Woorden - H2.5 - les 1

Woorden - H. 2.5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden - H. 2.5

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les
  • IPad op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon en sleutels in je tas

Start met lezen in je leesboek.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van vandaag
In deze paragraaf leer je:
• ongeveer 25 nieuwe woorden;
• wat synoniemen zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 5 - Tekstslide

bekend persoon die je erg bewondert
in het midden staan, veel aandacht krijgen
wat er niet is, wat gemist wordt
graag je best ervoor willen doen
centraal staan
gemotiveerd zijn
het idool
ontbreken

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'beoordelen'?
A
plotseling herinneren
B
denken dat het minder is dan in werkelijkheid
C
een oordeel geven, zeggen wat je ervan vindt
D
het je voorstellen, fantaseren

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn samenstellingen?
A
Woorden met meerdere betekenissen.
B
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
Woorden die uit twee of meer aparte woorden bestaan
D
Tegengestelde woorden.

Slide 8 - Quizvraag

Woordtrainer
Oefenen met de woordtrainer via Talent hoofdstuk 2.5.

Slide 9 - Tekstslide

Maken Woorden 2.5  opdr. 1 t/m 9
timer
10:00
Klaar?
  • Test jezelf H.1.5
  • huiswerk maken
  • lezen Govert

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'het teken'?
A
iets nemen zoals het is
B
figuur of ding om iets te duiden
C
de delen waarmee je en gerecht maakt
D
krijgen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'relaxed'?
A
enig in zijn soort, bijzonder
B
regelmatig, met een vast ritme
C
zonder zorgen
D
ontspannen

Slide 12 - Quizvraag

Het begrip 'lastig' heeft 2 betekenissen, namelijk:
A
irritant, vervelend
B
krijgen
C
op de beste manier
D
moeilijk

Slide 13 - Quizvraag

voelen dat je bij elkaar hoort
fijn vinden dat een ander iets krijgt of van iets geniet
de kans
niet kunnen kiezen tussen twee dingen
geloven dat iemand eerlijk is
gunnen, iemand iets gunnen
de mogelijkheid
twijfelen
vertrouwen
zich verbonden voelen met

Slide 14 - Sleepvraag

de hele tijd, altijd
werkelijkheid worden, echt gebeuren
1. dat wat je achter iets ziet, bv. op je beeldscherm
2. iemands afkomst, de voorgeschiedenis
zonder hulp
in vervulling gaan
vanzelf
voortdurend
de achtergrond

Slide 15 - Sleepvraag