zoekend lezen en tabellen/diagrammen

zoekend lezen en tabellen/diagrammen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

zoekend lezen en tabellen/diagrammen

Slide 1 - Tekstslide

Zoekend lezen
  • Je hoeft een tekst niet altijd helemaal te lezen. 
  • Soms ben je alleen geïnteresseerd in bepaalde informatie in de tekst. Om die informatie te vinden moet je zoekend lezen.

  •  Als je zoekend leest, lees je de tekst niet van begin tot eind, maar zoek je de informatie op die je nodig hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Snel informatie vinden op een website
Je let op: 

  • Hoofdmenu & submenu’s (en een zoekbalk)
  • Tussenkoppen
  • Sleutelwoorden

Als je weet in welk stukje tekst de informatie staat die je nodig hebt, lees je dat stukje tekst intensief.






Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld

Omdat je bijna klaar bent met je opleiding en wilt gaan werken, heb je je ingeschreven voor een banenbeurs. Je wilt weten hoe je met het openbaar vervoer bij de beurs kunt komen. Op de website van de banenbeurs zoek je deze informatie op.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Snel informatie vinden in teksten op papier
  • Je let op:
  • De inhoudsopgave (als de tekst die heeft)
    De inhoudsopgave geeft aan welke informatie er in de tekst staat en op welke pagina die informatie staat. 
  • Tussenkoppen
  • Sleutelwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Je hebt een folder van het Nibud met informatie over studiefinanciering. Je hoopt in de folder een antwoord te vinden op de vraag wat je mag bijverdienen als je studiefinanciering ontvangt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar studiemeter.nl > Starttaal Online
2F - lezen - opbouwopdrachten
Maak de opdrachten bij zoekend lezen

Slide 12 - Tekstslide

Informatie in tabellen & diagrammen

  • Als je zoekend leest kan de informatie die je nodig hebt ook in een tabel of diagram staan. 

  • Je leest altijd eerst de titel van de tabel of het diagram, zodat je weet of de informatie die je nodig hebt erin staat. Als dat zo is, zoek je die informatie op.

Slide 13 - Tekstslide

Tabel
  • In een tabel staat informatie overzichtelijk weergegeven in rijen en kolommen
  • Als je een tabel wilt aflezen, moet je weten welke informatie er in de linkerkolom en in de bovenste rij van de tabel staat.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Jason heeft een bijbaan in een supermarkt. Hij verdient nu 
€ 4,60 per uur en hij vraagt zich af of hij wel genoeg verdient. Hij heeft op de website www.jongeren-en-werk.nl een tabel gevonden met de titel ‘Minimumjeugdloon’. Hierin kan hij opzoeken of hij het juiste uurloon krijgt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hij krijgt nu € 4,60 per uur dus hij verdient genoeg.

Slide 17 - Tekstslide

Diagram
In een diagram worden aantallen of hoeveelheden weergegeven. Veel gebruikte diagrammen zijn:
  • staafdiagram;
  • lijndiagram.

Beide diagrammen hebben een horizontale as en een verticale as.

Slide 18 - Tekstslide

Diagram
Als je een diagram wilt aflezen... 
  • moet je weten welke informatie er op de assen staat,
  • moet je begrijpen hoe de assen zijn ingedeeld,
  • bekijk je de legenda als die er is. 

Een legenda laat zien wat de kleuren en symbolen in een diagram betekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Jenna gaat in juli met een groepsreis naar Lapland. Ze wil weten hoe warm het daar dan is, zodat ze haar kleding hierop kan aanpassen. Ze heeft op een website een lijndiagram gevonden met de titel ‘Temperatuur in Lapland’.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De temperatuur ligt tussen de 10 en 18 graden. Jenna neemt in ieder geval een warme jas mee.

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
Manuel heeft de hele maand augustus bij een pizzeria gewerkt. Alles wat hij verdient, spaart hij voor zijn rijbewijs. Om uit te rekenen hoeveel hij in augustus heeft verdiend, moet hij weten hoeveel uren hij in die maand heeft gewerkt. Hij kijkt hiervoor in het urenoverzicht van het uitzendbureau.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

 Hij telt deze uren bij elkaar op. In totaal heeft hij 86 uur gewerkt. 
Manuel kan nu uitrekenen hoeveel hij in augustus heeft verdiend. 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar studiemeter.nl > Starttaal Online
2F - lezen - opbouwopdrachten
Maak de opdrachten bij tabellen & diagrammen

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten
Ga naar studiemeter.nl > Starttaal Online
2F - lezen - opbouwopdrachten.

  • Maak de opdrachten bij zoekend lezen
  • Maak de opdrachten bij tabellen & diagrammen.

Slide 27 - Tekstslide