May 25

English Lesson May 25

Lesson goals
I can use will and going to




1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

English Lesson May 25

Lesson goals
I can use will and going to




Slide 1 - Tekstslide

Unit 4: Canada

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Check homework
  • Grammar
  • Quizlet Live
  • Homework

Slide 3 - Tekstslide

Check homework
Lesson 5: Unit 4: Lesson 5 : 4+5+6+7 ( 4 in class)

Slide 4 - Tekstslide

Future
je gebruikt to be going to of will/shall om over de toekomst te praten
To be going to + hele werkwoord
G1. Als het plan er al was voor het gesprek.
I am going to visit John this afternoon. He expects me at 3 p.m.

G2. Bij een voorspelling die gebaseerd is op een aanwijzing.
Look at those dark clouds. It's going to rain
He is stuck in traffic. He is going to be late.

Slide 5 - Tekstslide

gebruik will + hele werkwoord

W1. Als het plan ontstaat tijdens het gesprek.
Do you think John is at home? Then I will call him to see if we can visit this afternoon.
W2. Bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening.
He will not be on time. He's always late.
W3. Bij een spontaan aanbod. Ook bij een weigering, belofte, voorstel of verzoek.
I'll help you with those books. / Will you help me, please?
W4. Bij feiten
The sun will rise again tomorrow.
W5. Bij onzekerheid over de toekomst wordt will met I think of probably gebruikt.
I think I'll go to bed early.
We probably won't get there on time.

Bij vragen kun je shall of will gebruiken (shall bij mening, suggesties en aanbieden)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Quizlet
Vocabulary Unit 4 (lesson 2,4 and 5)

Slide 8 - Tekstslide

To do
Unit 4:  Lesson 5 : 8+9+11
Finished? Woordtrainer Lesson 2 +4 OR versterk jezelf  lesson 2+4

Slide 9 - Tekstslide

Homework
Tuesday
Unit 4: Lesson 5 : 8+9+11
Study grammar page 172+173
Please work online





Slide 10 - Tekstslide