De meeste roofvogelsoorten leven en jagen alleen. Woestijnhaviken (Parabuteo unicinctus) in het zuiden van de USA hebben een hiervan afwijkend gedrag: zij leven en jagen in voortplantingsgroepen. Een voortplantingsgroep bestaat uit twee tot zeven volwassene dieren rond één nest. Binnen zo'n nestgroep bestaat een sociale hiërarchie, waarbij de individuen afgebakende rollen hebben. Er zijn twee dominante haviken (het alfa-mannetje en alfa-vrouwtje. De andere volwassen vogels, de beta-mannetjes en beta-vrouwtjes, zijn ondergeschikt. Hun taken zijn onder andere het vangen en aanslepen van de prooi en assisteren bij de voedselvoorziening van de uitvliegende jongen. Dit doen ze echter zonder tegenspraak. Binnen de groep van de alfa's en de beta's zijn de vrouwtjes dominant over de mannetjes.
Biologen in Arizona hebben gegevens over het gedrag van de individuele dieren in verschillende nestgroepen verzameld. Daarnaast hebben ze van ieder dier een DNA-profiel gemaakt. Omdat de paring ver van het nest plaatsvindt, kan meestal niet vastgesteld worden wie met wie paart.
- Op basis van de gedragsgegevens is het mogelijk om voor ieder van de drie nesten aannemelijk te maken wie het alfa-mannetje is . Welk mannetje is op basis van de gedragsgegevens waarschijnlijk het alfa-mannetje in nest P, nest Q en nest R?
- In de tekst komt ook een antropomorfisme voor. Noteer deze.