BS 2: Het skelet (vervolg)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling:

B1: Het skelet

Wat zijn de functies van het skelet?

1. Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
2. Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
3. Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
4. Vorm, bescherming, kracht, stevigheid

Menselijk skelet 

Het lichaam van de mens bestaat uit het hoofd, de romp, en de ledematen.

In afbeelding 1 zie je het skelet (geraamte) van een mens. Het skelet bestaat uit 206 botten (beenderen). 

Beenweefsel

Cellen in beenweefsel liggen in een kring om kanaaltjes, hierin lopen bloedvaten.

De tussencelstof bevat:

* Kalkzout: stevigheid

* Lijmstof: flexibiliteit

B2: De bouw van botten

Botten bestaan uit kalkzouten en collageen (lijmstof)

• Kalkzouten geven stevigheid
• Collageen zorgt voor de buigbaarheid

Hierdoor zijn ze stevig, maar breken ze niet snel

B2: De bouw van botten

Verandering in botweefsel

Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel

Als je ouder wordt verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder collageen in de botten zit

Waardoor breken baby’s minder snel hun armen en benen dan kleuters?

Doordat de botten in de armen en benen van baby’s voornamelijk uit kraakbeenweefsel/ collageen bestaan (1/2), terwijl de botten in de armen en benen van kleuters al meer uit botweefsel bestaan (1/2).

0p: Omdat in hun botten heel veel kraakbeenweefsel zit, en dat is buigzaam en dus minder breekbaar.

0p: hun hebben meer collageen

1/2 p: de babys hebben vooral nog kraakbeen.

1/2 p: omdat er nog veel collageen in de botten van een baby zit

1/2 p: Baby's hebben nog veel kraakbeen in hun lichaam. Door de meerderheid collageen, zijn hun botten soepel en niet breekbaar.

Wat is het verband tussen.... 

1. gewricht - bewegen

2. collageen - botweefsel

3. borstkas - ribben

4. skelet - gewricht

5. kalkzouten - dijbeen

6. vorm - skelet 

Aan de slag 

BS. 4.2 de bouw van botten

Opdracht 1 t/m 9

Klaar? Eerst lezen BS 4.3 Beenverbindingen

Probeer BS 4.3 opdracht 1 en 2

Lezen bs 3 beenverbindingen