Arbeid/Zwaarte-energie



Fijn dat je er bent!



Vandaag hebben we het over arbeid en zwaarte-energie.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Fijn dat je er bent!



Vandaag hebben we het over arbeid en zwaarte-energie.

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Vorige les: vragen/opdrachten bespreken 
  2. Nieuwe lesstof: Arbeid en zwaarte-energie uitleg 
  3. Zelfstandig werken aan opdrachten
  4. Afsluiting met korte quiz (2 vragen)

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Krachten en Arbeid
Snappen we dit?
Willen we hier nog mee oefenen?

Slide 3 - Tekstslide

De arbeid is ...
A
... positief
B
... nul
C
... negatief

Slide 4 - Quizvraag

Op een voorwerp van 100 g werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,981 N
B
9,81 N
C
98,1 N
D
981 N

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de afkorting van de zwaartekracht?
A
Fzw
B
Nz
C
Fz
D
Fn

Slide 6 - Quizvraag

De eenheid van Arbeid is
A
J
B
Nm
C
W
D
J/s

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de zwaartekrachtconstante op aarde?
A
9,81 N per kg
B
9,81 kg per N
C
9,81 N
D
9,81 kg

Slide 8 - Quizvraag

Energie en Arbeid
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het begrip arbeid in de natuurkunde betekent.
  • Je kunt rekenen met de formule voor arbeid.
  • Je kunt rekenen met de formule voor zwaarte-energie.

W=Fs
Ez=mgh

Slide 9 - Tekstslide

Arbeid
Als je een doos van 2 kg 1 meter hoog optilt kost dit energie. Hoeveel energie?

Hoeveel meer energie kost het om de doos 2 meter hoog te tillen?

Hoeveel meer energie kost het om een doos van 4 kilo een meter hoog op te tillen?

Slide 10 - Tekstslide

Formule voor Arbeid
Arbeid is de energie die het kost om een kracht uit te oefenen over een bepaalde afstand.
Arbeid is evenredig met de kracht en de verplaatsing.
Als formule:
Arbeid = kracht x verplaatsing




W=Fs

Slide 11 - Tekstslide

Formule voor arbeid uitgeschreven


W = Arbeid in Joule (J)
F= kracht in Newton (N)
s= verplaatsing (afstand) in meters (m)
W=Fs

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de arbeid bij 8 N en 3 m?
A
18 Joule
B
12 Joule
C
30 Joule
D
24 Joule

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel arbeid wordt verricht bij een kracht van 10 N over 5 m?
A
100 Joule
B
25 Joule
C
50 Joule
D
15 Joule

Slide 14 - Quizvraag

Bereken de arbeid van 20 N over 5 m.
A
25 Joule
B
200 Joule
C
50 Joule
D
100 Joule

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel arbeid heb je verricht?

Slide 16 - Open vraag

Wetten van Newton


F= kracht (N)   m=massa (kg)
a=versnelling (m/s2)  
g=valversnelling (9,8 m/s2)
Als het tillen van een zak suiker tot 1 meter hoogte 9,8 J aan energie kost, hoe zwaar is deze zak suiker dan?
Fn=ma
Fz=mg

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zwaarte-energie
Zwaarte-energie is de energie die je krijgt door een bepaalde hoogte te hebben.

Zwaarte-energie krijg je doordat je door de zwaartekracht van de aarde naar beneden wordt getrokken.

Slide 19 - Tekstslide

Zwaarte-energie
De zwaarte-energie is gelijk aan de zwaartekracht die op een voorwerp werkt maal de hoogte van dit voorwerp.

De formule voor zwaartekracht is:                                            
waarbij g de valversnelling op aarde is.

De formule voor zwaarte-energie is dus: 
Fz=zwaartekracht (N) m=massa (kg)  g=valversnelling (m/s2)   h=hoogte (m)
Fz=mg
Ez=mgh

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Paragraaf .2 & 3, opdrachten: 1 t/m 4
Hoe? Zelfstandig, indien nodig op fluisterende toon overleggen met buur.
Hulp? Steek je hand op of kom naar mijn bureau als je er met je buur niet uitkomt.
Ben ik bezig ga dan even door met de volgende vraag
Tijd? Tot 14:10

Uitkomst? De stof komt terug in de quiz aan het eind van de les. 
Klaar?  maak de overige vragen van paragraaf 2 en 3


Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
  • Korte quiz
  • Volgende les 

Slide 22 - Tekstslide

Je bent op de maan en je springt een halve meter de lucht in. Dit kost je 81 J arbeid. De valversnelling op de maan is 1,62 m/s^2. Wat is je massa (inclusief je ruimtepak)?
A
50 kg
B
80kg
C
100 kg
D
120kg

Slide 23 - Quizvraag

Je hangt aan een parachute (gezamenlijke massa 85 kg). Je bezit 60 kJ aan zwaarte-energie. Hoe hoog boven de grond bevind je je nu?
A
520 km
B
72 km
C
520 m
D
72 m

Slide 24 - Quizvraag

Volgende les
Gaan we het hebben over bewegingsenergie en gaan we energievergelijkingen maken.

Slide 25 - Tekstslide