havo 4 pluriforme samenleving 3



Les 3
Door Joyce Sibbald
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

Onderdelen in deze les



Les 3
Door Joyce Sibbald

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Onderwerpen van de vorige les
-sociale cohesie
-tolerantie, een verdieping
-conformisme
-polarisatie

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerpen van deze les
-socialisatie
-verschillende culturen
-de betekenis van vooroordelen

Slide 4 - Tekstslide

Socialisatie

Slide 5 - Tekstslide

socialisatie is:

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Vraag 4. Wat is het verschil tussen nature- en nurture aanhangers?
A
Nature aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
B
Nurture aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
C
Nature aanhangers geloven in aangeleerde eigenschappen
D
Nurture aanhangers geloven hetzelfde als nature aanhangers

Slide 10 - Quizvraag

Aangeboren/ aangeleerde eigenschappen 
Aangeboren: eigenschappen die erfelijk zijn en die je hebt vanaf je geboorte.

Aangeleerd: eigenschappen die je overneemt van je omgeving. 
Nature- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeboren eigenschappen. 
Nurture- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeleerde of afgeleerde eigenschappen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Je hebt van de trailer van Twinsters bekeken. Welke (karakter) verschillen zag je tussen de zusjes?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Welke conclusies kan je trekken als je kijkt naar deze twee verhalen?

Slide 17 - Open vraag

Cultuur is?
A
nature (aangeboren)
B
nurture (aangeleerd)

Slide 18 - Quizvraag

Socialisatie
Het proces waarbij je bewust of onbewust de normen en waarden van een groep krijgt aangeleerd.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Nog even de belangrijkste begrippen op een rij en een aantal vragen over het vorige filmpje:

Slide 21 - Tekstslide




Internalisatie



Aangeleerde normen en waarden zijn 
vanzelfsprekend geworden

Slide 22 - Tekstslide

internalisatie

Slide 23 - Tekstslide

Socialiserende instituties
Socialiserende instituties zijn de mensen of instellingen die ervoor zorgen dat jij socialiseert.

Slide 24 - Tekstslide

Socialiserende instituties en sociale controle
Socialiserende instituties:
  • gezin
  • school
  • werk
  • vriendenkring
  • kerk
  • sportclub enz.
  • overheid
  • media
geven hun waarden en normen mee. Het doen overnemen gebeurt door sociale controle

Slide 25 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een informele negatieve sanctie

Slide 26 - Open vraag

Wat is een ander woord voor sanctie?

Slide 27 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een formele positieve sanctie

Slide 28 - Open vraag

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie

Slide 29 - Quizvraag

Sanctie betekent
A
Straf
B
Laten weten of iets goed of fout is gegaan
C
aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
D
Mensen letten op hoe je je gedraagt

Slide 30 - Quizvraag

Strafwerk krijgen of een te-laat briefje halen is een voorbeeld van een:
A
positieve sanctie
B
negatieve sanctie
C
imitatie
D
sociale controle

Slide 31 - Quizvraag

De meeste socialisatie vindt plaats door?
A
Sociale controle
B
Expliciete socialisatie
C
Imitatie
D
Formele sancties

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Waarin verschillen culturen? 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Dimensies van Hofstede
-machtsafstand
-individualisme vs. collectivisme
-Masculiniteit vs. feminiteit
-onzekerheidsvermijding
-oriëntatie op de lange vs. korte termijn 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Nederland is vooral
A
Masculien
B
Feminien
C
otolien
D
Dorien

Slide 38 - Quizvraag

Maak een foto van jezelf waarin je individualisme uitbeeld

Slide 39 - Open vraag

Zoek/bedenk een land, waarvan je denkt dat er groot verschil is met Nederland op het gebied van Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding

Slide 40 - Open vraag

onzekerheidsvermijding gaat vooral over
A
angst voor de toekomst
B
angst om ziek te worden
C
angst voor het nieuwe
D
angst voor dieren

Slide 41 - Quizvraag

Ben jij zelf van de lange of van de korte termijn?

Slide 42 - Open vraag

De betekenis van vooroordelen

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Etnocentrisme is het proces waarbij een andere cultuur exclusief vanuit het eigen perspectief wordt beoordeeld.
 Etnocentrische mensen vergelijken hun cultuur met anderen op elementen als religie, gedrag, taal, gebruiken en normen. De term wordt vaak gebruikt in situaties waarin interetnische relaties en etnische kwesties een probleem vormen. Etnocentrisme kan openlijk of subtiel zijn en hoewel het als een natuurlijke reactie wordt beschouwd, heeft het een negatieve ondertoon.

Slide 45 - Tekstslide

oorsprong etnocentrisme
De term etnocentrisme is door de Amerikaanse wetenschapper Sumner omstreeks 1900 geïntroduceerd en had in eerste instantie betrekking op de manier waarop koloniale mogendheden hun kolonialisme en koloniale praktijken rechtvaardigen.

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Xenofobie betekent ...
A
dat je angst voor buitenlanders hebt
B
dat buitenlanders zich niet welkom voelen
C
dat er veel buitenlanders zijn
D
dat buitenlanders zich moeten aanpassen

Slide 48 - Quizvraag

xenofobie
en corona

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Xenofobie
Angst voor vreemdelingen. 

Kan leiden tot vreemdelingenhaat.

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

De onderwerpen van deze les waren:
-socialisatie
-verschillende culturen
-de betekenis van vooroordelen

Slide 53 - Tekstslide

Heb je nog vragen of tips?

Slide 54 - Open vraag