Lesw. 2. 24-01 Hoofdgedachte, titel, onderkop, signaalwoorden, tekstopbouw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

In deze les:

• Bespreken huiswerk: 4.4 B
• Terugblik met Kahoot!: hoofdgedachte, titel, onderkop, signaalwoorden, tekstopbouw
• Zelfstandig:
  4.4 Hoofdgedachte, precies lezen
  C. Deel 2: Keuzetekst 'Laurent (8) gaat naar de universiteit'
• Bespreken: enkele opdrachten van 4.4 C

• Terugkijken

Doelen van deze les:

Aan het einde van de les kun je uitleggen:

• wat het verschil is tussen een kop en een titel;
  
• wat een onderkop is;
  
• wat een hoofdgedachte is;
  
• hoe je een hoofdgedachte vindt;
  
• wat signaalwoorden zijn;
  
• wat een slot is;
  
• wat precies lezen is.

Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

Feiten, meningen en verzinsels

De hoofdgedachte van een tekst

Een titel is de naam van een boek, een werkstuk of een hoofdstuk.

Een kop staat boven een krantenartikel of een advertentie.

In een krantenartikel staat onder een kop soms een onderkop.

Ze vertellen nog meer dan een titel waar de tekst over gaat.

Zins- en alineaverbanden

Zins- en alineaverbanden

Zinnen staan niet zomaar naast elkaar. Ze hebben iets met elkaar te maken. Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan. Ze maken van een zin en een tekst één geheel. Hoe meer signaalwoorden je kent, des te beter je teksten zult begrijpen.

Precies lezen

Nadat je de tekst verkennend en globaal hebt gelezen, ga je de tekst precies lezen. Je leest de hele tekst.

Stap 3: precies lezen

• Lees de hele tekst.
  
• Lees de inleiding en slot.
  
• Let op signaalwoorden.

Opbouw van een langere tekst

Een langere geschreven tekst is vaak uit drie delen opgebouwd: 

• een inleiding
  
• een middenstuk
• een slot.

Maak: 

-> Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

4.4 Hoofdgedachte, precies lezen  

B. Deel 1: Hoofdgedachte, titel, onderkop, signaalwoorden, tekstopbouw