9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen

9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je twee zoutoplossingen bij elkaar voegt.
  
Je kunt een neerslagvergelijking opstellen als twee zoutoplossingen samen een slecht oplosbaar zout vormen.

 Je kunt de tribune-ionen aangeven bij een neerslagvergelijking.

Slide 2 - Tekstslide

Je krijgt een suspensie of een oplossing. 
Of je krijgt een suspensie. 

Slide 3 - Tekstslide

Neerslag
Dit is een vaste stof die is ontstaan na het samenvoegen van twee oplossingen. Door de zwaartekracht zakt deze vaste stof naar de bodem toe. 

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan zoutoplossingen samenvoegen
Stap 1: Maak je eigen oplosbaarheidstabel.
Stap 2: Vul je eigen oplosbaarheidstabel in.
Stap 3: Bepaal of er een neerslagreactie heeft plaatsgevonden.
Suspensie? Ga verder met stap 4. 
Stap 4: Stel de neerslagvergelijking op.

Slide 5 - Tekstslide

Tribune Ionen
Een neerslagreactie vindt plaats als twee oplossingen van goed oplosbare zouten samen een slecht oplosbaar zout vormen. Dit slecht oplosbare zout wordt een vaste stof en vormt een neerslag.

De ionen die niet meedoen aan die neerslagreactie noem je tribune ionen. 

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen
Oplossing
Neerslag
Suspensie
Neerslag-reactie
Tribune-ion

Slide 7 - Tekstslide

Je brengt een oplossing van natriumcarbonaat en zilverfluoride bij elkaar in een bekerglas.

Vindt er een neerslag-reactie plaats? Zo ja, schrijf de vergelijking op.
Geef aan (met toestandsaanduiding) welke stoffen in het bekerglas aanwezig zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst van 9.2 (doen hoor!) en maak de opdrachten. 

Slide 9 - Tekstslide

Als je opgeloste zouten bij elkaar brengt kunnen er 2 dingen gebeuren. 

Slide 10 - Tekstslide