Je kunt een tabel invullen voor formules met wortels
Je kunt aan de hand van de table een grafiek tekenen
Je kunt infomatie aflezen uit de grafiek van een wortelformule
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
5.3 Wortel formules
Je kunt een tabel invullen voor formules met wortels
Je kunt aan de hand van de table een grafiek tekenen
Je kunt infomatie aflezen uit de grafiek van een wortelformule
Slide 1 - Tekstslide
Welke van de grafieken hieronder is een wortel formule?
A
B
C
Slide 2 - Quizvraag
We vullen steeds de hoogte in
a)
hier vullen we dus de hoogte in die bij a) staat: 1,5 meter. Je mag een rekenmachine gebruiken.
Let wel op de haakjes waar we het gisteren over hadden. Je typt dus 2,5 x √(2 x 1,5)
b)
hier vullen we dus de hoogte in die bij a) staat: 10,5 meter. Je mag een rekenmachine gebruiken.
Let wel op de haakjes waar we het gisteren over hadden. Je typt dus 2,5 x √(2 x 10,5)
Slide 3 - Tekstslide
Voeg nu je antwoord toe van de vorige vraag
Slide 4 - Open vraag
Antwoorden 37
a) 4,3 (afgerond)
b) 11,5 (afgerond)
Slide 5 - Tekstslide
Deze keer gebruiken we de formule Snelheid = √125r We typen dus in de rekenmachine √(125 x r) <- r is de remweg)
a)
De remweg is 60 meter. Dat vullen we in voor r
ik heb nu
√125 x 60
Op de rekenmachine moet ik typen
√(125 x 60)
b)
De remweg is 32 meter. Dat vullen we in voor r
ik heb nu
√125 x 32
Op de rekenmachine moet ik typen
√(125 x 32)
Is de snelheid 50 km per uur zoals de bestuurder beweert? Zorg dus dat je antwoord geeft op de vraag!
Slide 6 - Tekstslide
Stuur hier je antwoorden van 38
Slide 7 - Open vraag
Antwoorden voor 38
a) 87 km per uur (zorg dat je dus afrond naar boven)
b) 63 km per uur dus nee de bestuurder vertelde niet de waarheid
Slide 8 - Tekstslide
Als je geen werkboek hebt even zelf de tabel en grafiek tekenen
a)
Om de tabel in te vullen doen we hetzelfde als in vraag 38 want vraag 39 gaat verder met de informatie van vraag 38.
We gebruiken dus weer snelheid √125 x r
we halen r steeds uit de tabel (0, 10, 20, 30, 40, 50, 80) en vullen deze een voor een in. We typen op de rekenmachine
√(125 x 0) √(125 x 10) √(125 x 20) enz.
b)
Nu kan ik de informatie in de tabel gebruiken als coordinaten.
Remweg 0 10 20 30 40 50 80
Snelheid 0 35
(0,0) en (10, 35) zijn mijn eerste coordinaten die ik in de grafiek kan zetten. Zonder werkboek moet je even de grafiek van vraag 38 na tekenen (Tip, of maak een foto en teken op je Ipad de punten erin en maak dan een screenshot)
c)
Je kunt bijvoorbeeld het antwoord van 10 en 20 vergelijken.
20 is 2x zoveel van 10, maar is de snelheid ook 2x zoveel?
Dit heeft te maken met de wortel formule, die gaat niet linear omhoog zoals we in het eerste plaatje zagen vandaag.
Slide 9 - Tekstslide
Upload je antwoord op vraag 39
Slide 10 - Open vraag
Antwoorden 39
Slide 11 - Tekstslide
we vullen dus de diepte in bij d
a)
de diepte in meters is 4 meter
we gebruiken de formule dus als
0,45 x √4
Omdat er alleen 4 staat is het niet nodig om haakjes te doen maar wel handig om ze steeds te gebruiken zodat je ze niet vergeet:
0,45 x √(4)
a)
de diepte in meters is 36 meter
we gebruiken de formule dus als
0,45 x √36
Omdat er alleen 36 staat is het niet nodig om haakjes te doen maar wel handig om ze steeds te gebruiken zodat je ze niet vergeet:
0,45 x √(36)
Slide 12 - Tekstslide
Upload je antwoord op vraag 40
Slide 13 - Open vraag
Vraag 41 moet je zelf doen
Slide 14 - Tekstslide
Hoe voel je je nu? :) :| :(
Je kunt een tabel invullen voor formules met wortels
2) Je kunt aan de hand van de table een grafiek tekenen
3) Je kunt infomatie aflezen uit de grafiek van een wortelformule
schrijf voor elk leerdoel in de hang out een :) :| of :(