KUA H7.1 Natuur als bron + muziek romantiek

antwoord vraag 4:
3 vernieuwingen die typerend zijn voor het romantisch ballet:
(3 van deze 4 kunnen noemen)

• Het gebruik van spitzen.
• Het dragen van lichte kleding, met name de tutu.
• Het ballet blanc: ensemble van danseressen verbeelden ‘zwevende’,
bovennatuurlijke wezens.
• Het divertissement: onderdeel binnen de een dansvoorstelling waarin het
verhaal tijdelijk stopt en dansers hun technische vaardigheden etaleren.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst algemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

antwoord vraag 4:
3 vernieuwingen die typerend zijn voor het romantisch ballet:
(3 van deze 4 kunnen noemen)

• Het gebruik van spitzen.
• Het dragen van lichte kleding, met name de tutu.
• Het ballet blanc: ensemble van danseressen verbeelden ‘zwevende’,
bovennatuurlijke wezens.
• Het divertissement: onderdeel binnen de een dansvoorstelling waarin het
verhaal tijdelijk stopt en dansers hun technische vaardigheden etaleren.

Slide 1 - Tekstslide

KUA H7.1 Natuur als bron
Pagina 140 tekstboek
Caspar David Friedrich
De wandelaar boven de nevelen.

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
- Sublieme: Een religieuze of overweldigende ervaring die kan ontstaan wanneer je grenzeloze natuur aanschouwt, zoals berglandschappen of oceanen. De natuur is dan zo ontzagwekkend dat je een combinatie van genot en angst ervaart. 
- Verlichting: Filosofie en levenshouding uit de achtiende eeuw die streeft naar het zo rationeel en objectief mogelijk verwerven van kennis. Deze kennis zal op den duur leiden tot het 'verlichten' van de mensheid.
- Romantische schilderkunst: Schilderkunst uit de romantiek die de nadruk left op het uitdrukken van gevoelens. Onderwerp is vaak de (overweldigende) natuur. In de landschappe zijn ook vaak ruïnes afgebeeld. De schilderstijl is meestal glad en gedetailleerd. Schilders: oa. Carpar David Friedrich, William Turner en John Constable. 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1 (pagina 89 werkboek)
Vergelijk de fragmenten. In Kahns Giselle komen de wili's dreigender over dan in de oorspronkelijke voorstelling. Leg aan de hand van 3 aspecten uit hoe hij dat bereikt. 

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord vraag 1
"Vergelijk de fragmenten. In Kahns Giselle komen de wili's dreigender over dan in de oorspronkelijke voorstelling. Leg aan de hand van 3 aspecten uit hoe hij dat bereikt. "
1 Strekking antwoord, drie van de volgende:
• De dansers dragen een speer of stok als rekwisiet bij zich en zien er uit als
vechters of krijgers.
• De dansers gebruiken de speren in hun dans, ze slaan ermee op de grond.
Hun bewegingen worden daardoor agressiever en minder sierlijk.
• De dans is veel langzamer en statischer geworden, de formaties waarin ze
dansen komen dreigender over.
• De dansers lopen bijna zonder onderbreking op spitzen. Daardoor ogen ze
onnatuurlijk lang. Bovendien zijn hun bewegingen langzaam en gestileerd, of
onmenselijk, of robotachtig.
• De muziek klinkt angstaanjagender.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3 , 4 (werkboek pagina 90)

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord vraag 3:
Twee sociaal maatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het ontstaan van de Romantiek:

- Velen geloven niet meer in de idealen van de Verlichting, zoals het geloof in
vooruitgang, maakbaarheid en de rede.
- De opkomst van de industriële revolutie. Dit zorgt voor overvolle steden,
vervuiling en een groeiend verschil tussen de kapitaalkrachtige
fabriekseigenaren en bezitloze arbeiders.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 7 en 8 (werkboek pagina 90)
Lees pagina 140 uit je tekstboek

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord: Vraag 7
Drie kenmerken waarom Schubert een typische romantische kunstenaar is:

7. Antwoord, drie van de volgende:
• Schubert werkt niet voor opdrachtgevers (de romantische kunstenaar is ‘vrij’).
• Hij werkt alleen, staat min of meer buiten de maatschappij (de romantische
kunstenaar is niet burgerlijk).
• Hij is arm (de romantische kunstenaar leeft alleen voor de kunst, geld
verdienen is onbelangrijk).
• Zijn werk is origineel en vernieuwend (de romantische kunstenaar is geniaal).

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord vraag 8:
Van een eenheid tussen wandelaar en natuur is geen sprake. 
Twee aspecten waaruit dit blijkt:

• De wandelaar is realistisch en scherp geschilderd, de achtergrond is dromerig
en vlekkerig.
• De achtergrond is geschilderd in verschillende lichte kleuren, terwijl de
wandelaar in tegenlicht donker wordt weergegeven.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9 (pagina 90 wb)
Bekijk 709 en 710. Het werk van Turner en Church wordt beide gerekend tot de romantiek. In tegenstelling tot Church wordt Turner vaak gezien als een buitenbeentje in de romantiek. Leg dit uit aan de hand van verschillen tussen de voorstelling en de vormgeving van beide schilderijen. 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord vraag 9 
Bekijk 709 en 710. Het werk van Turner en Church wordt beide gerekend tot de romantiek. In tegenstelling tot Church wordt Turner vaak gezien als een buitenbeentje in de romantiek. Leg dit uit aan de hand van verschillen tussen de voorstelling en de vormgeving van beide schilderijen. 
 Antwoord:
Voorstelling: Church schildert een typisch romantisch onderwerp: een ruïne.
Turner schildert hier een stoomboot, een ‘modern’ onderwerp dat romantici liever vermijden.
Vormgeving: Turner schildert ruig en ‘onafgewerkt’, terwijl Church juist heel gedetailleerd en glad schildert, zoals de meeste romantische schilders.

Slide 12 - Tekstslide

muziek in de romantiek

Slide 13 - Tekstslide

Wat staat er centraal in De Romantiek?

Slide 14 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met 'het sublieme'?

Slide 15 - Open vraag

Een groot orkest: veel verschillende instrumenten en klankkleuren, vooral meer koperblazers en slagwerk

Slide 16 - Tekstslide

Expressie van de componist centraal: veel verschillen in tempo en dynamiek. Voorbeeld Danse Macabre 
(luister vooral naar het begin en het einde)

Slide 17 - Tekstslide

Opkomst nationalisme: nationale scholen 
(inspiratie uit geschiedenis, sprookjes, folklore)
Duitsland:

  • Schubert
  • Mahler
  • Wagner
  • Chopin
  • Berlioz
  • Liszt
Frankrijk:

Italië:

  • Verdi
  • Puccini
Rusland:

  • Moussorgsky
  • Tchaikovsky

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld: Der Ring des Nibelungen van Wagner.

Der Ring der Nibelungen is een opera van Wagner, gebaseerd op Noorse Mythologie.

Een opera in 4 delen, van totaal 17 uur!!

Deze wordt op 4 achtereenvolgende dagen opgevoerd.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld uit Der Ring des Nibelungen van Wagner.

Slide 20 - Tekstslide

Richard Wagner: Gesamtkunswerk
  • Alle kunstdisciplines komen samen!
  • Geïnspireerd door geschiedenis, sprookjes, mythologie
  • Leitmotieven: ieder personage heeft een eigen herkenbare melodie

Slide 21 - Tekstslide

Wat bedoelen we met 'programmamuziek'?
A
Muziek die strak een bepaalde vorm volgt
B
Muziek die grote verschillen kent tussen hard en zacht
C
Muziek die iets buitenmuzikaals uitbeeldt
D
Muziek die in veel landen wordt gespeeld

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een 'Gesamtkunstwerk'?
A
Een kunstwerk dat door meerdere kunstenaars is gemaakt
B
Een kunstwerk dat mensen van een nationaliteit met elkaar verbindt
C
Een voorstelling waarin het publiek wordt betrokken
D
Een kunstwerk waarin allerlei kunstdisciplines samenkomen

Slide 23 - Quizvraag

Samenvatting: muziek in de Romantiek
- Grotere orkesten: meer instrumenten (koperblazers en slagwerk)
- Expressie staat centraal (veel verschil in tempo en dynamiek)
- Programmamuziek: de muziek beeldt iets uit (verhaal, schilderij)
- Opkomst nationalisme en 'nationale scholen' (inspiratie uit eigen geschiedenis, folklore, sprookjes)
- Opera's werden grootse meeslepende voorstellingen (Gesamtkunstwerk)

Slide 24 - Tekstslide

REALISME (7.2)
Realisme: Eind negentiende-eeuwse stroming in de beeldende kunst, theater en literatuur, waarin gestreefd wordt naar een realistische weergave van de werkelijkheid in plaats van het weergeven van idealen, helden en mythische figuren. 

Slide 25 - Tekstslide

7.2 (pagina 93 wb) Verslag van het alledaagse.
Lees pagina 144-151 in je tekstboek. 
Maak opdracht 22, 23, 24, 27 (pagina 93 wb) om te oefenen voor de toets.
22. Noem 3 ontwikkelingen waaruit blijkt dat fotografie toegankelijker wordt in de 19e eeuw.
23. Noem twee redenen waarom deze foto (#715) in de 19e eeuw als vernieuwend wordt gezien.
24. Bekijk 716,  De Arenleesters. Leg aan de hand van drie kenmerken uit waarom dit schilderij typisch is voor het realisme. 



27. Wereldtentoonstellingen zijn een typisch verschijnsel van de negentiende eeuw. Verklaar dit aand e hand van twee sociaal economische ontwikkelingen.

Slide 26 - Tekstslide

Antwoorden
22 Antwoord, drie van de volgende:
• De belichtingstijd van foto’s wordt steeds korter.
• Camera’s worden kleiner en handzamer.
• Foto’s duiken overal op: in tijdschriften, boeken en tentoonstellingen.
• Er verschijnen fotostudio’s in de steden.
Niet in de tekst, wel goed:
• Camera’s worden steeds goedkoper.
• Uitvindingen als het glasnegatief en later het filmnegatief maken het
ontwikkelproces eenvoudiger.

Slide 27 - Tekstslide

23 Antwoord, twee van de volgende:
• Voorstelling: we zien een vrouw die poseert op een manier die in die tijd ‘niet
hoort’ voor vrouwen: ze zit er uitdagend bij, rookt en drinkt.
• Voorstelling: de kunst kent tot dan toe weinig zelfportretten van vrouwen.
• Titel: de titel is een feministisch statement dat benadrukt dat de hoofdpersoon
net zo onafhankelijk en succesvol kan zijn als een man.

24 Antwoord, drie van de volgende
• Het gaat om een alledaags, ‘niet verheven’ boerentafereel.
• De hoofdpersonen blijven anoniem, waardoor hun ‘gewoonheid’ wordt
benadrukt.
• De schilderstijl is grof en onversierd.
• De kleuren zijn ingetogen met weinig contrasten.

Slide 28 - Tekstslide

27 Antwoord:
• In de negentiende eeuw ontstaat er een wereldeconomie met vele nieuwe
producten en uitvindingen waar men het publiek mee wil laten kennismaken.
• Door het imperialisme in de negentiende eeuw is er steeds meer kennis van
(producten uit) andere, niet-westerse culturen. Ook die kennis wil men delen
met het publiek.

Slide 29 - Tekstslide