Articles

Kern lesson 5
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kern lesson 5

Slide 1 - Tekstslide

How are you feeling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Lesson goal:
You will know when to use a, an or the.
You will learn to ask for English words you don't know yet.

Slide 3 - Tekstslide

The
The gebruik je wanneer je het over iets specifieks hebt. 
Have you got the tickets that you wanted to get?

The heeft 2 uitspraken:
thuh bij medeklinkers: the boy
thie bij klinkers: the apple

Slide 4 - Tekstslide

A or An
a/an gebruik je wanneer het niet over iets specifieks gaat:
Mom gave me an apple

An gebruik je wanneer het woord in de uitspraak begint met een klinker:
An hour, An apple

A gebruik je wanneer het woord in de uitspraak begint met een medeklinker:
A boy, A university

Slide 5 - Tekstslide

Geen Lidwoord 
Soms gebruik je geen a of an

Dit is bijvoorbeeld bij:
Plaatsen, Feestdagen (England, Christmas)
meervouden (dogs, boys) 

Slide 6 - Tekstslide

Exercise 1
Choose the correct answer
X = no article

Slide 7 - Tekstslide

Sir, may I ask you __ question?
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 8 - Quizvraag

Are you coming to __ party next Sunday?
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 9 - Quizvraag

I bought __ new TV and __ apple yesterday.
A
an, an
B
a, a
C
a, an
D
an, a

Slide 10 - Quizvraag

He bought __ new pair of glasses and __ hourglass.
A
a, an
B
an, a
C
x, x
D
the, a

Slide 11 - Quizvraag

Exercise 2
Finish the sentence by filling in the article
Type the whole sentence
Choose between a, an and no article

Slide 12 - Tekstslide

Do you want __ orange?

Slide 13 - Open vraag

Buy him __ nice present for his birthday.

Slide 14 - Open vraag

Father gives me __ money every week.

Slide 15 - Open vraag

Do you want __ apple?

Slide 16 - Open vraag

This is __ excellent test.

Slide 17 - Open vraag

learning new words in class

Slide 18 - Tekstslide

Hoe vraag je wat iets betekend in het Engels?

Slide 19 - Woordweb

Learning new words in class
Write down 6 objects you don't know the English word for.
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Learning new words in class
- Ask your classmates what the objects are called in English.
-Answer in complete sentences. 

Voorbeeld:
What is the English word for bureau?
The English word for bureau is desk. 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Homework:

Page 18-19 
Exercise 2, 3  & 6

Dinsdag 7e uur

Slide 22 - Tekstslide

Evaluation

Slide 23 - Tekstslide