ck3 herhaling procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ik wens jullie een gelukkig, voorspoedig en gezond

Procentrekenen

Herhaling

klas 2

instaptoets

- bij elke opgaven mag je de rekenmachine gebruiken

- lees de vragen goed door  

- de vragen 1 t/m 13 zijn meerkeuze                                         

De open vragen 14 t/m 17 maak je in je schrift en daarna vul je het antwoord in.

Opgave 1
Hoeveel procent is het totaal ?

1. 50%
2. 1%
3. 100%
4. 200%

Opgave 2
2⁄5 deel is hoeveel procent

1. 40%
2. 4%
3. 14%
4. 25%

Opgave 3
75% is als eenvoudige breuk ….

1. 3/4
2. 1/2
3. 75/100
4. 1/4

Opgave 4
13/20 is hoeveel procent?

1. 64%
2. 65%
3. 66%
4. 67%

Opgave 5
3/7 deel is hoeveel procent?
(rond af op 2 decimalen)

1. 42,85%
2. 42,90%
3. 43,00%
4. 42,86%

Opgave 6
4/6 deel is dat meer of minder dan 66%

1. Minder
2. Gelijk
3. Meer
4. Weet ik niet

Opgave 7
Een plant kost normaal € 29,50. Nu kost deze plant € 22,50! Hoeveel procent is de korting?
(Afronden op hele procenten)

1. 23%
2. 24%
3. 77%
4. 76%

Opgave 8
Inclusief btw is in een verhoudingstabel ….

1. 21%
2. 100%
3. 121%
4. weet niet

Opgave 9
Exclusief btw is in een verhoudingstabel .....

1. 79%
2. 21%
3. 121%
4. 100%

Opgave 10
Als ik met de factor reken dan ...

1. ga ik delen
2. ga ik vermenigvuldigen
3. ga ik optellen
4. ga ik aftrekken

Opgave 11
Bij de factor 1,12 wordt het getal ...

1. groter
2. kleiner
3. blijft gelijk
4. verdubbeld

Opgave 12
Het percentage dat hoort bij de factor 1,09 is ....

1. 9%
2. 9% stijging
3. 9% daling
4. kun je niet weten.

Opgave 13. 

Zoek de juiste factor bij het percentage.

38%
8% toename
2% afname

0,38

0,98

1,80

1,98

1,08

0,62

1,02

0,92

1,20

Opgave 14
De kaasboer koopt jonge kaas in voor € 5,40 per kilogram. De kaas wil hij verkopen met 45% winst. Reken uit hoeveel winst de kaasboer op 1 kilogram jonge kaas maakt. Laat je berekening ook zien!

Opgave 15
Een 10-daagse reis naar Portugal kost € 582,-. Johan moet 30% van de reissom vooruit betalen. Reken uit hoeveel hij nog betalen moet. (mag met factor of met tabel)

Opgave 16
Een TV kost € 658 inclusier 21 % btw.
Reken de prijs exclusier btw uit.

Opgave 17
Een ipad kost € 463. Volgend leerjaar kost deze ipad 7% meer.
Bereken de nieuwe prijs van de iPad voor volgend leerjaar.