3M - Thema 6: Ecologie

Thema 6 Ecologie
Basisstof 1 Eten en gegeten worden
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 6 Ecologie
Basisstof 1 Eten en gegeten worden

Slide 1 - Tekstslide

energierijke stoffen
energiearme stoffen
koolhydraten
eiwitten
vetten
glucose
water
zuurstof
koolstofdioxide
mineralen
houtstof
magnesium

Slide 2 - Sleepvraag

glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water (+ energie)
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 3 - Quizvraag

koolstofdioxide + water (+ energie) = glucose + zuurstof
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 4 - Quizvraag

fotosynthese
A
alleen in het licht
B
in het licht en in het donker
C
alleen in het donker

Slide 5 - Quizvraag

verbranding
A
alleen in het licht
B
in het licht en in het donker
C
alleen in het donker

Slide 6 - Quizvraag

fotosynthese
A
alleen in plantencellen
B
alleen in dierlijke cellen
C
alleen in schimmels en bacteriën
D
in alle cellen van elk organisme

Slide 7 - Quizvraag

verbranding
A
alleen in plantencellen
B
alleen in dierlijke cellen
C
alleen in schimmels en bacteriën
D
in alle cellen van elk organisme

Slide 8 - Quizvraag

wezel
konijn
paardenbloem
producent
consument 
van de 1e orde
consument 
van de 2e orde
1e schakel
2e schakel
3e schakel

Slide 9 - Sleepvraag

In welke voedselketen zijn de pijlen juist getekend?
A
B
C

Slide 10 - Quizvraag

opdracht 6

Slide 11 - Sleepvraag

Thema 6 Ecologie
Basisstof 2 Priamiden

Slide 12 - Tekstslide

In een voedselketen wordt zonne-energie vastgelegd in energierijke stoffen door:
A
producenten
B
consumenten van de eerste orde
C
consumenten van de tweede orde
D
consumenten van de derde orde

Slide 13 - Quizvraag

In een voedselketen wordt een deel van de energie die een organisme opneemt, doorgegeven aan de volgende schakel. Waar is die energie in opgeslagen?
A
in bouwstoffen
B
in brandstoffen
C
in onverteerbare stoffen

Slide 14 - Quizvraag

Op welke manier verdwijnt energie uit de voedselketen?
(twee antwoorden goed)
A
door fotosynthese
B
door reducenten die dode resten en uitscheidingsproducten gebruiken
C
door organismen die worden gegeten
D
door verbranding

Slide 15 - Quizvraag

opdracht 6b: voedselweb maken

Slide 16 - Tekstslide

Thema 6 Ecologie
Basisstof 3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 17 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 18 - Tekstslide

plantaardige energierijke stoffen
glucose
dierlijke energierijke stoffen
energierijke stoffen in bacteriën en schimmels
verbranding
verbranding
verbranding
koolstofdioxide 
fotosynthese

Slide 19 - Sleepvraag

Welke pijl geeft
fotosynthese aan?
A
Q
B
S
C
P
D
T

Slide 20 - Quizvraag

Welke pijl geeft
de omzetting van
reducenten aan?
A
Q
B
S
C
R
D
T

Slide 21 - Quizvraag

Stikstofkringloop

Slide 22 - Tekstslide

bodem 
dieren
dode resten van planten
dode resten van dieren en uitwerpselen
lucht
bacteriën
bacteriën
eiwitten
ammonium
ammoniakgas
stikstofgas
plantaardige eiwitten
dierlijke eiwitten
nitraat

Slide 23 - Sleepvraag

Thema 6 Ecologie
Basisstof 4 Biologisch evenwicht

Slide 24 - Tekstslide

abiotische factoren
biotische factoren
bodemsoort
licht
regenval
roofdieren
soortgenoten
struiken
temperatuur
voedsel
water
wind
ziekteverwekkers

Slide 25 - Sleepvraag

Een groep organismen van dezelfde soort in een bepaals gebied, die zich onderling voortplanten.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 26 - Quizvraag

Alle abiotische en biotische factoren in een bepaald gebied.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 27 - Quizvraag

Eén enkel organisme.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 28 - Quizvraag

Alle populaties in een bepaald leefgebied.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 29 - Quizvraag

In een park zijn twee vijvers. In beide vijvers leven onder andere algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien. Wat is waar over de stekelbaarsjes uit beide vijvers?
A
Ze vormen één populatie, ze leven in hetzelfde park
B
Ze vormen verschillende populaties, ze zitten in aparte vijvers.

Slide 30 - Quizvraag

In een park zijn twee vijvers. In beide vijvers leven onder andere algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien. Wat is waar?
A
Alle individuen die in dezelfde vijver leven vormen een levensgemeenschap.
B
Alle individuen die in dezelfde vijver leven vormen één populaite.

Slide 31 - Quizvraag

Het Haarlemmermeersebos.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 32 - Quizvraag

Alle madeliefjes in een weiland.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 33 - Quizvraag

Alle bloemen in een weiland.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 34 - Quizvraag

De duinen van zandvoort.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 35 - Quizvraag

Een eekhoorn in het Amsterdamse Bos.
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 36 - Quizvraag

Thema 6 Ecologie
Basisstof 6 Aanpassingen bij planten

Slide 37 - Tekstslide

Planten hebben nitraat (NO3) nodig om bepaalde energierijke stoffen op te bouwen.
Waar wordt nitraat voor gebruikt?
A
aanmaak van glucose
B
aanmaak eiwitten
C
aanmaak vetten
D
aanmaak koolhydraten

Slide 38 - Quizvraag

Bloeien schaduwplanten in het voorjaar of juist in de zomer?
A
schaduwplanten bloeien in het voorjaar
B
schaduwplanten bloeien in de zomer

Slide 39 - Quizvraag

Welke plant zal
waarschijnlijk
het hoogst zijn?
A
plant A
B
plant B

Slide 40 - Quizvraag

Op welke dag zullen de
meeste huidmondjes
gesloten zijn?
A
donderdg
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 41 - Quizvraag

Een van deze gewassen
wordt geoogst in de zomer,
het andere gewas in het najaar.
A
zomerrogge in het najaar
B
zomerrogge in de zomer
C
mais in het najaar
D
mais in de zomer

Slide 42 - Quizvraag