Unit 5 grammatica

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plurals
Apple
Apples

Slide 2 - Tekstslide

Standaard = +-s

Slide 3 - Tekstslide

sis-klank
watch
watches

Slide 4 - Tekstslide

medeklinker +-y
baby
babies

Slide 5 - Tekstslide

plural: river
A
river's
B
rivers
C
riverses
D
riveries

Slide 6 - Quizvraag

plural: lady
A
lady's
B
ladys
C
ladyes
D
ladies

Slide 7 - Quizvraag

plural: bush
A
bush's
B
bushs
C
bushes
D
bushies

Slide 8 - Quizvraag

plural: bag
A
bag's
B
bags
C
bages
D
bagies

Slide 9 - Quizvraag

medeklinker +-o
potato
potatoes

Slide 10 - Tekstslide

eindigen op -f of -fe
leaf
leaves

Slide 11 - Tekstslide

onregelmatige meervouden
Child – children​

Foot – feet​
Mouse – mice​
Sheep – sheep​
Tooth - teeth​



Slide 12 - Tekstslide

plural: tornado
A
tornado
B
tornados
C
tornadoes
D
tornadies

Slide 13 - Quizvraag

plural: box
A
box
B
boxs
C
boxes
D
boxies

Slide 14 - Quizvraag

plural: library
A
library
B
librarys
C
libraryes
D
libraries

Slide 15 - Quizvraag

plural: scarf
A
scarfes
B
scarfs
C
scarves
D
scarvies

Slide 16 - Quizvraag

plural: child
A
children
B
childs
C
childrens
D
childes

Slide 17 - Quizvraag

plural: life
A
lives
B
lifes
C
livies
D
lifies

Slide 18 - Quizvraag

plural: sheep
A
sheep
B
sheeps
C
sheepes
D
sheepies

Slide 19 - Quizvraag

Much vs. Many

Slide 20 - Tekstslide

Much water

Slide 21 - Tekstslide

Many glasses of water

Slide 22 - Tekstslide

Much sugar

Slide 23 - Tekstslide

Many sugarcubes

Slide 24 - Tekstslide

Colours
A
many colours
B
much colours

Slide 25 - Quizvraag

dogs
A
many dogs
B
much dogs

Slide 26 - Quizvraag

Milk
A
Many milk
B
much milk

Slide 27 - Quizvraag

bottles of milk
A
many bottles of milk
B
much bottles of milk

Slide 28 - Quizvraag

Present perfect
Gebruik je als je wilt zeggen dat iets is gebeurt
en het niet belangrijk is wanneer

Slide 29 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
have/has + voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord eindigt op -ed bij regelmatige werkwoorden.
Onregelmatige werkwoorden hebben eigen vorm (zie blz. 105 van je coursebook)

Slide 30 - Tekstslide

I have delivered my last newspapers 

(je hebt je laatste kranten afgeleverd, maar het maakt niet uit wanneer het was)

Slide 31 - Tekstslide

The boy has done his homework 
(hij heeft zijn huiswerk gedaan, maar het is niet belangrijk wanneer hij het gedaan heeft). Done is de onregelmatige vorm van "to do".

Slide 32 - Tekstslide

They have played a game.
(Ze hebben een spel gespeeld, maar het is niet belangrijk wanneer dat was)

Slide 33 - Tekstslide

Use de present perfect:
We .............. (rent) a tent.
A
have rent
B
have rented
C
has rent
D
has rented

Slide 34 - Quizvraag

We ........(hear) the new song.
A
hear
B
have heared
C
has heard
D
have heard

Slide 35 - Quizvraag

We ........ (visit) the Pet Show.
A
visit
B
have visit
C
have visited
D
has visited

Slide 36 - Quizvraag

Fill in: They ............... (cook) a meal.

Slide 37 - Open vraag

I ................ (see) a bird.

Slide 38 - Open vraag

She ................. (sing) a song.

Slide 39 - Open vraag

It ................ (play) with a ball.

Slide 40 - Open vraag

Plaats van het bijwoord:
Bijwoord geeft aan hoe iets gebeurt (hoe snel, hoe vaak, hoe mooi, enz.)
In het Engels is dat bijvoorbeeld: never, always, ever, only, also, already)
Het bijwoord komt meestal voor het hoofdwerkwoord.
Bijvoorbeeld: She has never been here before.
never = bijwoord    been = hoofdwerkwoord

Slide 41 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde:
you - ever - to Scotland - been - have -?

Slide 42 - Open vraag

just - have - top of my class - I - become

Slide 43 - Open vraag

walked - we - only - about a mile - have

Slide 44 - Open vraag

she - has - played rugby - also - at school

Slide 45 - Open vraag