13/11 Bronvermelding (APA)

Bronvermelding
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bronvermelding

Slide 1 - Tekstslide

Onbekend paginanummer (alternatieve plaatsaanduidingen)

Paginanummers zijn alleen nodig bij directe citaten. Als je een citaat gebruikt van een publicatie zonder paginanummer (zoals webpagina’s of YouTube-video’s), kun je een alternatieve plaatsaanduiding gebruiken, zoals:

(Liu, 2021, 03:26)
(Streefkerk, 2020, Hoofdstuk 3)
(Theel, 2018, par. 4)
(Flores, 2015, Tabel 4)
(Davids, 2018, Dia 18)
(Koenders, 2017, Resultatensectie)

Onthoud dat verwijzingen naar de Bijbel, Koran of Thora altijd een hoofdstuk- en versnummer bevatten, ook als paginanummers aanwezig zijn:
(De Nieuwe Bijbelvertaling, 2007, Petr. 3:5)

Slide 2 - Tekstslide

Onbekende auteur
Probeer te bepalen of een organisatie of de overheid verantwoordelijk is voor de bron als de auteur onbekend is. Als dit zo is, dan kun je de naam van de organisatie opnemen in de verwijzing in de tekst (en in de bronvermelding).

De kosten van zonne-energie zijn de laatste 3 jaar met 34% gedaald (Tesla, 2020).
Gebruik als alternatief de titel van de bron in plaats van de auteursnaam. Schrijf deze titel schuingedrukt als de titel in je literatuurlijst ook schuingedrukt wordt. Als dit niet zo is, schrijf je de titel tussen dubbele aanhalingstekens.

Gebruik hoofdletters voor de kernwoorden van de titel (title case) en kort lange titels in. Het eerste woord van de titel moet wel altijd worden gebruikt, zodat lezers de bron makkelijk kunnen vinden in de literatuurlijst.

(“Nederlands Waterrisico,” 2015)
(Ons Feilbare Denken, 2017)

Slide 3 - Tekstslide

Ontbrekende auteur, datum of paginanummer

Ontbrekende informatie bij verwijzingen in de tekst

Slide 4 - Tekstslide

Verwijzingen in de tekst met meerdere auteurs

Meerdere auteurs bij verwijzingen in de tekst

Slide 5 - Tekstslide

Verwijzingen in de tekst met meerdere auteurs

Als een artikel door meerdere auteurs is geschreven, plaats je:

een ampersand (&) tussen de achternamen in een verwijzing tussen haakjes;
het woordje “en” tussen de achternamen in een narratieve verwijzing.
Bij drie of meer auteurs vermeld je alleen de achternaam van de eerste auteur, gevolgd door “et al.” (wat “en anderen” betekent).

Bij een groep auteurs die bekend is onder een afkorting (bijvoorbeeld CBS voor “Centraal Bureau voor de Statistiek”) schrijf je de eerste keer de gehele afkorting uit. Hierna gebruik je steeds alleen de afkorting.

Meerdere auteurs bij verwijzingen in de tekst
Type auteur Tussen haakjes Narratief
Eén auteur (Hessing, 2021) Hessing (2021)
Twee auteurs (Hessing & Saberi-Far, 2021) Hessing en Saberi-Far (2021)
Drie of meer auteurs (Hessing et al., 2021) Hessing et al. (2021)
Groep auteurs (Scribbr, 2021) Scribbr (2021)
Afkorting voor groep auteurs
Eerste verwijzing
Volgende verwijzingen
(Centrum voor Volwassenenonderwijs [CVO], 2021)
(CVO, 2021)
Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO, 2021)
CVO (2021)

Slide 6 - Tekstslide

APA
  • Een format voor het schrijven van wetenschappelijke artikelen.
  • APA stelt normen voor bronverwijzing, een bibliografie en literatuurlijst.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat zijn de regels?
  • Per medium zijn er andere regels, maar de basis blijft redelijk gelijk. 
  • Je verwijst in de tekst naar je bron én in je bibliografie.
  • We kijken even naar de regels voor boeken, artikelen en websites

Slide 9 - Tekstslide

Met welke dingen moet je rekening
houden als je websites gebruikt als
bron?

Slide 10 - Woordweb

Tips
1. Schrijf meteen de bron op
Zodra je een bruikbaar stuk tekst, een afbeelding of plattegrond vindt, schrijf je de bron op. Je denkt niet: oh, ik onthoud wel waar ik dat heb gevonden. Nee! Je noteert meteen de bron. 
2. Doe dat meteen in APA
Die brongegevens noteer je volgens de APA-regels. Op scribbr.nl vind je die regels met voorbeelden.
3. Geef bestanden een duidelijke naam
Uit online archieven kun je vaak PDF's of JPG's van aktes downloaden. Hartstikke fijn. Geef deze bestanden duidelijke namen (uit welk archief, welk archiefnummer, welke inhoud). Denk ook hier niet, 'ik onthoud het wel,' want als je een jaartje verder bent en 62 aktes met onbegrijpelijke bestandsnamen op je PC hebt staan, zie je door de bomen het bos niet meer.
4. Zorg voor een digitaal kopie
Maak foto's van alle fysieke documenten (bv brieven, diploma's, bidprentjes etc.) die aan je uitgeleend worden. Het zou namelijk zo maar kunnen dat de eigenaar ze wel even aan je wilt uitlenen, maar niet voor drie jaar. Zo kun je de documenten altijd inzien wanneer je ze later nog eens nodig hebt.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ziet APA bronvermelding eruit?
Verwijzingen in de tekst geven kort aan welke informatiebron je hebt gebruikt. Deze verwijzingen corresponderen met een volledige bronvermelding in de literatuurlijst aan het eind van je tekst.

Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel: Eventuele subtitel. Plaats uitgever: Uitgever.

Laat achtervoegsels (zoals jr.) of titels (zoals PhD of dr.) weg en specificeer alleen het jaar van de publicatie, niet de dag en maand.

APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie. Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp. 39-41).

Slide 12 - Tekstslide

Tussen haakjes vs. narratieve verwijzingen

De verwijzing in de tekst kan tussen haakjes worden geplaatst of worden geïntegreerd in een zin.

Tussen haakjes: Er bestaat een correlatie tussen socialemediagebruik en angststoornissen bij pubers (Verdijsseldonk, 2019).
Narratief: Verdijsseldonk (2019) ontdekte een correlatie tussen socialemediagebruik en angststoornissen bij pubers.
Het publicatiejaar staat direct achter de achternaam van de auteur wanneer het narratieve format wordt gebruikt. Een verwijzing tussen haakjes kan midden in een zin of aan het eind van een zin worden geplaatst, net voor de punt. 

Slide 13 - Tekstslide

Soms worden ze heel lang...
Scholten, I., Engelen, E., & Hendriks, P. (2015). Understanding Irony in Autism: the Role of Context and Prosody. In S. Ghosh, & J. Szymanik (Eds.), The Facts Matter: Essays on Logic and Cognition in Honour of Rineke Verbrugge (Vol. 25, pp. 121-132). 

Slide 14 - Tekstslide

Verwijzen naar een website
Wynia, S. (2015, 27 juli). Hebben overmoedige CEO’s wel geleerd van de wilde jaren? Geraadpleegd van http://www.elsevier.nl/Economie/blogs/2015/7/Hebben-overmoedige-CEOs-wel-geleerd-van-de-wilde-jaren-2662582W/?masterpageid=158566

Slide 15 - Tekstslide

Verwijzen in de tekst

Je verwijst met APA in de tekst altijd naar je bron aan het eind van een zin of alinea. Je gebruikt hiervoor de namen en het publicatiejaar.
APA
In de tekst verwijs je naar een bron met de namen van de onderzoekers en het jaar van publicatie

Slide 16 - Tekstslide

Verwijzen naar een tijdschrift
Namen en jaartal
Naam van artikel
Naam van tijdschrift
Een tijdschrift wordt ook wel een journal genoemd.
Volume(, issue) en paginanummers
Met volumenummer wordt het nummer van de jaargang bedoeld. 

Meestal hebben tijdschriftartikelen daarnaast een nummer van de aflevering (issue) binnen het volume waarin ze verschenen zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Zet de volledige verwijzing naar een boek op goede volgorde door het juiste component naar de juiste plek te slepen.
Croon
T.
(2021)
Titel boek
Amstelveen
Uitgever

Slide 18 - Sleepvraag

Bronnen vermelden in Word
Klik op het tabblad Verwijzingen in de groep Bronvermeldingen & Bibliografie op de pijl naast Stijl en klik op de stijl die u wilt gebruiken voor de bronvermelding en bronvermelding.

Slide 19 - Tekstslide

De APA-literatuurlijst (bronnenlijst)
De APA-literatuurlijst bevat alle bronnen die je hebt geciteerd in je tekst. De lijst met bronvermeldingen start op een nieuwe pagina, direct na de hoofdtekst. Volg deze instructies om je APA-literatuurlijst op te maken:

  • Plaats de sectietitel “Literatuurlijst” dikgedrukt bovenaan de pagina (gecentreerd).
  • Zet de bronvermeldingen in alfabetische volgorde.
  • Gebruik dubbele regelafstand voor alle tekst.
  • Laat bronvermeldingen vanaf de tweede regel inspringen met een tab.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link