Dieren (deel 1)
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Het dierenrijk kunnen we onderverdelen in gewervelde en ongewervelde dieren. Vandaag gaan we ons bezig houden met de ongewervelde dieren.
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Er is hier in beeld nog een koraal te zien, die groeit in de Noordzee. Zoek op hoe deze heet.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
De verschillende groepen, genaamd stammen, kunnen we op verschillende manieren herkennen.
De eerste is de symmetrie, de tweede is het soort skelet en daarnaast kunnen we nog kijken naar overige kenmerken.
Slide 8 - Tekstslide
In het dierenrijk vinden we 3 verschillende vormen van symmetrie.
De tweede is veelzijdig symmetrie. DIt betekend dat we het op meer manieren kunnen doorsnijden om telkens twee gelijke helften te krijgen.
De eerste is tweezijdige symmetrie. Dit betekend dat we het dier op 1 manier kunnen doorsnijden om twee ongeveer gelijke helften te krijgen.
De tweede is veelzijdig symmetrie. DIt betekend dat we het op meer manieren kunnen doorsnijden om telkens twee gelijke helften te krijgen.
De derde is niet symmetrisch. Dit betekend dat we geen twee gelijke helften kunnen vormen.
Slide 9 - Tekstslide
Het skelet geeft het dier zijn stevigheid en bescherming. Dit kunnen we ook in drie onderdelen verdelen. Deze zijn nog wel in verschillende vormen aanwezig.
De eerste is het uitwendig skelet. Hierbij zit het skelet aan de buitenkant van het dier. Denk hierbij aan het huis van een slak en het pantser van een insekt.
Het inwendig skelet zit aan de binnenkant. Denk hierbij aan het geraamte van zoogdieren.
Tenslotte zijn er ook dieren zonder skelet.
Zoek zelf een afbeelding van een dier met een uitwendig skelet en upload deze hier.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Eencelllige "dieren" worden bij de dieren meegerekend die de celkenmerken gemeenschappelijk hebben met dieren. Het is echter een onderdeel van het superrijk Unikonta waar ook de schimmels worden gerekend.
Slide 13 - Tekstslide
Sponzen zijn eenvoudige organismen. De cellen van sponzen zijn gelijk aan elkaar. We spreken dus van een samenwerkingsverband, een kolonie.
Sponzen zijn filteraars die niet standaard in twee gelijke stukken zijn te verdelen.
Slide 14 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de stroomrichting
A
Van binnen naar buiten
B
Van buiten naar binnen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Holtedieren worden tegenwoordig vaak neteldieren genoemd. Dit door de speciale eigenschappen van een aantal cellen. Ze kunnen namelijk netelen, wat inhoud dat de cellen een soort harpoentjes kunnen afschieten.
Onder holtedieren vallen ook een aantal dieren, die tegenwoordig onder andere stammen vallen. Deze stammen hoef je niet te kennen.
Slide 17 - Tekstslide
Wormen vormen complexe dieren met gespecialiseerde cellen. Dit betekend dat de cellen samen verschillende organen vormen die samen één dier vormen.
Wormen komen voor in allerlei leefomgevingen en zijn tweezijdig symmetrisch. Ze hebben geen skelet.
Slide 18 - Tekstslide
Weekdieren zijn een diverse groep complexe dieren met compleet verschillende insteken qua leven.
Aan de ene kant zijn er de slakken die een langzaam levensritme kennen die wordt gekenmerkt door een traag beweegtempo en veelal een sterke verdediging.
Aan de andere kant zijn er de inktvissen die een snel levensritme hebben en een hoge intelligentie.
Wat zijn voorbeelden van een weekdier met een uitwendig skelet?
Slide 19 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
De grootste stam dieren is die van de geleedpotigen. Vooral insekten zijn divers en bestaan uit letterlijk miljoenen soorten.
Ze komen voor in verschillende omgevingen en hebben een skelet van chitine, al dan niet verstevigt met kalk.
Veel van de soorten zijn sterk voor hun grootte
Slide 22 - Tekstslide
Stekelhuidigen hebben een skelet dat is gemaakt van kalk. In de meeste gevallen ligt dit net onder de huid en vormt een beschermende laag. Gezien de huid er boven ligt, blijft het echter een inwendig skelet.
Hun naam ontlenen ze aan stekels en knobbels die hun huid bedekken.
Verder zijn de meeste veelzijdig symmetrisch
Geleedpotigen
Sponzen
Holtedieren
Weekdieren
Wormen
Stekelhuidigen
Slide 23 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
