dierlijkecel 5

de dierlijke cel 5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

de dierlijke cel 5

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Op het einde van de les ken je de bouw, de eigenschappen en de functie van het ribosoom, centrosoom en het cytoskelet

Slide 2 - Tekstslide

Welke cel organellen weet je nog uit de vorige lessen?

Slide 3 - Woordweb

Welk onderdeel wordt met een X aangegeven?
A
Cytoplasma
B
Celmembraan
C
Celwand
D
Cytoskelet

Slide 4 - Quizvraag

mitochondrium
golgi systeem
endoplasmatisch reticulum 
lysosoom
centrosoom
rol bij celdeling
blaasje met verteringsenzymen
transport en bewerking van eiwitten
energie productie
transport van eiwitten die de cel verlaten

Slide 5 - Sleepvraag

Golgi-systeem
Centrosoom
Chromosoom
Lysosoom
Mitochondrie

Slide 6 - Sleepvraag

welke celorganellen hadden te maken met de eiwit productie?

Slide 7 - Woordweb

Wat weet je nog over de ribosomen?

Slide 8 - Open vraag

 Bouw van het ribosoom
  •  kleine korrelvormige structuren
  • grote en kleine subeenheid 
  • maakt m.b.v. mRNA en tRNA proteïnen
  • los in cytoplasma of gebonden aan ER

Slide 9 - Tekstslide

Wat doen ribosomen?
A
RNA aflezen en eiwitten maken
B
DNA aflezen en eiwitten maken
C
RNA aflezen en vetzuren maken
D
RNA aflezen en koolhydraten maken

Slide 10 - Quizvraag

Bewerkt eiwitten na het ribosoom
A
celkern
B
golgi-systeem
C
ER
D
mitochondriën

Slide 11 - Quizvraag

Het ruwe endoplasmatisch reticulum bevat de ribosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de functie van ribosomen?
A
transport
B
stofwisseling
C
eiwit synthese
D
transcriptie

Slide 13 - Quizvraag

Wat maken ribosomen?
A
cytoplasma
B
eiwitten
C
glucose
D
DNA

Slide 14 - Quizvraag

Wat brengt aminozuren naar de ribosomen?
A
mRNA
B
rRNA
C
tRNA

Slide 15 - Quizvraag

Wat wil de r in rRNA zeggen?

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn proteïnen?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de functie van de ribosomen?

Slide 18 - Open vraag

eigenschappen en functie ribosomen
  •  moleculair complex van eiwitten en ribosomaal RNA 
  • eiwitsynthese 
  •  grote aantallen in alle levende cellen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bouw van het centrosoom
  • In alle dierlijke cellen 
  • twee staafjes 
  • in de buurt van de nucleus.
  • loodrecht op elkaar
  • bestaan uit microtubuli (=microbuisjes) 




Slide 21 - Tekstslide

 Eigenschappen centrosoom

  • Belangrijke rol bij celdeling 
  • Bij de kerndeling verdubbelt het centrosoom
  • langzaam naar één kant van de kern
  • structuur van draden, de spoelfiguur


Slide 22 - Tekstslide

De functie van het centrosoom


een belangrijke rol tijdens de celdeling.

Slide 23 - Tekstslide

Bouw van het cytoskelet
  • een complex netwerk van proteïnevezels o.a. microtubili
  • structuur en vorm cel
  






Slide 24 - Tekstslide

Eigenschappen cytoskelet
  • intern skelet nodig voor stevigheid 
  • een framewerk dat door de hele cel heen loopt
  • een vaste vorm en biedt weerstand tegen krachten van buitenaf

Slide 25 - Tekstslide

De functie van het cytoskelet
  • bepaald de verplaatsing van organellen in de cel
  • speelt een rol bij de celdeling
  • is van belang bij de voortbeweging van cellen.


Slide 26 - Tekstslide

Waar is dit een functie van?

Voortbeweging
A
Cytoplasma
B
Cytoskelet
C
Celwand

Slide 27 - Quizvraag

Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
A
nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
B
nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
C
nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
D
nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen

Slide 28 - Quizvraag