Communicatie_Les 4

Communicatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema AABSMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw eerste indruk van de jongen die je op de vorige dia zag?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tijd heb je nodig om een eerste indruk te vormen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

00:19
Welke eerste indruk maakt Nick op Angela en Gordon?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:31
Is jouw indruk veranderd nu je iets meer te weten bent gekomen over Nick Nicolai?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:21
Welke 2 reacties laten Gorden en Angela zien?
A
ze denken dat hij goed kan zingen
B
ze maken hem een beetje belachelijk
C
ze denken dat hij een te moeilijk liedje heeft gekozen
D
Nick is de afgang van deze aflevering

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:26
Ik vind dat Nick Nicolai …..
A
een klein beetje zang talent heeft
B
goed kan zingen
C
super goed kan zingen
D
veel kans maakt om deze talentenjacht te winnen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

05:35
Is Nick Nicolai erin geslaagd om de eerste indruk die Gorden en Angela van hem hadden te veranderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeelden waarom de eerste indruk belangrijk is voor het werk

Slide 11 - Woordweb

In een paar seconden vormen ouders/verzorgers zich een beeld van jou en 'besluiten' ze of ze je aardig vinden of niet
In een paar seconden heb je een beeld van een kind, ouder of collega. Binnen vijf tot tien minuten heb je een mening over hen
Algemeen voorkomen 

In een paar seconden heb je een beeld van een kind, ouder of collega. Binnen vijf tot tien minuten heb je een mening over hen. 
Andersom

In een paar seconden vormen ouders/verzorgers zich een beeld van jou en 'besluiten' ze of ze je aardig vinden of niet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Representativiteit

Beroepshoudingsaspect dat betrekking heeft op het hebben van een positieve en professionele uitstraling in het werk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezichtsuitdrukkingen
Bij gezichtsuitdrukking gaat het om wat je gezicht 'vertelt' als gevolg van het samentrekken van spieren. 

Onze gezichtsuitdrukking geeft vaak onbewust uiting aan hoe we ons voelen. Aan het gezicht van een kind of jongere kun je zien of hij zich 'happy' voelt of niet.

Interpreteren? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oogcontact
Oogcontact is een belangrijke vorm van non-verbale communicatie, zeker in het pedagogisch werk.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabijheidsgedrag en aanraking
Nabijheidsgedrag is de afstand tot de ander die iemand kiest bij het communiceren met deze persoon.
Voorbeeld
Bij ouders waarmee je goed contact hebt, sta je op kleinere afstand dan bij ouders die je nog niet kent. De afstand kan ook iets zeggen over het gespreksonderwerp

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een 3 tal

1 van de 3 gaat straks naar de gang

Andere 2 krijgen een opdracht

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bevraag hem/haar over een onderwerp waar hij enthousiast over het werkveld/opleiding(waarom/waar/wat). 

Stel hem om de beurt een vraag en doe dat allebei vanuit oprechte interesse. 
Jullie doen wel één ding anders: 
1: Neem tijdens het gesprek onopvallend de houding van hem/haar aan.
 2: Jij neemt onopvallend een totaal andere houding dan hem/haar aan".

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je aan iemands lichaamstaal?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstaal
zijn of haar gedachten

zijn of haar gevoelens
zijn of haar mening
zijn of haar belangstelling
zijn of haar karakter
zijn of haar respect
zijn of haar gezondheid
zijn of haar eerlijkheid
zijn of haar spanning
zijn of haar macht
zijn of haar bedoeling









Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstaal
Lichaamstaal is de communicatie die via de mimiek (gezichtsuitdrukkingen), gebaren, oogcontact en de houding van het lichaam verloopt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiegelen van de lichaamstaal
Overnemen van de houding en de manier van doen van de persoon met wie iemand het eens is

Als pedagogisch werker kun je de lichaamstaal van een kind of jongere bewust spiegelen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele besmetting
Overnemen van de houding en de manier van doen van de persoon met wie iemand communiceert.

Voorbeeld:
Wanneer je gaapt in gezelschap, gaan anderen al snel ook gapen. Ook huil- en lachbuien zijn vaak besmettelijk.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 waarheden 1 leugen 2.0
Maak een nieuw 3 tal
Bedenk voor jezelf weer 2 waarheden 1 leugen
Persoon 1 vertelt deze drie 
Persoon 2 schrijft de leugen op die hij/zij denkt
Nu krijg je 1 minuut om te interviewen om te achterhalen wat leugen is.
Het interviewen gebeurt staand
Persoon 3 observeert de lichaamstaal van persoon 1

Is je mening veranderd na 1 minuut interviewen?
Hoe komt dit?
Wat heeft persoon 3 gezien in lichaamstaal?


timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie en afstand
De afstand die mensen ten opzichte van elkaar houden, bepaalt in belangrijke mate met wie je contact hebt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies