Examentraining 1e les _ Cellen staan aan de basis - PLS1337

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Eindexamentraining

Moeten de cellen van het lichaam ook de levenskenmerken vertonen?

1. JA
2. NEE
3. Weet niet

Schrijf de namen op van zo veel mogelijk verschillende typen cellen die in het menselijk lichaam voorkomen.

Geen celkern

DNA los in cytoplsma

Bacteriecel

Plantencel:

Celmembraan

Celwand

DNA in celkern

Vacuole

Korrels

-bladgroen

-zetmeel

-Kleurstoffen

Dierencel

Levenskenmerken

Levend, Dood of Levenloos

Een organisme dat levend is vertoont levenskenmerken

Wat zijn de levenskenmerken??

Levenskenmerken

Levend, Dood of Levenloos

Een organisme dat levend is vertoont levenskenmerken

Wat is het verschil tussen ademhaling EN cel-ademhaling?

1. Bij cel-ademhaling komt er zuurstof in het bloed
2. Bij cel-ademhaling komt er zuurstof in de cel
3. Bij ademhaling komt er direct zuurstof in de cel

Welke stoffen gebruikt een plant om te groeien?

1. Alleen water
2. Water en mineralen
3. Water, mineralen en CO2

Waarom groeien gewassen (planten) beter op een akker waar de boer mest heeft uitgestrooid?

1. Er is meer water
2. Er zijn meer mineralen
3. Er is meer CO2

Stofwisseling

Stofwisseling:

Het proces in organismen waarbij in een cel het ene product/stof wordt omgezet in een ander product/stof

Voorbeelden:

1. Fotosynthese (energie maken)
   
2. Verbranding (energie krijgen)
   

Fotosynthese

Wat is het: 

Vorming van glucose in de groene delen van de plant

Energie uit zonlicht

Nodig:

Water (uit de bodem)

Koolstofdioxide (CO2) uit de lucht

Gevormd:

Glucose (in de plant)

Zuurstof (O2)

Cellen, Weefsels en Organen

Orgaanstelsels

opdrachten bij rekenvaardigheden

Examentrainer van BvJ voor de mavo

oefenopdrachten rekenvaardigheid

Rekenvragen

Veel rekenvragen op je examen kun je beantwoorden door gebruik te maken van een

verhoudingstabel. Twee dingen zijn heel belangrijk bij verhoudingstabellen:

• Vul de verhoudingstabel op de juiste manier in, met de gegevens uit de vraag.

• Reken bij de verhoudingstabel altijd terug naar 1.

Als je dit onder de knie hebt, is de berekening zelf eenvoudig

Rekenvragen

Rekenvragen

Opdracht 1.4

Opdracht 1.4

Opdracht 1.4