Les biologie

biologie thema 6
om te pakken op tafel:
Laptop 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

biologie thema 6
om te pakken op tafel:
Laptop 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waarom hebben kroonbladeren altijd van die felle kleuren?
A
Om zich te beschermen tegen zonlicht.
B
Om nectar te maken.
C
Als een camouflage voor roofdieren.
D
Om insecten aan te trekken.

Slide 3 - Quizvraag

hoe heet het mannelijke voortplanting orgaan?
A
Meeldraad
B
stamper
C
stuifmeelkorrel
D
kelkblad

Slide 4 - Quizvraag

Wat maken de meeldraden?
A
stuifmeelkorrels
B
eicel
C
nectar
D
bloem

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

welke kleur zijn kelkbladeren?
A
geel
B
rood
C
groen
D
paar

Slide 7 - Quizvraag

uit wat bestaat een stamper?
A
stempel, stijl, zaadbeginsel
B
stempel, stijl, vruchtbeginsel
C
meeldraad, stijl, vruchtbeginsel
D
stamper, stijl, vruchtbeginsel

Slide 8 - Quizvraag

wat gebeurd er als een stuifmeelkorrel op de stempel terecht komt?
A
de stuifmeelkorrel waait weg.
B
de stuifmeelkorrel wordt nectar.
C
de stuifmeelkorrel wordt een stuifmeelbuis
D
de stuifmeelkorrel komt gaat naar het meeldraad.

Slide 9 - Quizvraag

Wat zit er in het vruchtbeginsel?
A
de Stijl
B
het Nectar
C
de Eiwitten
D
het Zaadbeginsel

Slide 10 - Quizvraag

Windbloemen &Insectenbloemen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

windbloemen
- De wind zorgt voor bestuiving
- De wind blaast de stuifmeel van de bloemen weg
- Die komen terecht op andere bloemen
Kenmerken:
- Lange meeldraden, grote stempel
- Kleine bloemen
- Geen nectar
- Maken veel stuifmeel


Slide 13 - Tekstslide

insectenbloemen
- Lokken insecten aan met:
- Zijn opvallend gekleurde bloemen.
- Met nectar.
- Insecten zorgen voor voortplanting.
Kenmerken:
- Kleine stempels
- Meeldraden in de bloem
- Maken weinig stuifmeel


Slide 14 - Tekstslide

wat zijn kenmerken van windbloemen?
A
kleine stempel, lange meeldraden, nectar
B
grote stempel, lange meeldraden, veel stuifmeel
C
grote stempel, lange meeldraden, weinig stuifmeel
D
grote stempel, kleine meeldraden, veel stuifmeel

Slide 15 - Quizvraag

wat zijn kenmerken van insectenbloem?
A
maken weinig stuifmeel, meeldraden in de bloem zelf
B
veel stuifmeel, lange meeldraden, nectar
C
nectar, grote stempel, lange meeldraden
D
maken geen nectar, meeldraden in de bloem en weinig stuifmeel

Slide 16 - Quizvraag

voorplanting bij dieren.

Slide 17 - Tekstslide

voorplanting en bevruchting dieren.
- Vrouwelijke voortplantingscel: Eicel
- Mannelijke voortplantingscel: Zaadcel
- Net zoals bij planten komen de Eicel en zaadcel bij elkaar.
- Zorgt voor bevruchte eicel.
- Daar groeit een dier uit.
- Dat dier heeft erfelijke eigenschappen van zijn ouders.


Slide 18 - Tekstslide