les 4 Salarisstrook: Wat betekenen de bedragen?

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen 
- wat er op een salarisstrook staat  
- wat het verschil is tussen bruto en netto
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Grip op geldMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen 
- wat er op een salarisstrook staat  
- wat het verschil is tussen bruto en netto

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie volksverzekeringen
Dit zijn premies die iedereen die in Nederland woont of werkt betaalt voor de volksverzekeringen. Hieronder vallen de AOW (Algemene Ouderdomswet), de ANW (Algemene Nabestaandenwet) en de WLZ (Wet Langdurige Zorg). Deze verzekeringen zorgen voor een basisinkomen als je oud bent, ondersteuning als je partner overlijdt en langdurige zorg als je dat nodig hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Salarisstrook
Wat staat daar eigenlijk op?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over salarisstroken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loonheffing
een verzamelnaam voor de belastingen en premies die direct van je salaris worden afgetrokken voordat jij het op je bankrekening gestort krijgt. 
-  verschillende soorten belastingen en premies betalen 

Deze bijdragen worden gebruikt voor openbare voorzieningen zoals wegen, scholen, ziekenhuizen en uitkeringen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er precies afgetrokken?
Loonbelasting:

Dit is een voorheffing van de inkomstenbelasting. Het is een voorschot dat je betaalt op de inkomstenbelasting die je uiteindelijk moet betalen.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie werknemersverzekeringen:
Deze premies dekken de kosten van de werknemersverzekeringen zoals WW (werkloosheidswet) en WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Ze zorgen voor een inkomen als je werkloos of arbeidsongeschikt wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zie je dit op je salarisstrook?
Op je salarisstrook staat precies hoeveel geld er aan loonheffing wordt ingehouden op je brutoloon. Het is belangrijk voor jou om te weten hoeveel geld je ontvangt en hoeveel belasting je al hebt betaald. Aan het einde van het jaar kun je een belastingaangifte doen, en soms krijg je dan nog wat geld terug als je te veel hebt betaald.


Slide 9 - Tekstslide

Kort gezegd, loonheffing is het bedrag dat door je werkgever wordt ingehouden op je salaris voor belastingen en sociale verzekeringen, zodat je dit zelf niet achteraf nog eens hoeft te betalen.
Hoe werkt het met de loonheffingskorting?
Loonheffingskorting is een korting op de loonheffing. Het betekent dat je minder belasting hoeft te betalen, waardoor je netto meer overhoudt. Je kunt deze korting laten toepassen bij de werkgever waar je het meeste verdient om optimaal gebruik te maken van de korting.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een salarisstrook?
Op een salarisstrook staan onder andere 
- het brutoloon, 
- de inhoudingen zoals belastingen en premies
- het nettoloon.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brutoloon
Het brutoloon is het loon vóór aftrek van belastingen en premies.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettoloon
Het nettoloon is het bedrag dat de werknemer uiteindelijk op zijn of haar bankrekening ontvangt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil brutoloon en nettoloon
Het verschil tussen brutoloon en nettoloon zijn de inhoudingen zoals belastingen en premies die van het brutoloon worden afgetrokken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt jou op bij het lezen van de salarisstrook?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Krijgt een ZZP'er een loonstrook?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Loondienst vs. ZZP'er
In loondienst bouw je sociale zekerheid op en betaalt de werkgever premies. 

Als ZZP'er ben je zelf verantwoordelijk voor je sociale zekerheid en belastingen.

Slide 17 - Tekstslide

Als ZZP'er ben je eigen baas en werk je vaak per project of opdracht voor verschillende opdrachtgevers. Je inkomsten zijn niet vast; ze kunnen variëren afhankelijk van hoeveel werk je hebt en wat je per project of uur kunt vragen. Je stuurt facturen naar je klanten voor de geleverde diensten of producten, en hoeveel je verdient, hangt af van hoeveel je werkt en tegen welk tarief.
Als ZZP'er moet je zelf je belastingen regelen. Je betaalt niet direct van je inkomen belasting zoals een werknemer, maar je moet wel elk kwartaal een inschatting maken van je winst en hierover belasting betalen. Dit noemen we voorlopige aanslag. Bovendien heb je als ZZP'er recht op bepaalde belastingvoordelen zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling, die ervoor zorgen dat je minder belasting betaalt.
Qua verzekeringen en pensioen ben je ook zelf verantwoordelijk. Je moet zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten als je dat wilt, en ook zelf zorgen voor je pensioenopbouw. Dit geeft vrijheid, maar brengt ook risico's en verantwoordelijkheden met zich mee.
Samenvatting
In loondienst: Meer financiële zekerheid en minder administratie, met vaste inkomsten en voordelen zoals vakantiegeld en pensioenopbouw. Je hebt minder zorgen over belastingen en verzekeringen omdat dit geregeld wordt door je werkgever.


Als ZZP'er: Meer flexibiliteit en potentieel voor hogere inkomsten, maar met meer risico en verantwoordelijkheid. Je inkomsten zijn variabel en je moet zelf je belastingen, verzekeringen en pensioen regelen.
Dus, afhankelijk van wat je zoekt in een baan (zekerheid vs. flexibiliteit), kan de keuze tussen loondienst en ZZP'er anders uitvallen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loondienst:

Vast salaris: Mensen in loondienst ontvangen meestal een vast maandsalaris. Dit bedrag is vooraf afgesproken en blijft consistent, ongeacht de hoeveelheid werk.

Extra's: Naast hun salaris kun je bonussen, vakantiegeld (meestal 8% van het jaarsalaris), dertiende maand, en soms winstdeling ontvangen.

Slide 19 - Tekstslide

Als je in loondienst bent, werk je voor een werkgever en krijg je meestal elke maand hetzelfde salaris uitbetaald, ongeacht hoeveel werk er die maand was. Dit bedrag is van tevoren afgesproken en wordt je bruto salaris genoemd. Van dit bruto salaris worden belastingen en premies afgetrokken (zoals loonbelasting en premies voor de volks- en werknemersverzekeringen), wat resulteert in het netto salaris dat je uiteindelijk op je bankrekening ontvangt. Je werkgever regelt deze inhoudingen voor je.
Daarnaast heb je als werknemer vaak voordelen zoals vakantiegeld (meestal 8% van je jaarloon), soms een dertiende maand, pensioenopbouw via de werkgever, en verzekeringen voor als je ziek wordt of arbeidsongeschikt raakt.
ZZP
Variabel inkomen: ZZP'ers verdienen op basis van de opdrachten die ze aannemen en voltooien. Hun inkomsten zijn variabel en hangen af van hoeveel werk ze kunnen vinden en tegen welk tarief ze dat werk kunnen doen.


Geen gegarandeerd inkomen: Er is geen gegarandeerd maandelijks inkomen. Als een ZZP'er geen werk heeft, verdient hij of zij ook niets.

Slide 20 - Tekstslide

Iemand in loondienst heeft meer financiële zekerheid en minder administratieve lasten, maar mogelijk minder vrijheid en lagere potentiële inkomsten. Een ZZP'er heeft meer vrijheid om te kiezen welke klussen ze aannemen en wat ze verdienen, maar loopt meer financieel risico en heeft meer administratieve verantwoordelijkheden. De keuze tussen deze twee hangt af van persoonlijke voorkeuren en de situatie waarin iemand zich bevindt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.