VREULS - 3Mavo - Start Hoofdstuk 3 - Les 14

Les 12
3 MAVO
WELKOM
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 12
3 MAVO
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


Les 14 - Start Hoofdstuk 3
 1. Uitleggen verschil directe en indirecte ruil.

2. De 3 functie van geld benoemen

3. Verschil tussen giraal en chartaal geld

4. drie manieren om giraal te betalen benoemen

5. Verschil tussen credit en debetsaldo benoemen.
Na deze les:
Je hebt nodig:
1. Economie boek
(blz 70 - 73)
2. Economieschrift
3. Rekenmachine
4. Schrijfwaren
5. HW: 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Vorige les

- Quiz

- Herhalingsopgaven maken

- Volgende les

- Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

 Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken Herhaling
Opdrachten 13 t/m 25
blz 59

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van directe ruil?
A
Het kopen van een brood met geld
B
Het ruilen van een fiets voor een paar schoenen
C
Het betalen van huur via een bankoverschrijving
D
Het ontvangen van salaris op je bankrekening.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van indirecte ruil?
A
Het ruilen van een boek voor een tijdschrift
B
Het kopen van een fiets met geld
C
Het ruilen van een dienst voor een product
D
Het uitwisselen van een schilderij voor een beeldhouwwerk.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen geldfunctie volgens de economie
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Spaarmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 8 - Quizvraag

Geld op je rekening heet?
A
Giraal geld
B
Chartaal geld

Slide 9 - Quizvraag

Munten en bankbiljetten zijn
A
Giraal geld
B
Chartaal geld

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waarom nam het contactloos betalen in 2020 en 2021 toe en daalde het erna weer.
A
Door de reclame "pinnen? ja graag"
B
Door corona
C
Je kunt soms alleen nog contactloos betalen
D
Door contactloos betalen met mobiel

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt er het meest betaald?
A
Contant
B
Pinpas insteken
C
Contactloos met pinpas
D
Contactloos met mobiel

Slide 13 - Quizvraag

Jan heeft - 0,05 cent op zijn rekening staan. Dit is een...........
A
Debetsaldo
B
Creditsaldo

Slide 14 - Quizvraag

In de plus staan is een ander woord voor.........
A
Debetsaldo
B
Creditsaldo

Slide 15 - Quizvraag

Een negatief saldo is een ander woord voor..........
A
Debetsaldo
B
Creditsaldo

Slide 16 - Quizvraag

BONUSVRAAG:
Wat mag je wel als je jonger dan 18 jaar bent?
A
Lenen
B
Sparen
C
Een creditcard
D
Kopen op afbetaling

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachten maken
Herhalingsopdracht

Hoofdstuk 3.2
(blz 88)

opdrachten 8 t/m 13

Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


Les 12 - Herhaling H1.3 en H1.4
 1. De voor en nadelen van kopen en huren te benoemen

2. Vertellen welke kosten er verbonden zitten aan het kopen van een huis.

4. Uitleggen hoe milieuschade ontstaat en wie het betaald. 



Je kunt nu:
Navolgende les:
MAKEN:
Hoofdstuk 3.1
(blz 88)
opdrachten 1 t/m 7
Meenemen:
HW
Economieboek & schrift
Rekenmachine

Slide 19 - Tekstslide