MAVO NASK 1 EXAMENTRAINING 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examentraining 1

Wat ga je deze les doen: 

- Filmpje tips examen
- Uitleg thema

- Weetdingen oefenen

Examentraining 1

Doel

Aan het einde van de les ben je iets beter voorbereid op je eindexamen

Welke dingen zijn het belangrijkst voor tijdens je examen nadat je het filmpje nu hebt gezien?

Wat neem je mee naar je examen?

Inhoud examen

Het examen NASK 1 bestaat grofweg uit de volgende thema's:

- Kracht & bewegen
- Elektriciteit & energie
- Stoffen & materialen
- Geluid

Geluid

Wat ga je doen dit deel?

- Extra uitleg over het onderwep
- Weetvragen 
- Oefenen

Welke dingen had je altijd nodig voor geluid?

De ________ van een trilling geeft aan hoe ________ het geluid is. De eenheid van geluidssterkte is __________

De hoeveelheid trillingen geven de _________ aan. De eenheid hiervan is _________. 

_________ is de tijd die nodig is om een hele golf te maken in _________

Trillingstijd

Decibel

Hard/zacht

Hertz

Amplitude

Frequentie

Seconde

De trillingstijd van een toon is 0,002 s. Bereken de frequentie van deze toon.

0,002

0,002

500

De instelling bij de geluidsgolf is 2ms/div. Bereken de frequentie van de golf.

Wat is het verschil tussen de gehoordrempel en de pijngrens?

Wat is het gehoorbereik van een mens ongeveer?

1. 20-20000 Hz
2. 10-2000 Hz
3. 0-140 dB
4. 50-250 dB

Het duurt 1,5 seconde om een puls te sturen naar de zeebodem en terug. Hoe diep is de zee?

Als 1 scooter 64 dB produceert, hoeveel dB produceren dan 16 scooters?

1. 82 dB
2. 73 dB
3. 76 dB
4. 79 dB

Stoffen

Wat ga je doen dit deel?

- Extra uitleg over het onderwep
- Weetvragen 
- Oefenen

Welke stofeigenschappen ken je?

Waarom zou voor de volgende stof gekozen zijn?

Het laat geen stof door

Het glimt

Het is duurzaam

Het is doorzichtig

sleep naar juiste pictogram!

corrosief

lange termijn gezondheidsgevaarlijk

ontvlambaar

oxiderend

giftig

Bereken de dichtheid van het blokje. Van welke stof is het blokje?

p=​V​​m​​

p=(​cm​3​​​​g​​)

Wat doet een stof met een dichtheid van 2,7 g/cm3 in water?

1. Drijven
2. Zinken
3. Zweven

1. Een mengsel van 

twee vloeistoffen 

die niet mengen. 

2. Een mengsel van 

een vaste stof en een vloeistof die niet mengen. 

3. Een mengsel van 

een vaste stof, vloeistof of gas  en een vloeistof 

die goed mengen.

Suspensie

Emulsie 

Oplossing

verdampen

condenseren

stollen

smelten

rijpen

sublimeren

gas

vloeibaar

vast

Geef aan welke fasen er in een stof aanwezig zijn.

(s)+(l)

(g))

(g)+(l)

(l)

(s)