(havo/vwo3) H3 Verstedelijking in Zuid-Amerika paragraaf 5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Planning:

• Introductie
• Uitleg: paragraaf 5 H3 Verstedelijking in Zuid-Amerika
  
• maken opdracht 1 t/m 8
  
• nabespreken paragraaf 5
  
• afsluiting

aan het einde van de les kan/weet je: 

• weet je wat 2 kenmerken zijn van de verstedelijking in Zuid-Amerika
  
• weet je hoe een Zuid-Amerikaanse stad is opgebouwd
  
• kun je de groei van Santiago beschrijven en verklaren

uitleg/aantekeningen

Urbanisatie

Op de kaart zie je twee kenmerken van de verstedelijking in Zuid-Amerika.

Eén heel grote stad, veel kleine steden:

• primate city = megastad die ver boven de andere steden in een land uitsteekt.
• primacy = de mate waarin de primate city groter en belangrijker is dan de tweede stad in een land.
  

Urbanisatie

Op de kaart zie je twee kenmerken van de verstedelijking in Zuid-Amerika.

2. De urbanisatiegraad van Zuid-Amerika is hoog.

• Zuid-Amerika 75% - Azië 38%
• Afrika 33%
• In Azië en Afrika is het urbanisatietempo wel hoger.

ourworldindata.org

Zuid-Amerikaanse stad

De Zuid-Amerikaanse stad

Woonwijken rijkere middenklasse op loopafstand cbd.

• hoe verder van het cbd, hoe ...

> lager de inkomens > slechter de huizen > nieuwer de wijken

• aan de stadsrand: zelfbouwwijken
• Industriewijken met arbeiderswijken eromheen liggen aan belangrijke verkeerswegen.

Santiago

Hoe heeft de hoofdstad van Chili zich ontwikkeld?

• Gesticht door de Spanjaarden in 1541.
  
• Snelle groei na onafhankelijkheid in 1810.

- meer werk in stad

- Santiago = primate city

• Vanaf 1930 explodeerde bevolkingsaantal. door economische crisis komst van veel boeren groei krottenwijken. Daarna zette groei door, vanwege:+ ruraal-urbane migratie + hoog vruchtbaarheidscijfer

Verstedelijking Zuid-Amerika

De explosieve groei van Santiago heeft geleid tot luchtvervuiling.

Vraag: Waarom hangt er (vooral in de winter) een dikke laag smog boven de stad?

Antwoord: Er is dan sprake van inversie:

normale situatie: warme lucht stijgt en koelt af

 + hoe hoger, hoe kouder

 Santiago: hogere luchtlaag is warmer en vormt ‘deksel’ boven koele lucht

zelfstandig werken

lezen paragraaf 5 H3 Verstedelijk in Zuid-Amerika + B166, B240, B241, B242
maken opdracht 1 t/m 8
gebruik hierbij:

• tekstboek blz. 52,53
  
• werkboek blz. 59/60

bekijk de volgende pagina voor de atlas kaart(en)
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

herhalen/nabespreken