Effectief lezen in het Nederlands

Effectief lezen in het Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Effectief lezen in het Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je effectieve leesstrategieën toepassen en de belangrijkste tekstkenmerken herkennen in het Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en vertel de studenten wat ze zullen leren.
Wat weet je al over leesstrategieën en tekstkenmerken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

§1 Leesstrategieën
Leesstrategieën helpen je bij het begrijpen van teksten. Voorbeelden zijn voorspellen, vragen stellen en samenvatten.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat leesstrategieën zijn en geef enkele voorbeelden. Vraag studenten om ook voorbeelden te delen.
§2 Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp is waar de tekst over gaat, terwijl de hoofdgedachte de belangrijkste boodschap of mening van de auteur is.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte en geef voorbeelden. Vraag studenten om het onderwerp en de hoofdgedachte van een korte tekst te identificeren.
§3 Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstdoelen kunnen informeren, overtuigen, vermaken of instrueren zijn. Tekstsoorten zijn bijvoorbeeld nieuwsartikelen, advertenties, en opinieartikelen.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf verschillende tekstdoelen en tekstsoorten. Vraag studenten om een tekst te lezen en het tekstdoel en de tekstsoort te identificeren.
§4 Alinea's en kernzinnen
Een alinea bestaat uit meerdere zinnen die bij elkaar horen. De kernzin geeft de belangrijkste informatie van de alinea weer.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat een alinea is en hoe je de kernzin kunt vinden. Geef een oefentekst waarin studenten de alinea's en kernzinnen moeten identificeren.
§5 Inleiding en slot
De inleiding introduceert het onderwerp van de tekst, terwijl het slot de tekst afsluit en een conclusie bevat.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat een inleiding en slot zijn en waarom ze belangrijk zijn. Vraag studenten om een tekst te lezen en de inleiding en het slot te identificeren.
§6 Deelonderwerpen
Deelonderwerpen zijn specifieke onderwerpen die binnen een tekst aan bod komen. Ze dragen bij aan het begrip van het geheel.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf wat deelonderwerpen zijn en waarom ze nuttig zijn. Vraag studenten om deelonderwerpen in een tekst te identificeren.
§ Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden verbinden zinnen en alinea's in een tekst. Signaalwoorden geven aan welk tekstverband er gebruikt wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn. Geef voorbeelden van tekstverbanden en vraag studenten om signaalwoorden in een tekst te markeren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.