Wat? Opdracht 2, 4 t/m 6, 8, 10 en 13 (blz. 10 t/m 15)
Waarom? Laten zien dat je het kunt, als dit goed gaat: gratis punten op de toets.
Hoe? Schrijf het aantal stappen dat je x10 of :10 doet ook op (bereken, dus berekening moet erbij)
Hulp? Steek je hand op, gebruik het overzichtje op blz. 10
Klaar? Probeer opdracht 17 te maken. Kijk daarna na.