2.1.1 Je kunt vier
stofeigenschappen noemen die gebruikt worden om stoffen te herkennen.
2.1.2 Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
2.1.3 Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
2.2.1 Je kunt het verschil noemen tussen zuivere stoffen en mengsels.
2.2.2 Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
2.2.3 Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.