Morfología

Morfología
Letterlijk: vormkunde
Morfologie in de biologie
Morfologie in de taalkunde
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Morfología
Letterlijk: vormkunde
Morfologie in de biologie
Morfologie in de taalkunde

Slide 1 - Tekstslide

Morfologie in de biologie

Slide 2 - Tekstslide

Morfologie in de taalkunde

De leer van woordstructuur en woordvorming
Morfeem: de kleinste eenheid die betekenis draagt in een woord

Slide 3 - Tekstslide

Welke van de onderstaande woorden zijn morfemen van het woord 'rompecabezas'?
A
rompe
B
cabeza
C
a
D
s

Slide 4 - Quizvraag

Waarom?

  •  Rompe: breken
  • Cabeza: hoofd
  • A: vrouwelijk
  • S: meervoud (enkelvoud)

Slide 5 - Tekstslide

Betekenis van een morfeem
Verwijst niet alleen naar waar een woord voor staat (lexeem), maar ook naar de functie!! Denk aan:
  • Enkelvoud, meervoud
  • Mannelijk, vrouwelijk
  • Tijd: presente, imperfecto, futuro etc.
  • Modus: indicativo, subjuntivo
  • Functie in de zin: zelfst. nw. bijwoord, bijv. nw. etc.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel morfemen zitten er in het woord 'casita'?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quizvraag

Casita

  1.  Cas -> casa
  2. it -> diminutivo
  3. a -> vrouwelijk
  4. a -> enkelvoud

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is morfologie nuttig?
Economía
-> economie, zelfst. nw.
Económico
-> economisch, bijv. nw.
económicamente
-> economisch, bijwoord

Slide 9 - Tekstslide

Sufijo

Slide 10 - Tekstslide

Amar

Amar -> werkwoord
Amable -> bijvoegelijk naamwoord
Amablemente -> bijwoord
Amante -> zelfstandig naamwoord


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bijwoorden herkennen
eindigend op - mente
normalmente
brevemente
políticamente
rápidamente

Slide 13 - Tekstslide

Zelfst. nw. herkennen
-> zelfstandige naamwoorden kunnen heel veel verschillende uitgangen hebben!

Slide 14 - Tekstslide

Prefijo

Slide 15 - Tekstslide

Los prefijos -i, -in, -im

Slide 16 - Tekstslide

Diminutivos
veelvoorkomend:
- ito(s)
- ita(s)
minder voorkomend:
- ico
-illo
- ete
- iño

Aumentativos
- ón
- azo
- ote

Voorbeeld:
chingón
perrazo
abrazote

Slide 17 - Tekstslide

Adjetivos gentilicios

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
- In tweetallen of individueel
- Ga naar examenblad.nl
- Kies een willekeurige examen
- Kies een willekeurig tekst
- Maak een lijst van de morfemen die je herkent, en de bijbehorende functie
- Beantwoord de vragen bij de tekst


Slide 20 - Tekstslide