11.3 Het hart

1 / 51
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

T11 Transport
11.3 Het hart
  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  • Korte herhaling vorige les
  • Wat weet je al - opdracht
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen 11.1
  1. Schrijf voor jezelf op welke bestanddelen van het bloed er zijn en wat voor functie elk heeft. (3 minuten in stilte)
  2. Deel en bespreek dit met je buurman of buurvrouw (2 minuten)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt over rode bloedcellen?
A
Geen celkern vervoert zuurstof
B
Geen vaste vorm vervoert zuurstof
C
Wel celkern vervoert CO2
D
Wel vaste vorm vervoert CO2

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... is het hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, ...... is het eiwit wat meehelpt in de bloedstolling.
A
EPO - Hemoglobine
B
Fibrinogeen - Ijzeratomen
C
Rode beenmerg - EPO
D
EPO - Fibrinogeen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand bloedarmoede heeft, dan moet diegene ijzerpillen slikken. Waarom?
A
Omdat ijzer zuurstof vervoert in je bloed
B
Omdat met ijzer de hemoglobine gemaakt wordt
C
Omdat met ijzer de bloedplaatjes gemaakt kunnen worden
D
Omdat ijzer nodig is voor de celdeling in et beenmerg

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen (5 minuten)
Maak samen een schematische tekening van de bloedsomloop en hart bij de mens met daarin de volgende begrippen:

slagader, ader, kleine bloedsomloop, grote bloedsomloop, hart, longen, lichaam, linkerboezem, linkerkamer, rechterboezem, rechterkamer, zuurstofarm, zuurstofrijk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt de delen van een hart  noemen met hun functies en kenmerken.
  2. Je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van het hart (1)
84C1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van het hart (2)
84C1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kransslagaders & Kransaders
  • Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
  • Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
  • Deze krijgt hij van de kransslagaders.
  • De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
  • Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten

Slide 12 - Tekstslide

Hartinfarct: bloedprop in kransslagader waardoor een deel van de hartspier geen bloedtoevoer meer krijgt. Daardoor kan een deel van de hartspier afsterven, en leiden tot hartritmestoornissen, hartfalen. 
Hartinfarct 
  • Vernauwing/verstopping kransslagaders
  • Hartweefsel krijgt geen zuurstof meer en sterft af
  • Oplossing: 
  1. dotteren 
  2. bypass 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

hartinfarct... 
1
2
3

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Red jij een leven in 6 minuten?
https://www.hartstichting.nl/reanimatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Linker kamer
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Rechter boezem

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Linker kamer
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Rechter boezem

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Linker boezem
Rechter boezem

Linker kamer
Rechter kamer
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het hart?
Systole = samentrekken
  • Boezems - bloed naar kamers pompen
  • Kamers - bloed slagaders in pompen

Diastole = ontspanning
  • Bloed stroomt hart in

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van het hart






Systole = samentrekken                       Diastole = ontspannen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

diastole - systole boezems - systole kamers

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslagfrequentie (Binas 84D1)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartkleppen
  • Tussen de boezems en de kamers zitten de hartkleppenvoorkomen dat bloed terugstroomt als de kamers samentrekken.
  • Bij ingang slagaders zitten halvemaanvormige kleppen: voorkomen dat bloed terugstroomt naar kamers
Hartklep
Halvemaanvormige klep

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

84D2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

84D3

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslagfrequentie
sinusknoop wordt beinvloed door:
  • het autonome zenuwstelsel(binas 88L)
  • het hormoonstelsel (binas 89A)
  • lichaamstemperatuur

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het hart
ECG

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt de delen van een hart  noemen met hun functies en kenmerken.
  2. Je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
ยง 11.3 opdrachten 21 t/m 29

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zij bevatten hemoglobine
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Rode bloedcellen

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over bloedplasma?
A
Bestaat vooral uit eiwit
B
vervoert vooral zuurstof
C
vervoert voedingsstoffen
D
bestaat uit delen uiteengevallen cellen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedbestanddelen zorgen voor een korstje op een wond?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes en plasmaeiwitten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe geneest een wondje?
Zet de onderdelen op de juiste volgorde.
Het bloedvat met het wondje vernauwd, zodat er minder bloed uit stroomt
Bloedplaatjes knappen open, er komt een stof vrij die reageert met fibrinogeen
Bloedplaatjes vormen een prop op de wond
Rode bloedcellen blijven hangen in de fibrinedraden
Fibrinogeen vormt fibrinedraden: plakkerige draden
De fibrinedraden en rode bloedcellen drogen op tot een korstje

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wand is het dikst ? De wand van de ...
A
linker boezem
B
linker kamer
C
rechter boezem
D
rechter kamer

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Diastole van kamers en boezems
Systole van de Kamers
Systole van de Boezems

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is ruimte A een kamer
of een boezem?
En bevat deze ruimte
zuurstofarm
of zuurstofrijk bloed?
A
kamer, zuurstofarm
B
kamer, zuurstofrijk
C
boezem, zuurstofarm
D
boezem, zuurstofrijk

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde stroomt het bloed, gezien vanaf het hart?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de aorta een ader of een slagader?
A
Ader
B
Slagader

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
A
halsslagader
B
kransslagader
C
leverslagader
D
longslagader

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van de slagader die uit de linkerkamer komt?
A
Longslagader
B
Hartslagader
C
Linkerkamerslagader
D
Aorta

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hartkleppen bevinden zich
A
tussen boezem en kamer
B
tussen kamer en slagader
C
in aders

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor type bloedvat is dit en in welke richting stroomt het bloed?
A
Een slagader, richting S
B
Een slagader, richting T
C
Een ader, richting S
D
Een ader, richting T

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige diersoorten komen zogenaamde wondernetten voor. Bij zoโ€™n
wondernet vertakt een slagader zich in kleinere slagaders die weer uitkomen
in รฉรฉn grotere slagader (zie afbeelding 5). Een wondernet bestaat uit slagaders.
Drie plaatsen in de bloedvaten van dit wondernet worden met de letters
P, Q en R aangegeven. De samenstelling van het bloed op deze plaatsen wordt
met elkaar vergeleken.
Welke letter geeft de plaats aan waar de hoeveelheid van de voedingsstof glucose
in het bloed het laagst is?
A
Letter P.
B
Letter Q
C
Letter R

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

CO2 wordt geproduceerd bij de verbranding. Deze wordt naar de longen vervoerd door...
A
de rode bloedcellen
B
het bloedplasma
C
de witte bloedcellen en het bloedplasma
D
de rode bloedcellen en het bloedplasma

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms bij het opstaan zie ik even zwart en voel ik me duizelig. Hoe kan dat?
A
de bloeddruk is te hoog, waardoor er tijdelijk te veel bloed door mijn hoofd stroomt
B
de bloeddruk is te laag, waardoor de ogen en het evenwichtsorgaan geen zuurstof krijgen
C
de bloeddruk is te laag, waardoor de hersenen te weinig zuurstof krijgen
D
Door het opstaan stroomt het bloed naar de

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies