leesvaardigheid en argumenteren
theorie
toets
toets
1 / 17
Onderdelen in deze les
theorie
toets
toets
Slide 1 - Woordweb
wat ga je vinden in de kern van een beschouwing?
A
meningen
B
feiten
C
mening van de maker
D
drogredenen
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel signaalwoorden? Winkels moeten gewoon weer dicht op zondag. We hebben immers allemaal onze rust nodig, winkelende mensen net zo goed als winkeliers. Daarnaast is het toch helemaal niet nodig om elke dag te winkelen?
Slide 3 - Open vraag
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband toelichting?
A
ten eerste
B
denk hierbij aan
C
al met al
D
om te beginnen
Slide 4 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband vergelijking?
A
zoals
B
zowel...als
C
evenals
D
net als
Slide 5 - Quizvraag
Een ander woord voor "standpunt" is
A
visie
B
kritiek
C
idee
D
betoog
Slide 6 - Quizvraag
Omdat het glad is, ga ik lopend naar school. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaardelijk
D
redengevend
Slide 7 - Quizvraag
Ben je goed voorbereid op argumentatie- en drogredeneringsvragen?
A
ja, heel goed voorbereid
B
ja, een beetje voorbereid
C
nee, nauwelijks voorbereid
D
nee, nog helemaal niet voorbereid
Slide 8 - Quizvraag
Is de reactie een tegenargument of een tegenargument op het tegenargument?
''De wasberen in Limburg veroorzaken steeds meer overlast. Ze kunnen het beste afgeschoten worden.''
Reactie: ''Je kunt ze ook vangen en steriliseren.''
''De wasberen in Limburg veroorzaken steeds meer overlast. Ze kunnen het beste afgeschoten worden.''
Reactie: ''Je kunt ze ook vangen en steriliseren.''
A
Tegenargument
B
Tegenargument op het tegenargument
Slide 9 - Quizvraag
Is de reactie een tegenargument of een tegenargument op het tegenargument?
''De tabaksindustrie moet strafrechtelijk vervolgd worden. Roken is een smerige gewoonte.''
Reactie: ''De mensen die roken vinden het over het algemeen juist lekker.''
''De tabaksindustrie moet strafrechtelijk vervolgd worden. Roken is een smerige gewoonte.''
Reactie: ''De mensen die roken vinden het over het algemeen juist lekker.''
A
Tegenargument
B
Tegenargument op het tegenargument
Slide 10 - Quizvraag
Is de reactie een tegenargument of een tegenargument op het tegenargument?
''Snorfietsen moeten van het fietspad af: ze rijden veel te hard!''
Reactie: ''Tussen de auto’s veroorzaken ze veel grotere problemen.''
''Snorfietsen moeten van het fietspad af: ze rijden veel te hard!''
Reactie: ''Tussen de auto’s veroorzaken ze veel grotere problemen.''
A
Tegenargument
B
Tegenargument op het tegenargument
Slide 11 - Quizvraag
Nederlands is een nuttig vak, want je hebt er veel aan.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval
Slide 12 - Quizvraag
Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat...
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 13 - Quizvraag
Ik ben nooit dronken, want ik drink geen alcohol.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval
Slide 14 - Quizvraag
Ik kom altijd op tijd op school sinds ik een scooter heb.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking
Slide 15 - Quizvraag
Marieke zal vast een goede ruiter zijn, want ze kan goed met dieren omgaan.
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 16 - Quizvraag
In de Bijbel staat dat X verboden is, dus X moeten we verbieden.
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast
