Geschiedenis klas 1: Oefenen voor GP H5
Noem de twee belangrijkste dingen die je afgelopen lessen hebt geleerd?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Noem de twee belangrijkste dingen die je afgelopen lessen hebt geleerd?
Slide 1 - Open vraag
Voorbereiden op het proefwerk:
Proefwerk H5:
Leer goed: 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4
Alle leesteksten en begrippen!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
5.1: De Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk.
In deze paragraaf leer je wie kritiek had op de katholieke kerk.
In deze paragraaf leer je hoe machthebbers omgingen met deze kritiek.
In deze paragraaf leer je hoe protestantse kerken ontstonden.
In deze paragraaf leer je hoe protestantse kerken ontstonden.
In deze paragraaf leer je welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten.
Luther
Katholieken
Protestanten
Karel V
Slide 4 - Tekstslide
5.2: de Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat.
In deze paragraaf leer je waardoor Nederlanders ontevreden werden over de politiek van hun vorsten.
In deze paragraaf leer je hoe Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorst.
In deze paragraaf leer je hoe een onafhankelijke Nederlandse staat ontstond.
Willem van Oranje
Filips II
Beeldenstorm
Tachtigjarige Oorlog
Slide 5 - Tekstslide
5.3: Nederland Migratieland
In deze paragraaf leer je waardoor veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek verhuisden.
In deze paragraaf leer je welke invloed migranten hadden op den Nederlandse economie.
In deze paragraaf leer je welke vrijheid er was in de Republiek en welke migranten daardoor kwamen.
Republiek
Gewetensvrijheid
Geloven wat je wilt in de republiek!
Migranten
Slide 6 - Tekstslide
5.4: het begin van de overzeese Europese expansie.
In deze paragraaf leer je hoe en waarom Europeanen naar Afrika en Zuiden Oost-Azië begonnen te reizen.
In deze paragraaf leer je waarom Europeanen grote delen van Amerika veroverden.
In deze paragraaf leer je hoe Europeanen begonnen met slavernij in Amerika en welke handel ze dreven.
Ontdekkers
Driehoekshandel
Kolonie
Slide 7 - Tekstslide
Doen: Lees en leer 5.1 t/m 5.4
Heb je alle opdrachten gemaakt?
Kies voor één van deze manieren om te leren:
Tijd: 20 minuten
timer
20:00
Vragen via E-mail
Stuur je Video naar MNT@dr.nassaucollege.nl
Of gebruik Teams :)
Of gebruik Teams :)
5.1
5.1 De kerk valt uiteen
calvinisme: protestants geloof volgens de ideeën van Calvijn
dominee (predikant): leider van een protestantse kerkdienst
Hervorming (Reformatie): verandering waarbij christenen de katholieke kerk wilden veranderen en zich afsplitsten van deze kerk
katholiek: rooms-katholiek
protestant: christen die zich baseert op de ideeën van de Hervorming
religie godsdienst, geloof
tijd van ontdekkers en hervormers: vijfde tijdvak (1500-1600)
vervolgen: opsporen en gevangennemen
vroegmoderne tijd: vierde periode (1500-1800)
5.2
5.2 De Nederlandse Opstand
Beeldenstorm: vernielingen in katholieke kerken door Nederlandse protestanten in 1566
geus: Nederlandse opstandeling tegen Filips II
gezag: heerschappij, macht
landvoogd(es): plaatsvervang(st)er van een vorst
onafhankelijk: als een staat of persoon over zichzelf beslist
stadhouder: vertegenwoordiger van de vorst in een gewest
Tachtigjarige Oorlog (de Opstand): strijd van Nederlanders tegen Spanje (1568-1648)
5.3
5.3 Nederland migratieland
bloeiend: als het met iets heel goed gaat
emigreren: verhuizen naar een ander land
gewetensvrijheid: recht om te geloven wat je wilt
immigrant: iemand die verhuist vanuit een ander land
migrant: landverhuizer
migratie: verhuizing naar een ander land
overheersen: besturen
Republiek: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
werkgelegenheid: mogelijkheid voor betaald werk
5.4
5.4 De ontdekkingsreizen
driehoekshandel: handel tussen Afrika, Amerika en Europa
Europese expansie: uitbreiding van activiteiten van Europeanen buiten Europa vanaf omstreeks 1500
indiaan: oorspronkelijke bewoner van Amerika
Indië: Europese naam voor Zuidoost-Azie
kolonie: gebied waar een groep mensen zich vestigt
koloniseren: (kolonisatie) kolonies stichten
kolonist: iemand die zich in een gebied vestigt
plantage: groot landbouwbedrijf waar één gewas wordt verbouwd
specerij plantaardige smaakstof
trans-Atlantische slavenhandel: handel in zwarte slaven tussen Afrika en Amerika
Samenvatting
Een begrippenlijst.
Maak zelfstandig een samenvatting en een begrippenlijst van hoofdstuk 5.
Maak zelfstandig een samenvatting en een begrippenlijst van hoofdstuk 5.
Memory maken
Maak een Memory spel van de begrippen: Doe dat op de volgende manier:
Schrijf op een papier:
Een begrip en de uitleg van dat begrip.
Doe dit bij alle begrippen van H5
Knip ze daarna los van elkaar, leg ze op de kop en hussel ze door elkaar.
Zoek het juiste begrip bij de juiste uitleg.
Schrijf op een papier:
Een begrip en de uitleg van dat begrip.
Doe dit bij alle begrippen van H5
Knip ze daarna los van elkaar, leg ze op de kop en hussel ze door elkaar.
Zoek het juiste begrip bij de juiste uitleg.
Flashcards
Maak kleine briefjes met aan de voorkant een begrip of jaartal, met aan de achterkant de uitleg of de gebeurtenis.
Je kunt deze flascards gebruiken om jezelf te overhoren!
Je kunt deze flascards gebruiken om jezelf te overhoren!
Slide 8 - Tekstslide
Heb goed heb je geleerd voor de toets?
Slide 9 - Tekstslide
Ben je goed voorbereid op de toets?
Vragen?
Mail sturen naar mnt@dr.nassaucollege.nl
Of een berichtje sturen via Teams
Of een berichtje sturen via Teams
Ja! Ik weet (bijna) alles!
Ja! maar ik moet thuis nog wel wat doen!
Ik weet het niet, ik heb nog een paar vragen.
Nee, ik moet nog heel goed leren.
