maandag 17 mei

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Goedemorgen!
Hoe was je lange weekend?

lesdoelen maandag 17 mei:

spreken met een positieve, neutrale, negatieve toon

test werkwoordspelling

aanpak schrijfopdracht (mindmap, opdracht zelf)

Taalblokken -> spellingsproblemen uit de schrijfopdracht

Stelling:
IJdelheid is een zonde

1. ja
2. nee

IJdelheid is zonde

1. ja
2. nee

00:00

Mindmap: Wat hoort bij een feedbackgesprek?

00:36

Wat is de relatie tussen Loes en Ari?

1. Loes is de docent van Ari
2. Ari is de man van Loes
3. Ari is de baas van Loes
4. Loes is de baas van Ari

01:32

Denk je dat Ari positieve feedback krijgt?

1. ja
2. nee

02:21

Is de feedback positief of negatief?

1. positief, Loes vertelt goede dingen over Ari
2. negatief, Loes vertelt slechte dingen over Ari

Hoe voelt Ari zich na het gesprek?

1 minuut spreekbeurt

Groepje van 4 (ieder 2x)
pak om de beurt een kaartje
Praat 1 minuut over dit onderwerp

wees: positief / negatief of neutraal

Wat maakt een gesprek positief of negatief?

Ik vond deze oefening

😒🙁😐🙂😃

Ik heb veel geoefend met werkwoordspelling:
verleden tijd: ik drink - ik dronk
en voltooide tijd: ik heb gedronken

0100

Maak de werkwoordoefening

schrijf je naam erop

vul de werkwoorden in

let op de spelling

corrigeer de oefening van je buurvrouw

schrijf je naam achter: verbeteraar

schrijf de verbeteringen onder het blaadje

begin met het regelnummer en schrijf dan het goede antwoord

1. werkte

9: heb gewerkt

Lever dan je blaadje in bij de docent

PAUZE (20 min)

tot....

een verslag schrijven: Een onderzoek naar internetgedrag

Einddatum: gisteren om 23:59

Instructies

Je hebt voor je opleiding een onderzoek uitgevoerd naar het internetgedrag van jongeren. Je hebt verschillende jongeren geïnterviewd. Je schrijft een verslag over dit onderzoek. De informatie mag je zelf verzinnen. 

wie heeft de opdracht gemaakt?

ingeleverd

bijna af

niet begonnen

hoe was deze opdracht?

😒🙁😐🙂😃

schrijftoets verslag

Goede vraag:

Hoe kun je zo'n opdracht doen zonder uitleg of video?

4 tips (die al in de opdracht staan):

mindmap van het onderwerp

maak alinea's

schrijf de titel

schrijf de eerste zin

waarover maak je een mindmap?
Waar gaat het verslag over?

internetgedrag

onderzoek doen

"een verslag schrijven: Een onderzoek naar internetgedrag"
-> Schrijf nu eerst de titel

"Je hebt voor je opleiding een onderzoek uitgevoerd naar het internetgedrag van jongeren. Je hebt verschillende mensen geïnterviewd. Je schrijft een verslag over dit onderzoek."
-> schrijf nu de eerste zin

maak alinea's van de criteria

waarom je dit onderzoek hebt gedaan

wat opvallend was aan de interviews

twee dingen die goed gingen in het onderzoek en twee dingen die minder goed gingen

of je tevreden bent over het onderzoek en de resultaten. Waarom ben je (niet) tevreden?

wat je de volgende keer anders zou doen

waarom je dit onderzoek hebt gedaan

wat opvallend was aan de interviews

Twee dingen die goed gingen en twee dingen die minder goed gingen

Of je tevreden bent over het onderzoek en de resultaten

Waarom ben je (niet) tevreden?

Wat zou je volgende keer anders doen?

alinea 1 (inleiding)

alinea 2

alinea 3

alinea 4

alinea 5

alinea 6

schrijfexamen

gebruik fantasie, maar ook simpel houden.

snel schrijven (20 min)

goed controleren

verbeter nu je verslag

1. Staan alle criteria erin?
2. Begin elke zin met een hoofdletter en eindig met een punt.
3. Maak alinea's. Begin met een inleiding en sluit af met een conclusie of een samenvatting.
4. Waarom schrijf je? Controleer het doel (in inleiding en afsluiting)
5. Voor wie schrijf je? Controleer je toon en woordgebruik.
6. Controleer woordvolgorde (inversie) en werkwoordspelling.

als je het verslag hebt ingeleverd:

1. lees je feedback, vraag de docent om uitleg
2. maak de oefeningen in Taalblokken die de docent genoemd heeft
3. verbeter je verslag

Als je het verslag niet hebt ingeleverd:

schrijf het verslag

controleer het verslag

let op de tijd

lever het verslag in

check leerdoelen ma 17 mei 

spreken met een positieve, neutrale, negatieve toon

test werkwoordspelling

aanpak schrijfopdracht (mindmap, opdracht zelf)

Taalblokken -> spellingsproblemen uit de schrijfopdracht

Ik geef deze les dit cijfer, omdat ..
1= niet goed 2=voldoende 3=goed