In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1. De stroomkring
deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw stof - moleculen
Slide 4 - Tekstslide
Opbouw stof - moleculen
Slide 5 - Tekstslide
Opbouw atoom
Slide 6 - Tekstslide
Opbouw atoom
Slide 7 - Tekstslide
Elektronenbeweging
Slide 8 - Tekstslide
Lentiz-elektron
Slide 9 - Tekstslide
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Slide 11 - Tekstslide
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Slide 12 - Tekstslide
Stroomsterkte
Slide 13 - Tekstslide
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Begrippen (grootheden)
Spanning
Stroomsterkte
Weerstand
Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Hoe moeilijk de elektronen door een schakeling stromen
Slide 16 - Tekstslide
Begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand
Slide 17 - Tekstslide
Samenvattend - Moleculen
Elektrische stroom bestaat uit elektronen die zich verplaatsen tussen de atomen. De elektronen springen van de molecuul naar de volgende. De elektronen stromen van - naar +.
Slide 18 - Tekstslide
Samenvattend - Begrippen
Spanning: Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Stroomsterkte: Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Weerstand: Hoe moeilijk de elektronen door een schakeling stromen
Slide 19 - Tekstslide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
Slide 20 - Tekstslide
Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring
Slide 21 - Quizvraag
Je sluit een lamp aan op een batterij, je doet er een schakelaar tussen. De schakelaar staat open....
A
De lamp is aan
B
De lamp is uit
Slide 22 - Quizvraag
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 23 - Quizvraag
Lucht heeft een hele ......... weerstand om ervoor te zorgen dat elektrische bliksem toch gaat stromen moet er een ....... spanning zijn
A
...hoge...hoge...
B
...lage...hoge...
C
...hoge...lage...
D
...lage...lage...
Slide 24 - Quizvraag
Wat is waar?
A
een hoge spanning veroorzaakt een lage stroomsterkte
B
een hoge spanning veroorzaakt een hoge stroomsterkte
C
een hoge stroomsterkte veroorzaakt een lage spanning
D
een hoge stroomsterkte veroorzaakt een hoge spanning
Slide 25 - Quizvraag
Hebben isolatoren nu juist een hoge of een lage weerstand?
Leg je antwoord uit, gebruik de woorden spanning, stroomsterkte en elektronen. Je kan hierbij ook het voorbeeld van de vorige opgave gebruiken.
Slide 26 - Open vraag
Antwoorden
Hebben isolatoren nu juist een hoge of een lage weerstand?
Isolatoren hebben een hoge weerstand.
- Wanneer je een lampje zou willen aanzetten en je gebruikt als draadje een geleider dan zou de zou een batterij een spanning leveren, deze spanning zorgt dan voor een stroomsterkte.
- Wanneer het draadje van een isolator gemaakt zou zijn en de batterij levert een spanning zal er ondanks deze spanning geen (of weinig) stroomsterkte zijn. Deze weerstand houdt de stroomsterkte tegen, daarom is er geen stroomsterkte.