Week 6 - Familie van elkaar (aangepaste versie)

Les 2: daadwerkelijk overlijden, wat nu?
Lessenserie Financiële Zelfredzaamheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
personen en familierechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 2: daadwerkelijk overlijden, wat nu?
Lessenserie Financiële Zelfredzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Les 2: daadwerkelijk overleden, wat nu?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
De leerlingen beheersen aan het einde van deze les de volgende lesdoelen:
• De leerling beheerst de basisbeginselen van het erfrecht en testamenten.
• De leerling kan berekenen hoe de erfenis verdeelt wordt.
• De leerling kan oefenen met het opstellen van een testament.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom van belang?
1. Erfrecht
- "het naaste bloed erft het goed" 

2. Verschoningsrecht 
- zwijgrecht
- civiele zaken: (ex)echtgenoot + t/m de tweede graad
- strafzaken: (ex)echtgenoot + t/m de derde graad 

Slide 4 - Tekstslide

Erfrecht
Het erfrecht regelt wat er gebeurt met de bezittingen en schulden van de overledene. Waar denk je dan aan?

Twee systemen:
- het wettelijk erfrecht
- het testamentair erfrecht 
Hier gaan we volgende week mee aan de slag! 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Erfrecht vervolg
Regels voor het erfrecht staan in boek ... BW?

Een aantal begrippen: 
  • erflater = overledene 
  • nalatenschap = het vermogen van de erflater 
  • erfgenaam = degene(n) die recht heeft/hebben op de erfenis (moet wel in leven zijn!)

Om het erfrecht te begrijpen, leren we vandaag eerst iets over verwantschappen. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke twee systemen kennen we in het erfrecht?

Slide 8 - Open vraag

Leg de begrippen erflater en nalatenschap uit:

Slide 9 - Open vraag

In welk boek van het Burgerlijk Wetboek vinden we de regels van het erfrecht?
A
1
B
4
C
7

Slide 10 - Quizvraag

Bloedverwantschap
  • Verwantschap in de rechte lijn:
  • personen die van jou afstammen (kinderen en kleinkinderen) en personen van wie jij afstamt (je moeder en vader, je opa en oma)

De graad van bloedverwantschap is bepaald door de 'afstand' tot de gemeenschappelijke stamouders. Hoe dichter je bij de gezamenlijke stamouder staat, hoe nauwer de verwantschap.

Slide 11 - Tekstslide

Graad van verwantschap; rechte lijn
  • Wordt bepaald door het aantal geboortes tussen de personen

  • Nel-Annemarije (1e graad in de rechte lijn)
  • Nel-Hannah (2e graad in de rechte lijn)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de graad van verwantschap tussen opa Tom en zijn zoon Klaas?
A
1e graad rechte lijn
B
2e graad rechte lijn
C
3e graad rechte lijn
D
4e graad rechte lijn

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer spreken we van bloedverwantschap?

Slide 14 - Open vraag

Verwantschap in de zijlijn
  • personen die een gemeenschappelijke voorouder hebben 
  • bepalend voor de graad is ook weer het aantal geboortes
  • broer en zus: 2e graad in de zijlijn
  • neef en nicht: 4e graad in de zijlijn

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de graad van verwantschap tussen jou en je tante?
A
2e graad rechte lijn
B
2e graad zijlijn
C
3e graad rechte lijn
D
3e graad zijlijn

Slide 16 - Quizvraag

En tussen jou en jouw opa?
A
1e graad rechte lijn
B
1e graad zijlijn
C
2e graad rechte lijn
D
2e graad zijlijn

Slide 17 - Quizvraag

En tussen jou en jouw broer of zus?
A
2e graad rechte lijn
B
3e graad rechte lijn
C
2e graad zijlijn
D
1e graad zijlijn

Slide 18 - Quizvraag

Aanverwantschap
Je echtgenoot is géén bloedverwant! Hij is gewoon de echtgenoot. 

Aanverwantschap is de relatie tussen de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de andere echtgenoot (of GP). 
> Aanverwantschap ontstaat dus door een huwelijk of geregistreerd partnerschap. En samenwonen? 



Slide 19 - Tekstslide

Aanverwantschap vervolg
Een aanverwant is een bloedverwant van jouw echtgenoot. Jij hebt dezelfde graad van verwantschap als je echtgenoot, alleen dan niet als bloedverwant, maar als aanverwant.
  
Bijv.: jouw broer is je bloedverwant 2e graad zijlijn, voor je echtgenoot is dat dus de aanverwant 2e graad zijlijn.

Slide 20 - Tekstslide

Teken je eigen stamboom!

Slide 21 - Tekstslide

en nu een foto maken van je stamboom!

Slide 22 - Open vraag