1 Economie is meer dan geld
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 Hoe is het werk geregeld?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
  • Je kunt het verschil tussen een vaste baan en tijdelijke baan uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en voltijdbaan.
  • Je kunt gegevens uit een cirkeldiagram aflezen en een cirkeldiagram tekenen.
  • Je kunt de drie productiesectoren noemen en er voorbeelden bij geven.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is en het nut ervan noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 3.2 
  • Arbeidsverdeling
  • Deeltijdbaan
  • Productiesectoren
  • Tijdelijke baan
  • Vaste baan
  • Voltijdbaan 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3
  • Je kunt uitleggen hoe in de wet het minimumloon is geregeld.
  • Je kunt twee wetten noemen die werknemers beschermen.
  • Je kunt uitleggen hoe technologische ontwikkelingen het werk beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen waarom scholing nodig is. 

Slide 5 - Tekstslide

Minimumloon
  • Als je werkt heb je recht op het wettelijk minimumloon
  • Dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens per uur moet verdienen
  • Ben je jonger dan geldt het minimumjeugdloon.
  • Dat is een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wetten en regels
  • Om werknemers te beschermen zijn er 2 wetten opgesteld.
  • In de Arbeidstijdenwet staan regels voor werk- en rusttijden. Voor jongeren gelden speciale regels.
  • In de Arbowet (arbo= arbeidsomstandigheden) staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Technologische ontwikkelingen
Veel producten hebben we te danken aan nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.
Je noemt dit technologische ontwikkelingen.
Werk verandert door technologische ontwikkelingen.
Robots verzamelen goederen en computers doen ook veel.
Door technologische ontwikkelingen kan er werkloosheid ontstaan, maar er kunnen juist ook banen door ontstaan.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Werk en opleiding
  • Veel scholieren hebben een bijbaantje. Meestal doen ze ongeschoold werk. Dit is werk waarvoor je geen beroepsopleiding nodig hebt. Zoals een krantenwijk
  • Voor veel banen heb je scholing nodig. Dan doe je een beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan.
  • Voorbeelden van geschoold werk zijn: leraar, automonteur of kapper.
  • Ook als je een baan hebt, vol je vaak cursussen. Door bijscholing blijf je op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in jouw beroep.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 3.3
  • Arbeidstijdenwet
  • Arbowet
  • Minimumloon
  • Scholing
  • Technologische ontwikkelingen

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen hoe in de wet het minimumloon is geregeld.
  • Je kunt twee wetten noemen die werknemers beschermen.
  • Je kunt uitleggen hoe technologische ontwikkelingen het werk beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen waarom scholing nodig is. 

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk!

Maken opdrachten 3.3: 1, 2(k), 3, 6, 8, 9, 10(k), 12, 13(k), 15 en 16(k)
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide