Reken blokken les 2.1 en 2.2 REG

H2: Grootheden en eenheden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2: Grootheden en eenheden

Slide 1 - Tekstslide

Les 2.1 en 2.2

Slide 2 - Tekstslide

Les 2.2 en 2.2
Leerdoelen
  • Je leert de bekende maten voor temperatuur.
  • Je rekent het verschil tussen twee temperatuur.
  • Je rekent om tussen de verschillende eenheden van de lengte.

Slide 3 - Tekstslide

Les 2.1
Een grootheid is iets wat je kunt meten. De waarde van een grootheid wordt weergegeven met een getal en een eenheid.
Een eenheid is waar je grootheden in meet.


Slide 4 - Tekstslide

Reken blokken les 2.1

Slide 5 - Tekstslide

 les 2.1 Temperatuur

Temperatuur geeft aan hoe warm of koud iets is.

Slide 6 - Tekstslide

Temperatuur wordt aangegeven met eenheid
A
meter
B
gram
C
euro
D
celsius

Slide 7 - Quizvraag

 les 2.1 Temperatuur

Wat zijn de bekende temperatuur?

Slide 8 - Tekstslide

welke temperatuur is de kookpunt?
A
45 graden
B
100 graden
C
36 graden
D
0 graden

Slide 9 - Quizvraag

Het vriespunt is
A
100 graden
B
4 graden
C
0 graden
D
38 graden

Slide 10 - Quizvraag

Lichaamstemperatuur is ongeveer
A
36,8 graden of hoger
B
38 of hoger
C
20 graden
D
35 graden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 2 graden en 5 graden?
A
7
B
3
C
5
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen -2 graden en -5 graden?
A
-7
B
7
C
3
D
-3

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen -7 graden en 2 graden?
A
-5
B
5
C
-9
D
9

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 37,8 graden en 38,4 graden?
A
0,6
B
1,6
C
0,2
D
0,4

Slide 15 - Quizvraag

les 2.2 lengte
Lengte geeft aan hoe lang iets is

Slide 16 - Tekstslide

Lengte wordt aangegeven met de eenheid
A
m
B
km/uur
C
kg
D
Ton

Slide 17 - Quizvraag

 les 2.2 lengte
De bekende maten

Slide 18 - Tekstslide

Reken blokken les 2.1

Slide 19 - Tekstslide

Een volwassen is ongeveer
A
1,80 m
B
1,80 cm
C
1,80 mm
D
1,80 km

Slide 20 - Quizvraag

Een verdieping van een flat is ongeveer
A
7m hoog
B
3cm hoog
C
3m hoog
D
5km hoog

Slide 21 - Quizvraag

de deur is ongeveer
A
20 cm hoog
B
200 m hoog
C
0,2 km hoog
D
2m hoog

Slide 22 - Quizvraag

Een vingernagel is ongeveer
A
1mm dik
B
1cm dik
C
1m dik
D
1dm dik

Slide 23 - Quizvraag

1 km =
A
1000m
B
100 dm
C
100 cm
D
10000 mm

Slide 24 - Quizvraag

1m =
A
10 cm
B
10 km
C
100 mm
D
100 cm

Slide 25 - Quizvraag

 les 2.2

Slide 26 - Tekstslide

omrekenen
werk in groepje op papier

Slide 27 - Tekstslide