BS 2.4. Bevruchting en zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.4. Bevruchting en zwangerschap

Herhaling: Welke letter in de afbeelding van het vrouwelijke voortplantingsstelsel geeft een orgaan aan dat ook in het mannelijk voortplantingsstelsel voorkomt?

1. P
2. R
3. T
4. Q

Herhaling: Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de man?

1. borsten, zaadcellen en zaadleider
2. schaamhaar, eikel, penis
3. o.a. penis, ballen, prostaat
4. o.a. voorhuid, penis, eicellen

Leerdoelen

- Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.

- Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.

- Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

- Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Bevruchting:

- eicel + zaadcel 

- celkernen smelten samen

Bevruchting:

- eicel + zaadcel 

- celkernen smelten samen

Waar komt het grootte verschil vandaan?

Bevruchting van een eicel 

Zwangerschap

Zwanger

niet-zwanger

Gele lichaam blijft in stand = maakt hormonen

Innesteling

Eileider: delen van cellen
Innesteling: baarmoeder

Eerste delingen van de bevruchte eicel

Ontwikkeling van embryo en placenta

Placenta/moederkoek

Embryo wordt vanaf de 3de maat een foetus

Tweelingen

Twee-eiige tweeling

Eeneiige tweeling

Wat is het verschil?

Hoe heet het moment dat de bevruchte eicel zich in het baarmoederslijmvlies vastzet

1. Nesteling
2. Nesteldrang
3. Innesteling
4. Erinnesteling

Wat is het verschil tussen een 1-eiige tweeling en een 2-eiiege tweeling?