In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
4. Indonesië wordt onafhankelijk: 1918 - 1949
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen
Start
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Deelvraag
Hoe werd Indonesië onafhankelijk?
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven waarom de nationalisten steeds radicaler werden.
Je kunt de twee radicale groepen en hun speerpunten omschrijven
Je kunt omschrijven waarom sommige Indonesiërs dachten dat het goed was dat de Japanners Nederlands-Indië bezette?
Je kunt omschrijven welke gevolgen de Japanse bezetting had voor de Nederlandse mensen in Nederlands-Indië en voor de Indonesische bevolking.
Je kunt de drie manieren vertellen waarom Japan het nationalisme in Indonesië versterkte.
Slide 4 - Tekstslide
Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.
Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker
Slide 5 - Quizvraag
Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.
Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht
Slide 6 - Quizvraag
De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.
De stelling is:
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?
Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren
Slide 8 - Quizvraag
Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen. Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen
Slide 9 - Quizvraag
Wat was een belangrijke reden voor het invoeren van de ethische politiek?
A
Bewoners van Nederlands-Indië eisten meer welvaart
B
Het invoeren van de ethische politiek zou zorgen voor nog meer winst
C
grote kritiek op de winstverdeling; Nederland kreeg alles, de bewoners van Nederlands-Indië kregen niets
D
Het ging economisch heel goed in Nederlands-Indië
Slide 10 - Quizvraag
Multatulli gaf kritiek op ...
Bouw ziekenhuizen + scholen
Nederlandse Handels Maatschappij
Ereschuld aan Nederlands Indië
1/5 deel van land bebouwen met cultuurproducten
Cultuurstelsel
Ethische politiek
Plantloon
Slide 11 - Sleepvraag
Einde Atjeh-oorlog
Start Ethische Politiek
Begin Atjeh-oorlog
Begin cutuurstelsel
Java-oorlog
Multatuli schrijft Max Havelaar
Slide 12 - Sleepvraag
Wat
Aan de slag: opdrachten paragraaf 3 afmaken
Oefentoets paragraaf 3 maken.
Werk de kennen en kunnen vragen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 minuten in stilte.
Daarna overleggen.
Hulp
Je werkt fluisterend samen bij vragen. De docent zal rondlopen voor vragen.
Klaar
Lees de tekst van paragraaf 4
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
4. Indonesië wordt onafhankelijk: 1918 - 1949
Slide 14 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen
Start
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 15 - Tekstslide
Deelvraag
Hoe werd Indonesië onafhankelijk?
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven waarom de nationalisten steeds radicaler werden.
Je kunt de twee radicale groepen en hun speerpunten omschrijven
Je kunt omschrijven waarom sommige Indonesiërs dachten dat het goed was dat de Japanners Nederlands-Indië bezette?
Je kunt omschrijven welke gevolgen de Japanse bezetting had voor de Nederlandse mensen in Nederlands-Indië en voor de Indonesische bevolking.
Je kunt de drie manieren vertellen waarom Japan het nationalisme in Indonesië versterkte.
Slide 17 - Tekstslide
Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.
Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker
Slide 18 - Quizvraag
Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen. Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen
Slide 19 - Quizvraag
Multatulli gaf kritiek op ...
Bouw ziekenhuizen + scholen
Nederlandse Handels Maatschappij
Ereschuld aan Nederlands Indië
1/5 deel van land bebouwen met cultuurproducten
Cultuurstelsel
Ethische politiek
Plantloon
Slide 20 - Sleepvraag
Einde Atjeh-oorlog
Start Ethische Politiek
Begin Atjeh-oorlog
Begin cutuurstelsel
Java-oorlog
Multatuli schrijft Max Havelaar
Slide 21 - Sleepvraag
Teleurstelling bij Indonesische nationalisten
De Volksraad heeft weinig invloed
Jongeren krijgen meestal niet de goede baan waarvoor ze zijn opgeleid
Uit alles blijkt: voorlopig nog geen onafhankelijkheid, het bevalt de Nederlands wel in Indië (Tempo Doeloe)
Slide 22 - Tekstslide
Gevolgen
Radicalisering: geen samenwerking meer met de Nederlanders
(Gewapende) strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld met een opstand
Partai Kommunis Indonesia (PKI)
Partai Nasional Indonesia (PNI)
Slide 23 - Tekstslide
Reactie Nederland
Partijen worden verboden: PKI (1927), PNI (1931)
Leiders worden gevangen gezet: Soekarno en Hatta (PNI)
Alleen gematigde groepen werden toegestaan
tot 1942 leek alles weer rustig....
Slide 24 - Tekstslide
Japanse bezetting
Vanaf 1942 bezette Japan Nederlands-Indië.
Japan probeerde steun te krijgen van de Indonesische bevolking.
Om hun goede bedoelingen te bewijzen, lieten de Japanners nationalistische leiders zoals Soekarno en Hatta vrij.
De Nederlanders werden opgesloten in kampen, waar ze keihard moesten werken en slecht werden behandeld. Vele duizenden mensen stierven in deze kampen.
Ook de Indonesiërs kregen het zwaar onder het Japanse bestuur. De vrijheid die was beloofd kwam niet.
Door uitputtende dwangarbeid en ondervoeding vielen miljoenen slachtoffers.
Slide 25 - Tekstslide
Groeiend nationalisme
Tijdens de Japanse bezetting groeide het nationalisme:
De Japanse overwinning had laten zien dat je de Nederlanders kon verslaan.
Indonesiërs de posities van de Nederlanders te laten overnemen.
Herinneringen aan Nederland werden weggehaald, zoals standbeelden en Nederlandse plaatsnamen.
Grote organisaties werden opgericht waar jongeren anti-Nederlandse propaganda leerden en militaire training kregen.
De nationalistische leiders Soekarno en Hatta werkten volop samen met de Japanners en hoopten zo onafhankelijkheid te krijgen
In 1958 werd er een vredesverslag gesloten tussen Indonesië en Japan.
Slide 26 - Tekstslide
Wat
Paragraaf 4 opdracht : 2 t/m 9
Werk de leerdoelen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 minuten in stilte.
Daarna overleggen.
Hulp
Je werkt samen bij vragen. De docent zal ook rondlopen.
Klaar
Lees de tekst van paragraaf 4 en maak de andere opdrachten ook af.
timer
5:00
Slide 27 - Tekstslide
4. Indonesië wordt onafhankelijk: 1918 - 1949
Slide 28 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen
Start
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 29 - Tekstslide
Deelvraag
Hoe werd Indonesië onafhankelijk?
Slide 30 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven welk gevolg het uitspreken van Indonesische onafhankelijkheid had door Soekarno op 17 augustus 1945.
Je kunt vertellen wie Soekarno is en wat hij heeft gedaan.
Je kunt vertellen welke vier punten er in het akkoord van Linggadjati stond.
Je weet waarom de eerste politionele actie ontstond.
Je kunt vertellen of de eerste politionele actie een succes was voor Nederland.
Je kunt omschrijven waarom Nederland uiteindelijk Indonesië zijn onafhankelijkheid gaf.
Je kunt benoemen wanneer Indonesië onafhankelijk werd.
Slide 31 - Tekstslide
Soekarno roept de onafhankelijkheid uit.
Op 17 augustus 1945, twee dagen na de overgave van Japan, riepen Soekarno en Hatta de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.
Soekarno werd de eerste president.
In de eerste weken was het erg onrustig en gevaarlijk: in deze Bersiap-periode vielen gewapende radicale jongeren (pemoeda’s) buitenlanders en tegenstanders aan en plunderden huizen en wapenopslagplaatsen.
Nederland erkende de onafhankelijkheid van Indonesië niet.
In hun ogen was Soekarno een landverrader, waarmee niet werd gesproken.
Slide 32 - Tekstslide
Soekarno/ Sukarno
Soekarno richtte in 1927 met enkele studiegenoten de PNI op.
In 1933 werd Soekarno gevangengezet.
Pas in 1942 werd hij door de Japanners bevrijd.
Na zijn vrijlating besloot Soekarno samen te werken met de Japanners, omdat hij hoopte dat de Japanners zouden zorgen voor een onafhankelijk Indonesië̈.
Toen Nederland op 27 december 1949 de macht overdroeg aan Indonesië, werd Soekarno de eerste president van Indonesië.
In Indonesië wordt Soekarno meestal Bung Karno genoemd: Bung betekent ‘vader van de Indonesiërs’.
Slide 33 - Tekstslide
Onderhandelingen in Lingadjati.
Omdat er nog geen Nederlandse soldaten waren, moest Nederland wel onderhandelen met de Republiek Indonesië.
De onderhandelingen leidden tot het Akkoord van Linggadjati (oktober 1946):
Er kwam een wapenstilstand.
Nederland erkende het bestuur van de Republiek op Java en Sumatra.
De Republiek zou onderdeel worden van de Verenigde Staten van Indonesië
Deze VSI bleef met Nederland verbonden in een unie onder leiding van koningin Wilhelmina.
Slide 34 - Tekstslide
De eerste politionele actie
Beide partijen waren niet blij met het akkoord. Nederland hield zich niet aan de afspraken.
Hierdoor ontstond er opnieuw geweld in Indonesië tegen de Nederlanders.
In juli 1947 begon Nederland de eerste politionele actie: Nederland viel de Republiek Indonesië binnen om haar gezag te herstellen en om de Nederlandse, economische belangen te beschermen.
Hoewel het militair een succes was, bleef de Republiek bestaan en kreeg Nederland veel kritiek uit het buitenland.
De Veiligheidsraad van de VN eiste een staakt-het-vuren en zorgde dat er een bemiddelaar kwam.
Slide 35 - Tekstslide
Onafhankelijkheid
De Republiek bleef guerrilla-aanvallen uitvoeren. Daarom besloot Nederland tot een tweede politionele actie. Deze begon in december 1948.
Nederland veroverde veel gebied en alle Republikeinse leiders werden gevangengenomen.
Opnieuw was er veel internationale kritiek: de Verenigde Staten dreigden zelfs de Marshallhulp in te trekken.
Slide 36 - Tekstslide
Onafhankelijkheid
Nederland gaf toe en ging onderhandelen over de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië.
Op 27 december 1949 droeg Nederland de macht over en werd Indonesië onafhankelijk.
Soekarno werd de eerste president.
Slide 37 - Tekstslide
Wat
Paragraaf 4: maak de opdrachten van paragraaf 4
Werk de leerdoelen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 minuten in stilte.
Daarna overleggen.
Hulp
Je werkt samen bij vragen. De docent zal ook rondlopen.
Klaar
Werk het kennen en kunnen lijstje uit
Maak de opdrachten die je nog niet af hebt
Maak de zelftoetsen van de paragraaf.
timer
5:00
Slide 38 - Tekstslide
Volgende week.
Les 1:
Opdrachten paragraaf 6
Les 2:
Begrippen, personen toets (bladzijde 40-41)
60%goed is een V
80% goed is een G
Les 3:
Vragen stellen/Quizlet oid.
Slide 39 - Tekstslide
4. Indonesië wordt onafhankelijk: 1918 - 1949
Slide 40 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen
Zelfstandig werken
Eindtoets paragraaf 4
Slide 41 - Tekstslide
Deelvraag
Hoe werd Indonesië onafhankelijk?
Slide 42 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven waarom de nationalisten steeds radicaler werden.
Je kunt de twee radicale groepen en hun speerpunten omschrijven
Je kunt omschrijven waarom sommige Indonesiërs blij waren met de komst van de Japanners in 1942.
Je kunt omschrijven welke gevolgen de Japanse bezetting had voor Indië.
Je kunt de vier manieren vertellen waarom Japan het nationalisme in Indonesië versterkte.
Slide 43 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven welk gevolg het uitspreken van Indonesische onafhankelijkheid had door Soekarno op 17 augustus 1945.
Je kunt vertellen wie Soekarno is en wat hij heeft gedaan.
Je kunt vertellen welke vier punten er in het akkoord van Linggadjati stond.
Je weet waarom de eerste politionele actie ontstond.
Je kunt vertellen of de eerste politionele actie een succes was voor Nederland.
Je kunt omschrijven waarom Nederland uiteindelijk Indonesië zijn onafhankelijkheid gaf.
Je kunt benoemen wanneer Indonesië onafhankelijk werd.
Slide 44 - Tekstslide
Wat
Maak opdracht 2, 4, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 16, 21.
Werk de kennen en kunnen vragen uit
Maak de begrippenlijst
Tijd
40 min
Hoe
De eerste 5 minuten in stilte.
Daarna overleggen.
Hulp
Je werkt samen bij vragen. De docent zal ook rondlopen.
Klaar
Maak opdracht 22
Makkelijk? Maak 24
Maak de oefentoets van paragraaf 1,2,3,4
Slide 45 - Tekstslide
Wat
Maak de eindtoets van paragraaf 4.
Ondertussen controleer ik de leerdoelen.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 minuten in stilte.
Daarna overleggen.
Hulp
Je werkt samen bij vragen. De docent zal ook rondlopen.